8. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit tot herziening van
het bestemmingsplan Moleneind.
De voorzitter zegt dat in het voorstel op de eerste regel "1987" gewijzigd moet
worden in "1986". Inmiddels is de verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde
Staten ontvangen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
9. Mededeling inzake bestemmingsplan "Woongebied".
Volgens de voorzitter heeft de pers hieraan de nodige aandacht besteed. In
de openbare commissievergadering algemene zaken werd reeds toegezegd dat
door het college zal worden bezien of en zo ja op welke wijze aan de beide
reclamanten tegemoet zal kunnen worden gekomen in hun bezwaar.
De heer de Hoon merkt op dat mogelijke financiële gevolgen van deze omissie
waarschijnlijk voor rekening komen van de provincie.
De voorzitter zegt dat uit de verslagen al gebleken is dat op instigatie van
i de heer Roeien al een démarche is ondernomen op het provinciehuis om dit
te bepleiten. Het college gaat ervan uit dat de positieve effecten straks het
gevolg zullen zijn van het pleidooi dat daar gehouden is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens de mededeling voor kennis
geving aangenomen.
10. Voorstel tot verkoop van bouwgrond op het bedrijventerrein De Lind.
De fractie van de heer Roeien kan zich met dit voorstel verenigen. Voor hem
persoonlijk ligt dat wat anders, omdat hij het bij kavels van minder dan 1000 m2
niet in overeenstemming acht met de ontwikkeling van een bedrijventerrein
om daar een bedrijfswoning te bouwen. Het risico is erg groot, dat op deze
wijze erg snel een bedrijventerrein vol is gebouwd en dat van provinciale instan
ties geen medewerking wordt verkregen om dat te vergroten. Dat betekent,
dat op termijn werkelijke knelpunten niet meer opgelost kunnen worden. Daarom
moet hij tégen dit voorstel stemmen. Een oppervlakte van 631 m2 voor een
woning met een erf en dan nog spreken over het inrichten van een bedrijf is
te kleinschalig, ook al is het bedrijventerrein kleinschalig.
De heer van Trotsenburg heeft begrepen dat met de verkoop van dit perceel
grond op het bedrijventerrein de mogelijkheden nu vrijwel uitgeput zijn. Door
hem is reeds in de commissievergadering de vraag gesteld wat er nu moet
gebeuren. Het zou toch jammer zijn als de kleinschalige bedrijven in Prinsenbeek
naar elders verdreven zouden worden omdat er geen plaats meer is. Hij zou
er bij het college op aan willen dringen om uit te kijken naar nieuwe grond
waarop kleine bedrijven zich kunnen vestigen. Op het bedrijventerrein in Breda
nabij het station mogen alleen bouwwerken van drie lagen gebouwd worden
en is dus alleen voor grote bedrijven.
Wethouder Houtepen respecteert het bekende standpunt van de heer Roeien.
De suggestie van de heer van Trotsenburg wordt voor kennisgeving aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten. De heer Roeien wordt
geacht te hebben tegengestemd.
-11-