-16- heb ik altijd de hoop gehad dat ik door mijn snelle betoogtrant de andere waar schijnlijk zou kunnen overvleugelen in de hoop dat er gezegd wordt: "het zal wel wijs zijn wat hij allemaal heeft gezegd en we hebben het niet helemaal kunnen volgen, maar laten we toch maar toestemmen". Dat is duidelijk niet altijd gelukt. Maar verder toch dank voor de waarderende woorden. Toen ik in de raad kwam was het geenszins mijn bedoeling om dit na één raadsperiode voor gezien te houden. Het is met name ingegeven door de verzwaring van de werkzaamheden bij mijn werkgever die ertoe geleid hebben dat ik alsnog heb besloten om het raadswerk op te geven. Doorslaggevend is in feite toch wel geweest dat ik binnenkort mijn eerste gezinsuitbreiding verwacht. Daarvan is mij verzekerd, want ik kan het op dit moment alleen maar verstandelijk beredeneren, dat de verzorging van kinderen zeer veel tijd, energie en aandacht zal gaan vragen. Vandaar dat ik mijn rol als ouder voorop heb gesteld. Het was geen gemakkelijke keuze om het raadswerk los te laten. Het is wel een welbewuste keuze geweest, laat daarover geen misverstand bestaan. Desalniette min ben ik toch wel van mening dat ik het raadswerk ongetwijfeld zal gaan missen. Ik heb het altijd graag gedaan. Ik heb mij er altijd graag voor ingezet en heb het raadswerk als fascinerend ervaren. Ondanks dat ik zelf uit een ambte lijke organisatie kom, is het toch wel even wennen geweest. Ik ben altijd vanuit mijn vakopleiding gewend geweest om snel, rationeel te denken en te handelen. Aan de hand van begrippen, hypotheses of dergelijke. Ik ben toch bij het korte raadswerk dat ik tot dusver gepleegd heb, tot de conclusie gekomen dat het hier niet altijd om logische conclusies gaat. Er spelen ook andere waarden en opvattingen een rol. 3e krijgt te maken met politieke en sociale systemen in de gemeente Prinsenbeek. Daar blijken ook machtsverhoudingen te zijn. Er blijkt ook een omslachtige procedure te zijn en zo zou ik er nog een paar op kunnen noemen. Maar ondanks dat, moet ik stellen dat het in al zijn schakeringen erg boeiend is en ik wil mij graag bij de heer van der Kooij aansluiten dat het toch wel een goede zaak zou zijn dat menigeen hiervan nota zou nemen en dat het ook erg goed in de werkzaamheden te pas kan komen. Als men mij vraagt of ik conclusies heb en een relativerende opmerking uit deze periode, dan heb ik er eigenlijk twee. Ten eerste is, dat je er soms grijze haren van krijgt, dat waarschijnlijk bij menigeen is opgevallen. Ten tweede is het punt dat mij altijd van huis af al is meegegeven, dat je oprecht voor je eigen stand punt moet opkomen. Als je er een dubbele moraal op na gaat houden dan kom je jezelf gegarandeerd tegen. Ik heb het idee dat wanneer ik aan deze kant van de tafel heb gezeten dat dat standpunt nog steeds recht overeind staat. Concluderend rest mij nog een woord van dank te richten aan de secretaris en het ambtenarencorps, het college en de raadsleden voor de medewerking en samenwerking die ik in deze raad en daarbuiten heb mogen ondervinden. We zijn het niet altijd met elkaar eens geweest maar dat mag en dat moet kunnen, anders zou het een grauwe maatschappij worden. Ook mijn echtgenote zou ik van deze kant erbij willen betrekken. Zij heeft het menige avond zonder mij moeten stellen. Ik hoop dat dat de komende tijd anders zal gaan worden. Tenslotte wil ik de nieuwe raad en het college veel wijsheid en sterkte toewen sen. Ik kan u verzekeren dat degene die mijn plaats inneemt in deze raad zeker niet voor mij onder zal doen." De voorzitter zegt blij te zijn dat de scheidende leden als het ware onderstrepen hetgeen hij heeft gezegd over de afgelopen drieënhalf jaar. Deze afgelopen periode is inderdaad een goede geweest. Met goed doelt hij op de prettige eerlij ke open verstandhouding over en weer en het respect dat toch in deze raad aan de dag is gelegd, al was men het soms - soms vaak - niet met elkaar eens. Dat men dat toch op een korrekte vriendelijke wijze deed spreekt hem bijzonder aan. Dat weet de raad. De heer Schreiner zegt dat aan het einde van de vorige raadsperiode afscheid genomen werd van 7 leden van de toenmalige raad. Nu moet men jammer genoeg afscheid nemen van 8 leden van deze raad. Men neemt afscheid van de heer van der Westen, het langst zittende raadslid, die bijna genoemd kan worden "de opa van de raad", en dat in alle goede betekenis en eerbied die hoort bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 79