-14- beschikking om geen overgangsfinanciering toe te kennen van 29 september 1987 hebben wij onlangs beroep bij de Kroon ingesteld. Wij menen op diverse gronden de beschikking van de staatssecretaris, waarbij gesteld is dat de over- gangsfinancieringsregeling niet van toepassing zou zijn op dit gebouw, te kunnen bestrijden. Enerzijds op administratieve, anderzijds op bouwkundige gronden. Wij betwijfelen de rechtsgeldigheid van de overgangsfinancieringsregeling. De staatssecretaris gaat ervan uit dat hier sprake is van een noodgebouw. Als deze stelling juist zou zijn, is de handelwijze van de staatssecretaris niet overeenkomstig het bepaalde in het Bekostigingsbesluit Wet op het Basisonder wijs. Dit besluit voorziet namelijk niet in de mogelijkheid de stichtingskosten vergoeding voor noodgebouwen, om welke vergoeding het gaat, voortijdig te beëindigen. Indien de overgangsfinancieringsregeling wel als rechtsgeldig wordt geaccepteerd, zijn door ons in beroep argumenten aangevoerd op grond waarvan 't Beekje wel onder de regeling valt. Dit gebouw wordt door ons niet als een noodgebouw gekwalificeerd omdat: 1. een afschrijvingstermijn van 25 jaar is aangehouden; noodlokalen worden in maximaal 15 jaar afgeschreven; 2. destijds de Inspectie van het Onderwijs het bouwtype van deze school heeft aanvaard als een duurzame vervanging van permanente bouw, en dus niet als noodbouw; 3. noodgebouwen en -lokalen onderscheiden zich verder door een andere fundering van semi-permanente en permanente gebouwen, 't Beekje heeft een betonnen draagvlak en stenen kopgevels. Op grond van deze omstandigheden van bouwkundige aard hebben wij in beroep aangevoerd dat er sprake is van een permanent schoolgebouw en dan is de overgangsfinancieringsregeling wel volledig van toepassing en hebben wij recht op de rijksvergoeding gedurende twee jaar na het leegkomen van dit gebouw. Wij wachten de beslissing op het ingestelde beroep af. De aantekening van het C.D.A. waarbij deze fractie ervan uitgaat dat de school "De Beemden" binnen redelijke termijn een oplossing zal vinden voor haar huisvestingsprobleem, is, indien deze aantekening als vraag bedoeld is, niet te beantwoorden op dit moment. Informatie bij de directie van De Beemden heeft niet meer opgeleverd dan de constatering dat bij het ministerie waar een aanvrage voor uitbreiding van de school is ingediend, nog niet op dat verzoek heeft gereageerd. Enig bericht hierover verwacht de directie in de loop van november. We moeten dit verder afwachten. Basiseducatie. De P.v.d.A.-fractie vraagt in de eerstvolgende vergadering van de raad de statuten van de Stichting Vedel voor te leggen. Dit was reeds door ons toege zegd en in de vergadering van 4 november zullen deze voorliggen. Vanzelf sprekend hopen wij met de V.V.D. dat de basiseducatie zal aanslaan bij diegenen waarvoor zij opgezet en bestemd is. Ouderenbeleid. De constatering van de C.D.A.-fractie dat het ouderenbeleid een belangrijk aandachtsterrein binnen de welzijnssector is, heeft onze volledige instemming. Tevens onderstreept deze fractie in positieve zin het werk van de Stichting Welzijn Ouderen en heeft een dagverzorgingsverblijf voor ouderen haar positieve belangstelling. Vragen worden gesteld over de haalbaarheid en de lokatie van zo'n verblijf, en verder over de contacten die er hierover met andere instanties zijn geweest. De P.v.d.A.-fractie constateert dat we ons met betrekking tot een dagverzor gingsverblijf niet alleen door gevoelens moeten laten leiden. Een terechte opmerking, want de materie is zoals de P.v.d.A. constateert, vrij complex. Beide fracties raken met deze zaken aan het gemeentelijk beleid voor ouderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 208