-6-
Hij weet nu niet welke beslissing het dagelijks bestuur inmiddels heeft genomen.
Er zijn consequenties aan verbonden die ook moeten worden overwogen. Onder
andere voor wat betreft de overdracht van een vrij groot bedrag van de Bescher
ming Bevolking naar het Stadsgewest met de bedoeling om dit aan te wenden
voor de brandweer als hulpverleningsorganisatie nadat het Stadsgewest de hele
B.B. heeft overgenomen.
De heer Schreiner vraagt hoe het dan straks zal gaan met de bemanning van
de centrale. Die persoon moet deskundig zijn op het gebied van de brandweer
en de hulpverlening.
De voorzitter zegt dat dit één van de problematische zaken is. Nu wordt ver
wacht van centralisten bij de brandweer dat zij, als er bericht binnenkomt waar
voor de verantwoordelijkheid rust bij de directeur van de G.G.D., antwoord
kunnen geven of kunnen verwijzen.
De heer Roeien zegt dat het laatste afhangt van de samenstelling van de beman
ning van de post.
Het aantal centralisten in de nieuwe eenheid is 11 of 13. Als het twee aparte
eenheden zijn dan moet men denken in de richting van 20.
Kijkend naar het aspect kosten Stadsgewest, waar ook door Prinsenbeek bij
herhaling op is gewezen, had hij weinig keuze. Vooral ook omdat hij van oordeel
is dat het onderbrengen in één eenheid de praktijk niet verslechtert.
5. Voorstel tot het benoemen van leden in diverse commissies en vertegenwoor
digende lichamen.
De voorzitter zegt dat het college-voorstel uitvoerig is besproken in de commissie
algemene zaken, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Daarbij zijn naar
aanleiding van de onderscheiden voorstellen, gewijzigde voorstellen gedaan en
voorstellen aangevuld. Het college heeft dit overgenomen. De leden kunnen
bij acclamatie worden benoemd.
De heer Roeien zegt dat essentiële dingen, die in de commissie verwoord zijn,
hier nogmaals herhaald mogen worden. In het commissieberaad werd er door
zijn fractie op gewezen dat men wat verbaasd was over het voorstel dat het
college aan de raad deed. Dat vooral tegen de achtergrond van de onderhandelin
gen die werden gevoerd op 23 april j.l. tussen de verschillende partijen in deze
raad. Dat noodzaakte zijn fractie om in dat commissieberaad enige wijzigingen
in het oorspronkelijk voorstel aan te brengen en ook de plaatsvervanging er
aan toe te voegen, welke niet was ingevuld. Het doet zijn fractie deugd dat
het college bereid is dit voorstel te volgen.
Vervolgens wordt unaniem besloten te
benoemen tot leden van de commissie
georganiseerd overleg:
de heer F.J.J.M. van Geel (plaatsvervan
ger: de heer C.A. Franken);
mevrouw M.H. Overboom (plaatsvervan
ger: de heer A.J.G. Oomen);
mevrouw M. Schalk-Fabrie (plaatsvervan
ger: de heer W.A. van Trotsenburg).
Wethouder Dirven zegt dat het altijd de bedoeling is geweest dat de leden van
de commissie welzijn en personeelsaangelegenheden in deze commissie zouden
zitten. Hij vraagt zich nu af waarom de commissie algemene zaken, ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting voorstelt om vervangers voor bepaalde personen
te benoemen. Dit is geen vereiste.
De heer Oomen zit niet in de commissie welzijn en personeelsaangelegenheden,
zodat hij niet bij de voorbespreking over personeelszaken aanwezig kan zijn.
De heer Roeien zegt dat de commissie hierover unaniem was. Vaste plaatsvervan
ging werkt aanmerkelijk beter dan getrapte. Iemand die dan niet kan, moet