-9-
de dekkingspercentages maar voor twee jaar vast te stellen. Zekerheid naar
de verenigingen toe, is wenselijk maar in deze tijd waarin ook de financiën
van zowel de gemeente als de verenigingen onder druk staan, vindt haar fractie
vier jaar een te lange periode. Haar fractie wil hierover over twee jaar opnieuw
discussiëren, zodat eventuele wijzigingen tijdig aangebracht kunnen worden.
De heer van der Hilst zegt dat in mei 1983 de toenmalige raad een berekenings
systeem heeft vastgesteld voor wat betreft de huurprijzen van gemeentelijke
accommodaties. Dat is in 198^ ingevoerd. Deze periode loopt eind 1987 af.
Nu de vier jaren verstreken zijn, zou ook het berekeningssysteem opnieuw bekeken
kunnen worden c.q. veranderd. Zijn fractie heeft op dit moment niet de behoefte
om dat te doen en wil dit berekeningssysteem ook als uitgangspunt blijven
hanteren voor de komende vier jaren. Hij zegt met nadruk de komende vier
jaren, want zijn fractie vindt het toch wel belangrijk dat de verenigingen enige
zekerheid krijgen voor de komende vier jaren en dat het niet na twee jaar
wordt verhoogd. Zoals zijn fractie ook al heeft aangegeven in de algemene
beschouwingen is men wat minder pessimistisch over de toekomstige te verwach
ten begrotingstekorten dan het college. Men weet nooit wat er verandert in
vier jaar, maar zijn fractie is altijd een beetje optimistisch. Daarom wil hij
ook voorzichtig zijn met eventuele verhogingen op grond van toekomstige ontwik
kelingen. Als de nota's van aanbiedingen van de afgelopen tien jaar worden
bekeken, dan staat er op welke eerste bladzijde dat het nu nog goed gaat maar
straks wellicht niet. Wat het overzicht van kosten en opbrengsten alsmede het
voorstel dekkingspercentages betreft het volgende. Zijn fractie heeft wat moeite
met de voorgestelde verhoging voor wat betreft de Viersprong. De energiever-
bruikskosten bedragen daar f. 10.000,—. Deze kosten worden volgens zijn
fractie mede veroorzaakt door de slechte staat van het gebouw en dan met
name de slechte isolatie. Zijn fractie vindt dat de verenigingen die van dit
gebouw gebruik maken niet mogen worden opgezadeld met de voorgestelde
verhoging omdat dit voor een deel buiten hun schuld wordt veroorzaakt. Hij
verzoekt het college daarom ook dringend om ten aanzien van de Viersprong
tot een oplossing te komen teneinde te komen tot een tariefsbijstelling.
De heer van Geel zegt dat zijn fractie sympathiek staat tegenover het idee
om te komen tot een beleidslijn voor vier jaar. Maar zijn fractie wil daar
graag aan koppelen dat dit elk jaar opnieuw geëvalueerd wordt. De looptijd
bedraagt vier jaar. Er zijn afspraken gemaakt waar men in vier jaar naar toe
wil, maar men kan niet de tarieven voor vier jaar vaststellen zonder ieder
jaar de consequenties voor de verschillende onderdelen van deze lijst te over
wegen. Zijn fractie zou dat graag in het vervolg tegelijkertijd met de subsidies
behandeld willen zien, zodat eventueel - mocht blijken dat door verandering
in de huurprijzen het subsidiebedrag voor een club of vereniging veranderd moet
worden - dit dan gelijktijdig met het vaststellen van de subsidies bekeken kan
worden. Niet in de ene vergadering de subidies en een maand later de huurprijzen
vaststellen, want dan heeft men de subsidies voor dat jaar niet meer in de
hand. Graag gekoppeld en dan per jaar.
Wethouder Dirven zegt dat mevrouw Overboom gelijk heeft. Wanneer in de
commissievergadering geconstateerd wordt dat de voorstellen van 1983 onvol
doende bekend zijn in verband met het grote aantal nieuwe raadsleden, dan
had dit beter omschreven moeten worden. Maar hij denkt dat dit ondertussen
allemaal weer in orde is, omdat iedereen het voorstel van 1983 is toegezonden.
De suggestie wordt wel overgenomen. Het voorstel van het veranderen van
de vier jaar in twee jaar wil hij koppelen aan de vraag van de heer van Geel.
Een evaluatie ieder jaar is een goede zaak, zeker in een tijdperk van financiële
bijstelling. Dit ondanks het optimistisch geluid van de P.v.d.A. Voorlopig zal
door moeten worden gegaan met bezuinigen. Dat betekent in de praktijk dat
er zal moeten worden geëvalueerd. Als aan het besluit een periode van 2 jaar
wordt vastgekoppeld, dan ontstaat wel het probleem, dat de verenigingen ook
recht hebben op zekerheid. Het positieve resultaat van de afgelopen vier jaar
is, dat de verenigingen weten waar ze aan toe zijn. Als een vereniging moet
bezuinigen dan is dat wei op te brengen, ais er meer moet worden opgebracht