van burgemeester en wethouders in de raadsvergadering van eind van deze maand al mededelingen doen over eventuele oplossingen. Dit zei gisteren des gevraagd de burgemeester van Prinsenbeek, Mr L. Verwiel". Waar vandaag over gesproken wordt dateert dus niet van vandaag of gisteren, maar speelt inmiddels al zo'n tien jaar. De kiem van het probleem ligt eigenlijk al eerder, namelijk in de zestiger jaren toen Velsgoed en Molenstraat als brede kaarsrechte wegen werden aangelegd. Zij lagen toen nog aan de rand van het dorp. Inmiddels lopen deze wegen dwars door de gemeente. Daar komt nog bij dat deze wegen rechtstreeks werden aangesloten op een druk bereden snel weg, i.e. de Lunetstraat. De toenmalige bestuurders mag dit niet al te zwaar aangerekend worden; maar toen reeds werd de basis gelegd voor de problemen waarmede men nu in alle hevigheid geconfronteerd wordt. Het aanbod van rechte, brede wegen direct aansluitend op een snelweg verhoogde in snel tempo het aanbod van auto's en vrachtauto's. Die zagen deze route als een betrekkelijk alternatief voor de alsmaar drukker wordende hoofdverkeerswegen. Eind zeven tiger jaren is het verkeersaanbod reeds dermate groot dat de klachten van de omwonenden sterker, luider en nadrukkelijker worden verwoord. Nachtelijke onrust veroorzaakt door vrachtwagenverkeer, geluidshinder, stankproblemen, verkeersonveiligheid, verzakkingen van woningen en dergelijke zijn ongemakken waarmede in eerste instantie de omwonenden steeds meer te maken krijgen. Begin tachtiger jaren laat de gemeente Prinsenbeek door het Bureau Van Heese- wijk uit Vught twee onderzoeken uitvoeren, te weten Prinsenbeek Verkeersstruc- I tuurschets en het Akoestisch Onderzoek Prinsenbeek. Beide onderzoeken geven de problemen en knelpunten duidelijk aan. Spreker citeert uit het eerstgenoemde rapport: "Uit verkeerstellingen is ook de conclusie te trekken dat via het Vels goed een aanzienlijke hoeveelheid doorgaand verkeer wordt afgewikkeld. Uit verkeerstellingen blijkt deze route dan ook een hoge intensiteit te bezitten: 5.900 motorvoertuigen per etmaal op het Velsgoed. Door het ruime profiel en de lange rechtstand wordt daar door het autoverkeer veelal met te hoge snelheid gereden waardoor de oversteekbaarheid wordt bemoeilijkt. Dit vindt zijn weerslag in een algemeen gevoel van verkeersonveiligheid, subjectieve onveiligheid ondanks dat dit door het feitelijke ongevallenbeeld de objectieve onveiligheid niet wordt ondersteund". Uit het rapport Akoestisch Onderzoek blijkt dat de meeste woningen aan het Velsgoed en Molenstraat een geluidsniveau van 60 of meer d(B)A hebben te verduren en volgens richtlijnen in de Wet Geluidhinder, saneringssituaties moeten worden genoemd. Ondanks de aan duidelijkheid niets te wensen overlatende rapporten werd er met de conclusies en aanbevelingen weinig tot niets gedaan. In verband met de lengte van zijn betoog zal hij daarom een aantal ontwikke- I lingen uit die jaren even overslaan en de draad weer oppakken van eind 1984. Als de bewoners van genoemde wegen, beu van het lange wachten, op afdoende maatregelen opnieuw en in alle hevigheid aan de bel van het gemeentehuis trekken, lijkt het wederom of het gemeentebestuur de klachten ernstig neemt. Maar daar blijft het dan ook wel bij. Wel wordt er eind 1984 een werkgroep in het leven geroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente en enkele leden van het Actiecomité Velsgoed c.a. Maar begin 1985 wordt de werkgroep alweer eenzijdig door de gemeente van het leven beroofd omdat de commissie voor verkeersaangelegenheden zich gepasseerd voelde. Het was uiteindelijk deze gemeenteraad die in februari 1986 het college unaniem dwong nu eens daadwerkelijk wat te gaan doen aan het doorgaande verkeer en de verkeersoverlast in deze gemeente. Zoals de raad weet, heeft dit geresulteerd in het Verkeerplan Prinsenbeek dat in het najaar van 1986 werd uitgevoerd wederom door het Bureau Van Heesewijk te Vught. Uit de verrichte tellingen bleek het aandeel doorgaand verkeer op i bijvoorbeeld Velsgoed onthutsend hoog te zijn. Totdan werd het aandeel van het doorgaand verkeer door sommigen vrij gering geacht. Uit tellingen bleek dat meer dan de helft van het verkeer bestempeld kon worden als doorgaand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 102