zorg van deze aanvraag kennis genomen en heeft tegen een eventuele afgifte van een hinderwetsvergunning ernstige bezwaren. Deze bezwaren zullen tevens in een bezwaarschrift aan het college van burgemeester en wethouders worden samengevat. Allereerst moet worden gesteld dat uit planologische overwegingen een vestiging als het onderhavige volstrekt onaanvaardbaar is. Het perceel is gelegen tegen het recreatiegebied Liesbos en heeft uit dien hoofde een zeer kwetsbare ligging. Het ware meer dan wenselijk dat uit een oogpunt van ruimte lijke ordening de vestiging wordt tegengegaan. Het gemeentebestuur van Prinsen beek vertrouwt erop dat dit middel wordt aangegrepen. Indien zulks niet mogelijk zou zijn, en dat zou het gemeentebestuur toch ten zeerste verbazen, dan zou in ieder geval de gevraagde hinderwetsvergunning niet verleend kunnen worden omdat naar het inzicht van het gemeentebestuur door het stellen van voorwaar den niet aan de op de volgende punten te verwachten overlast kan worden vol daan. Ten eerste: de visueje hinder van ernstige aard: voor de omwonenden en voor de bezoekers van het Liesbos ontstaat er een grote mate van visuele hinder, welke gelet op de aard van de omliggende agrarische en natuurgebieden volstrekt ontoelaatbaar is. Door het stellen van voorwaarden is aan deze ernstige overlast niet tegemoet te komen. Ten tweede: de verkeersveiligheid is wezenlijk in het geding. Ter plaatse is een spoorwegovergang aanwezig. Door de gevraagde opslag zal het uitzicht op de spoorweg ernstig afnemen. Veel inwoners uit Prin senbeek maken van deze spoorwegovergang gebruik om een bezoek aan het Liesbos te brengen. Vooral voor kinderen ontstaat een niet te overziene situatie. Ten derde: papieropslag leidt tot een brandgevaarlijke situatie. Zulks is in relatie tot de spoorlijn, de spoorwegovergang en niet te vergeten het Liesbos in de onmiddellijke nabijheid volstrekt onacceptabel. Ten vierde: de kans op rondvlie gend papier of plastic afval, zogenaamd zwerfvuil: mede als gevolg van het feit dat ons land regelmatig geteisterd wordt door stormen en harde winden moet gevreesd worden voor verontreiniging van de directe leefomgeving en van de omliggende, zeer belangrijke tuinbouwgebieden, met alle gevolgen van dien voor de gewassen. Ten vijfde: het af- en aanrijden van vrachtwagens leiden tot verkeersgevaarlijke situaties. Mede ook in verband met de zich ter plaatse bevindende spoorwegovergang. Ten zesde: papieropslag in de buitenlucht betekent onherroepelijk dat zich een rottingsproces voordoet, zulks betekent onaanvaard baar stankoverlast en trekt ongedierte aan. Alles overziende is het gemeentebe stuur van Prinsenbeek van mening dat het uit milieu-hygiënisch oogpunt onaan vaardbaar is de gevraagde vergunning te verlenen. Ook door het stellen van voorwaarden kan aan de te verwachten hinder c.q. ernstige overlast niet tegemoet gekomen worden. De gevraagde vergunning zal derhalve moeten worden gewei gerd." Dit is op 13 april j.l. gebeurd. De voorzitter leest de door de heren Lotstra, Verpaalen en van Geel ondertekende en door de heer van Trotsenburg mondeling gestemde motie voor, welke als volgt luidt: De raad van de gemeente Prinsenbeek, in vergadering bijeen op 23 april 1987; Kennis genomen hebbende van het feit dat de heer A.A. van Puyfelik te Breda, een verzoek heeft ingediend tot afgifte van een vergunning ingevolge de hinder wet voor de opslag van papierafval en afvalplastic in pakketvorm, op een terrein, gelegen aan de Groenstraat en direct grenzend aan de spoorlijn Breda - Roosen daal v.v. en aan het grondgebied van Prinsenbeek. OVERWEGENDE, Dat uit planologische overwegingen een inrichting voor de opslag van papierafval en afvalplastic in pakketvorm op het onderhavige terrein volstrekt onaanvaard baar is. Dat vanuit een oogpunt van ruimtelijke ordening de vestiging van de onderhavige inrichting moet worden tegen gegaan. -26-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 76