-29-
die dan ook besloten dient te zijn. Hij heeft in de commissie algemene zaken
aan de voorzitter gevraagd om over deze indringende problematiek in besloten
heid van gedachten te wisselen. Als dat niet correct in de hand wordt gehouden,
dan ontstaan de meest rare ontwikkelingen.
Wethouder Dirven geeft de heer Roeien volkomen gelijk. De beslotenheid was
aanwezig. Er was één raadslid bij aanwezig die niet in de commissie zitting
had maar er waren geen buitenstaanders aanwezig. Er is van tevoren gevraagd
of dat raadslid daarbij aanwezig mocht zijn. Hij heeft "ja" gezegd, maar dat
is ook de laatste keer.
De heer Roeien beluistert van zijn fractiegenoten dat er niet nadrukkelijk gezegd
is dat de openbare vergadering werd gesloten en dat er nog een besloten gedeelte
is. Het hoort zo te functioneren dat het openbare gedeelte wordt afgesloten,
alle aanwezigen - ook al zijn het raadsleden - doen dan niet meer mee. Zo zijn
de spelregels afgesproken. Als men zich daar niet aan houdt, moet men niet
over een besloten vergadering spreken.
De heer van Geel hoort nu iets nieuws, want de vergadering zou besloten zijn
ondanks het feit dat er nog een ander raadslid bij aanwezig was. Er is nergens
afgesproken dat andere raadsleden uitgesloten zouden zijn van besloten vergade
ringen. Die vergadering was niet besloten want er was nog een ander persoon,
wie dat dan ook was, bij aanwezig.
Wethouder Dirven zegt dat op dat moment een raadslid dat hier aanwezig is,
vroeg of hij er bij mocht blijven. Hij heeft daartegen "ja" gezegd. Als hij dan
de woorden: "alles wat hier besproken wordt moet wel binnen deze muren blijven"
gebruikt dan is daarmee heel duidelijk het karakter van een besloten vergadering
aangeduid.
Volgens de voorzitter is het college bekend met de wijze van handelen in deze.
De heer van Geel vindt het jammer dat hij nog geen antwoord heeft gekregen
op de eigenlijke vraag.
De voorzitter zegt dat de heer van Geel wel antwoord heeft gekregen, maar
kan zich voorstellen dat het antwoord hem niet bevredigd.
De heer van Geel zegt dat geantwoord werd dat het op de lange termijn wordt
opgelost en dat kan nog jaren duren. Dat is veel te lang. Wanneer ergens 40
uur structureel werk aanwezig is, dan moet daar iemand voor ingeschakeld worden.
Dat is een zaak van normale arbeidsverhoudingen die geen jaren uitstel kan
dulden.
De voorzitter zegt dat hiervan notitie is genomen.
Ter gelegenheid van het afscheid van de heer Roeien wil hij nog het woord tot
hem richten.
"Geachte Heer Roeien,
Per 1 mei aanstaande verlaat u wederom als raadslid dit college. Ik benadruk
de term "wederom". Immers na een periode van ongeveer 16 jaar, waarvan 4
jaar wethouder, nam u op 26 augustus 1982 afscheid van deze raad; cumulatie
van functies in de bestuurlijke overheidssector was en is namelijk niet toegestaan
bij uw politieke partij.
Toen evenwel het C.D.A.-bestuur afd. Prinsenbeek na het overlijden van Mr.
3ansen wederom een beroep op u deed, bleek u - na verkregen ontheffing -
onmiddellijk en spontaan bereid diens plaats in deze raad in te nemen en het
fractie-voorzitterschap van het C.D.A. op u te nemen, daarmede die fractie
leidend.
Op uitdrukkelijk verzoek van het C.D.A.-bestuur afd. Prinsenbeek hebt gij u
ook wederom beschikbaar gesteld bij de vorming van de raad in zijn nieuwe
samenstelling, welke op 29 april 1986 werd geïnstalleerd.
Om u moverende redenen, zoals aangegeven in uw brief aan mij en uw collega's
d.d. 19 maart j.l. verkiest u toch een blijvend functioneren op provinciaal niveau
als lid van de Staten van Noord-Brabant.
U verlaat derhalve wederom deze raad en ik zeg u: ik vind dit erg jammer en
ik zal u ook zeggen waarom ik dat vind.