Er is nu een deskundige commissie ingesteld waarvan één lid aangewezen door
de Grontmij, één lid door het Stadsgewest, die dan samen een derde lid aanwijzen.
Deze commissie zal proberen een precieze besluitvorming te begeleiden. Ook
zal daarbij betrokken worden de fase nadat de stortlokatie Bavel/Dorst gesloten
is. Dan is er nog een geruime periode nadien waarbij afvalwater uit die stort
plaats voor het grondwater bepaalde consequenties zou kunnen hebben.
Er was een voorstel voor het opstellen van een sociaal-economisch activiteiten
overzicht. Het jaarverslag van de R.V.C. werd voor kennisgeving aangenomen.
Nogal uitvoerig is van gedachten gewisseld over de status van de Regionale
Voikshuisvestingscommissie. Binnen het kader van een goed functionerend porte-
feuillehoudersoverleg komt een regeling tot stand voor wat betreft de contigente-
ring voor de woningbouw. Daarbij is het niet uitgesloten dat de commissie ook
nog wat regelt. De stadsgewestelijke raad heeft wel een uiterst positief oordeel
over de Regionale Volkshuisvestingscommissie maar zou toch graag, waar de
werkzaamheden verder gaan dan het contigenteringsbeleid, inhoudelijk van gedach
ten wisselen over de taakafbakening.
Aan de orde was een voorstel tot verbouwing van het deel van het pand aan
de Schorsmolenstraat waar het Stadsgewest is gehuisvest en dat vrij gekomen
is, omdat de tandheelkundige verzorging daar niet meer in gehuisvest is. Deze
verbouw is nodig om de AC/CPA maar ook om het gehele secretariaat van
het Stadsgewest aan de Schorsmolenstraat zo goed mogelijk te kunnen laten
functioneren. De overige punten die aan de orde kwamen waren minder belangrijk.
De heer Schreiner vraagt wanneer het onderzoek naar recycling van het huisvuil
gereed moet zijn. Gesproken wordt over 1990 of 1992 voor wat betreft de
sluiting van stortplaats Bavel/Dorst, dus over 3 jaar op zijn vroegst en over
3 jaar op zijn laatst. Als tot recycling wordt overgegaan, dan zal de bouw van
de installatie ook nog enige tijd vergen. Tevens zou hij graag weten hoelang
de waterzuiveringskosten na sluiting van de stortplaats Bavel/Dorst nog doorlopen.
Wanneer is het onderzoek klaar naar de kosten van de waterzuivering. Dit
heeft allemaal te maken met de kosten die de gemeente moet doorberekenen
naar de burgers.
De heer Roeien deelt mede dat ook de provincie een onderzoek naar de recycling
van huisvuil instelt om tot een nieuwe inrichting van het provinciaal afvalstof-
fenplan te komen. Het stadsgewestelijk onderzoek beoogt een vijftal fasen,
waarbij het licht op groen gezet is voor een viertal fasen. Die eerste vier fasen
wil men nog in 1987 afronden.
Deze vier stappen zijn:
inventarisatie van de feitelijke situatie binnen het Stadsgewest;
aktueel inzicht in de technisch financiële milieuaspecten en ontwikkelingen;
studie mogelijke lokaties en toetsing daarvan (in Zevenbergen is de studie
al verricht);
keuze van lokatie in samenhang met de kosten van inzameling, transport
en verwerking.
De vijfde fase houdt in een planologische, technische en financiële voorbereiding
om tot uitvoering van de keuze te komen. Voordien echter komt die zaak weer
aan de orde in de stadsgewestelijke raad.
Wat betreft de kosten van waterzuivering, is in de maanden september en januari
op bestuurlijk niveau getracht tot overeenstemming te komen. In het voorstel
wordt niet duidelijk aangeduid op welk moment de arbitrage verricht zal zijn.
Na afronding van de arbitrage komt er een nader voorstel. Ten aanzien van
de verrekening van de kosten achteraf, nadat de stortplaats gesloten is en in
de afbouwfase, staat niet nadrukkelijk aangeduid het aantal jaren waarover
de kosten betaald moeten worden. Zover hem uit anderen hoofde bekend is zou
daar 10 jaar ingevuld moeten worden, hoewel de heer Dirven meent dat het
2 jaar meer is. Hij laat dat echter voor diens rekening. Deze zaak komt ongetwij
feld nog terug in de stadsgewestelijke raad en hij hoopt dat degene die zijn
werk voort zal zetten dit bij de behandeling in gedachten houdt.