verkeer. Verkeer dat geen enkele economische of woonfunctie heeft met de gemeente Prinsenbeek, oftewel 4.000 motorvoertuigen per etmaal. Uit een onderzoek uitgevoerd in 1978: "de zogenaamde zuidvleugel-studie" werd door extrapolatie van gegevens voorspeld dat er in 1984 maarliefst 1.550 motor voertuigen als doorgaand verkeer in Prinsenbeek kunnen worden aangemerkt, waarvan 10% vrachtauto's. In werkelijkheid bleek in 1960 het aantal motor voertuigen doorgaand verkeer al meer dan 4.000 te bedragen. Een bewijs hoe men zich destijds heeft vergist in de toename van het doorgaand verkeer. In het Verkeersplan Prinsenbeek stond ook het volgende: "Indien het aandeel door gaand verkeer niet hoger is dan circa 20% dit op de lokale hoofdwegen niet tot problemen behoeft te leiden en dat dit dus geaccepteerd kan worden. De situatie in Prinsenbeek wijkt in ciit opzicht echter sterk af van wat acceptabel is". Het Verkeersplan geeft ook =an dat er op dit moment 7.300 motorvoertuigen via het Velsgoed passeren en dat alleen al door de herinrichtingsplannen van Markt en toeloopstraten dit aantal tot over de 10.000 zal gaan stijgen. Dit terwijl er al in 1983 door het Bureau Van Heesewijk in de eerder besproken Verkeersstructuurschets werd aangegeven dat de aanvaardbare capaciteit die op basis van de omgeving van iet Velsgoed gesteld zou moeten worden op circa 8.000 motorvoertuigen per etmaal. Tijdens een eerste bespreking van het Verkeers plan Prinsenbeek op 6 januari 1987 bleek dat eigenlijk niet specifiek naar de oplossingen voor het doorgaand verkeer was gezocht. Dat lag buiten de opdracht volgens de heer Zeldenrust, directeur van het bureau, doch hij was wel in staat en bereid om alsnog een korte notitie ad f. 5.000,— op te stellen waarin naar oplossingen voor het belemmeren en/of weren van doorgaand verkeer zou worden gezocht. De aanvullende notitie werd binnen enkele weken geleverd en thans ligt het Verkeersplan plus aanvullende notitie ter bespreking voor. Vorige maand heeft de raad een voorlopig krediet van f. 40.000,— gevoteerd voor de verdere uitwerking van de voorgestane maatregelen op de wegen Velsgoed, Heikantse- straat, Schutsestraat, Molenstraat en Vianendreef, zoals dat tot uiting komt in het Verkeersplan Prinsenbeek. De maatregelen die in het aanvullende rapport doorgaand verkeer in Prinsenbeek worden gedaan neemt het college echter niet over en dat bevreemdt zijn fractie in hoge mate. Het Bureau voor Ruimte lijke Ordening uit Vught is een gerenommeerd bureau waarbij mensen vanuit diverse disciplines samenwerken om vooral gemeenten te adviseren op het gebied van zaken betreffende ruimtelijke ordening en verkeer. De laatste jaren heeft Prinsenbeek meerdere malen daarvan dankbaar gebruik mogen maken, zij het tegen een behoorlijke vergoeding, van de diensten van dit bureau. In de aanvul lende notitie wordt duidelijk en zonneklaar geconcludeerd dat "het mogelijk is op de Strijpenseweg een maatregel uit te voeren, waardoor het doorgaand verkeer geweerd zal worden. Naar verwacht zal de overlast die door de uit- voering van deze maatregel voor inwoners van Prinsenbeek ontstaat in omvang zeer gering zijn. Daar staat echter ook voor deze inwoners het voordeel van een veel lagere verkeersintensiteit, geluidshinder en veiligheid tegenover". Na al die jaren eindelijk eens een concrete en duidelijke maatregel die wordt voorgesteld door een deskundig verkeersbureau. Bovendien hoeft men ook niet bang te zijn voor tegenwerking van de provincie. In het rapport staat namelijk "Het treffen van maatregelen op deze wegen om doorgaand verkeer te weren past dus niet alleen in het provinciaal beleid maar moet zelfs als een voorwaarde worden gezien om het provinciaal beleid tot uitvoering te kunnen brengen". Niets staat het gemeentebestuur in de weg om na al die jaren eindelijk eens iets effectiefs en concreets te doen om het doorgaand verkeer te weren, zou men denken. Maar wat gebeurt er? Tijdens een eerste overleg met de rijkspolitie blijkt dat deze niets voelt voor de harde maatregel omdat ernstig getwijfeld wordt of het beoogde effect wordt bereikt, de verkeersveiligheid op de Strijpense weg in het geding is en het vrachtverkeer met deze maatregel niet wordt tegen- gegaan. De rijkspolitie boort het plan van het verkeersbureau in het eerste overleg direct de grond in en het college neemt deze vernietigende conclusie van de rijkspolitie direct en graag over. Dat betekent dat het college er in -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 103