Omdat het moeilijk is om als éénmans fractie een motie in te dienen, verzoekt hij één van de grotere partijen om te komen tot een motie terzake. De locatie aan de Schoolstraat is niet geschikt omdat het een vrij enge plaats is. Het Tournooiveld heeft zijn voorkeur. Gertrudisoord niet, omdat daar eigenlijk al een vrij groot cluster bejaardenwoningen is en daar moeten niet nog meer woningen bijgebouwd worden. De voorzitter vraagt of hij het verzoek van de heer van Trotsenburg mag vertalen als een voorstel. De heer van Trotsenburg gaat hiermee akkoord. De voorzitter vraagt of dit voorstel de ondersteuning krijgt van minstens twee col lega's, zodat dit voorstel onderwerp van gesprek kan zijn. De heer Verpaalen vraagt of zoiets al ooit eerder is gevraagd bij de provincie of is dit iets unieks? De voorzitter weet dit niet. Hij heeft geconstateerd dat de raad akkoord gaat met de voorstellen van het college, waarbij de voorkeur met betrekking tot de lokatie van de te bouwen woningen ten behoeve van ouderen uitgaat naar het Tournooiveld. Dit zal ook bij de procedures gemakkelijker zijn dan bijvoorbeeld de Julianalaan. Het college is van oordeel, en dit zal ook worden verwerkt in de nota van aanbieding bij de begroting 1988, dat wanneer daar een aantal woningen voor ouderen zaf kunnen worden gebouwd, de Woningstichting zal worden gevraagd om daar aanpasbare woningen neer te zetten. Het verschil tussen aanpasbare woningen en aangepaste woningen is het volgende. Aanpasbare woningen moeten eveneens binnen de curveprijs gebouwd kunnen worden. Wanneer dit in twee lagen is, dan moet er wel een lift komen. Vanmorgen heeft hij nog vernomen dat ook het provinciaal opbouworgaan Noord-Bra bant stelt, dat de vergrijzing in Nederland al toeneemt. Voornamelijk in de grote steden en in de forensen-gemeenten. Het gemeentebestuur speelt hierop al sterk in door bijvoorbeeld renovatie en de bouw van aanpasbare woningen. Het college is van mening dat er de eerstkomende jaren vermoedelijk geen behoefte meer zal zijn aan bejaardenwoningen. De druk op de bejaardenoorden hier of elders zal dan - naar ver wacht - wel afnemen. Een dergelijk geluid als dat van de heer van Trotsenburg had spreker wel verwacht. Het probleem van onze gemeente, het Stadsgewest Breda en andere Stadsgewesten is het volgende. Het provinciaal bestuur, hand in hand gaande met de centrale directie volkshuisvesting in 's-Hertogenbosch, hanteert twee normen in het kader van de hele invulling van de ruimtelijke ordening, dus de volkshuisvestings- problematiek. Dat is op de eerste plaats het groeiklassebeleid. Prinsenbeek behoort met Teteringen en Nieuw-Ginneken tot het stadsregionaal gebied. Kleine stadsrandge meenten mogen niet veel groeien en de grote gemeenten moeten daarentegen extra groeien. Vandaar de extra impulsen. De tweede norm die gehanteerd wordt is het richtgetal. Het door de provincie voor elke gemeente vastgestelde richtgetal is er om juist te voorkómen dat de gemeenten erg veel gaan bouwen, waardoor met name de andere gemeenten i.e. de grote steden minder zullen kunnen bouwen, leder jaar verkrijgt elke provincie een kwantum woningen, gebaseerd op woningmarktonderzoek enz. Dat kwantum is onderverdeeld in sociale woningbouw, premiewoningen en vrije sector woningen. De sociale woningbouw speelt bij het rijk niet zo zwaar omdat die gefinancierd moet worden uit geldleningen. De premiebouw speelt bij het rijk, i.e. de rijksbegroting van Volkshuisvesting, een enorme rol. De provincie verdeelt het kwantum onder de onderscheiden stadsgewesten. Het Stadsgewest Breda krijgt een kwantum woningen van circa 2.500 a 2.600 woningen per jaar, onderverdeeld per sector. Het Stadsgewest moet die in goed overleg met de gemeenten verdelen. Wanneer dit maar lukraak zou geschieden dan kregen de grootste gemeenten het meeste. Breda heeft nooit het meeste genomen, zodat zij nu extra krijgt. Kortom er wordt getracht ieder het zijne of het hare te geven. Een gemeente die verder van de stad af ligt en waar praktisch geen immigratie plaats vindt, heeft minder behoefte aan woningen, dan een stadsrandgemeente. Spreker heeft er in de R.V.C. de laatste tijd continue op gewezen dat, hoewel uit de onderzoeken blijkt dat de gemeente Prinsenbeek meer dan 10% behoefte zou hebben aan sociale woningbouw, er veel meer behoefte is aan premie A-woningen. De afgelopen jaren vindt er hier een doorstroming plaats van woningwet naar premie A en B bouw. De woningmarktonderzoeken worden ook ieder jaar bijgesteld. Binnen het voor Prinsenbeek vastgestelde richtgetal van 57 voor het komend jaar moet worden geprobeerd er uit te halen wat er in zit, naar gelang de -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 127