te stellen per agendapunt daar het nodige over te zeggen. Niet met de commissie
in discussie te gaan maar wel aanvullende informatie te verschaffen, zodat
besluitvorming zo volledig mogelijk kan zijn. Dat draagt naar zijn oordeel werke
lijk bij tot goede besluitvorming. Zijn fractie kiest heel nadrukkelijk daarvoor.
Het vragenhaifuurtje kan buiten de raadzaal onder het genot van een kopje
koffie altijd nog, want zodra de raadsvergadering gesloten is en het college
vertrekt, dan is niet meer bij elkaar: de gemeenteraad, maar er zitten dan
nog 13 leden van de gemeenteraad. Wanneer men persisteert bij het in stand
houden van het vragenhaifuurtje, dan vindt zijn fractie dat het reglement maar
volledig in tact moet blijven en de verruiming bij het commissieberaad niet
ingesteld moet worden.
De heer van Trotsenburg zegt dat zijn fractie geheel staat achter het voorstel
van het C.D.A. Hij is ook van mening dat het vragenhaifuurtje niet voldoet
aan hetgeen er van werd verwacht. Onder het koffiedrinken kan men rustig
met elkaar praten en kan alle informatie gegeven worden die men wil hebben.
Ook staat hij een koppeling voor met punt 5. Daardoor kunnen de burgers volledig
voorgelicht worden over de problemen die zij kunnen hebben met bepaalde
agendapunten.
De heer van Geel zegt dat inspraak door de bevolking een groot goed is. De
gekozen raadsleden hebben op het moment dat zij gekozen worden, als het
ware een mandaat gekregen en behoeven tussentijds aan de bevolking geen
verantwoording af te leggen. Maar men zit niet voor zichzelf hier maar namens
degenen die de raad hebben gekozen. Het is goed naar hen te luisteren zowel
vooraf als achteraf. Vooraf omdat er dan mogelijkheden zijn voor de bevolking
om daadwerkelijk mee te praten over alle zaken die hier in de raadzaal bespro
ken worden. Alle raadsbesluiten worden vooraf besproken in de commissies
en in het voorliggende voorstel wordt het meepraten in de commissies verruimt.
Zijn fractie is blij dat deze mogelijkheden beschikbaar komen. Jammer vindt
zijn fractie het dat de commissievergaderingen zo weinig bezocht worden.
Misschien dat een uitgebreidere toelichting in de plaatselijke media over de
te bespreken onderwerpen meer mensen zal interesseren en hen doet besluiten
tot een bezoekje en mee te praten. Maar ook achteraf zouden alle genomen
besluiten bespreekbaar moeten zijn. Bij een ideaal vragenhaifuurtje zou volgens
zijn fractie - zoals ook door de P.v.d.A. is gezegd - de voltallige raad en het
college van burgemeester en wethouders aanwezig zijn na afloop van de raads
vergadering. Iedereen op de publieke tribune die een vraag wil stellen naar
aanleiding van de agenda, stelt die vraag aan de voorzitter, en zegt daarbij
aan wie om verduidelijking wordt gevraagd. De raadsbesluiten zijn dan natuurlijk
al genomen en zijn onherroepelijk. De raadsleden noch het college kunnen op
het matje worden geroepen. Er kan alleen maar om verduidelijking worden
gevraagd of een nadere uitleg. Men moet dit zien als een klein stukje service
aan de bevolking. Noch de voorzitter noch de raadsleden spreken op zo'n moment
als voorzitter of lid van de raad. De officiële raadsvergadering is dan immers
al voorbij. Dat sluit toch niet uit dat er dan toch zaken bespreekbaar zijn en
verduidelijkt kunnen worden. De hoor- en wederhoormogelijkheden bij commissie
vergaderingen zijn natuurlijk van een geheel andere aard dan het vragenhaif
uurtje. Het standpunt van het C.D.A. en de V.V.D. om deze twee zaken gekoppeld
te bespreken, slaat nergens op. Het lijkt erop dat men bang is voor overdaad.
Als men een voorafje neemt krijgt men voor straf geen toetje. Als je toch
een toetje wil hebben mag je geen voorafje nemen. Doe als in een goed restau
rant. Laat de mensen die dat nodig vinden eens zelf kiezen uit de beschikbare
mogelijkheden, zolang ze zich maar aan het menu houden. Zijn fractie vindt
tezamen met de P.v.d.A. dat het belang van de gemeenschap gebaat is met
een zo groot mogelijke openheid. Ook achteraf in de raadzaal.
De voorzitter zegt dat over deze zaak in de openbare commissievergadering
uitvoerig van gedachten is gewisseld en daar is met name door de vertegenwoor
diger van de P.v.d.A. gepoogd te ontzenuwen de motieven welke voor het college
-6-