-30-
Bij uw afscheid op 26 augustus 1982 stelde ik, dat u op de uw geëigende wijze
en met de u geschonken bestuurstalenten en bekwaamheden zich gedurende de
afgelopen jaren had ingezet ten behoeve van Prinsenbeek en zijn inwoners; met
name op het terrein van algemeen bestuur en ruimtelijke ordening was u een
deskundig bestuurder, die respect wist af te dwingen.
Ik kan zulks nu slechts herhalen voor wat betreft de periode 25 april 1985 tot
op dit moment.
U stapte op 25 april 1985 in een op bestuurlijk niveau rijdende trein met in
haar bagageruimte een aantal vraagstukken van importantie; daarnaast moest
u aan een fractie leiding gaan geven, waarin vier van de vijf leden voor de eerste
periode "meedraaiden".
U bleek naast een goed en gemotiveerd teamleider ook nu weer zeer snel inge
speeld in de gemeentelijke problemen en u gaf zeer vaak waardevolle handreikin
gen aan burgemeester en wethouders en uw medecollega's. U verkreeg dan ook
alom waardering voor uw optreden.
Op 29 april 1986 nam u de leiding op u van een geheel vernieuwde fractie en
het moet ook nu weer gezegd: met groot verantwoordelijkheidsgevoel, tact en
deskundigheid.
Uw inbreng in commissoriale arbeid - en ik doel daarbij met name op de raadscom
missies algemene zaken, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en financiën -
en tijdens de beraadslagingen in de raad was er steeds een van constructief
inzicht, van vooruitziende blik en van een streven naar eensgezindheid binnen
deze raad.
U was nimmer kwetsend, slechts positief prikkelend.
En in alle eerlijheid zeg ik dan ook: ik acht het erg jammer dat u nu deze raad
verlaat.
Uiteraard met groot respect voor het feit, dat een bestuurlijk functioneren op
provinciaal niveau uw voorkeur heeft.
Ik ben u zeer erkentelijk voor al datgene, wat gij weer deze twee jaar hebt
willen doen en ook hebt gedaan voor en in het belang van Prinsenbeek.
Ik zeg u dank voor de open en eerlijke samenwerking, welke ik én als burgemeester
én als voorzitter van deze raad steeds van u heb mogen ondervinden.
Het ga u goed in het statenwerk."
De heer Oomen maakt graag van de gelegenheid gebruik om namens de C.D.A.-
fractie enkele woorden uit te spreken bij het afscheid van zijn fractievoorzitter
en collega de heer Roeien uit de lokale politiek. Hij zegt bewust "enkele" woorden
omdat intern, zowel bestuur als fractie, nog uitvoerig aandacht aan dit afscheid
zullen besteden. Hij heeft zich bij dit afscheid niet verdiept in de historie en
wel om de volgende redenen.Ten eerste maakt de lengte van de politieke loopbaan
van de heer Roeien zulks niet mogelijk, aangezien de dag voor hem ook maar
24 uur telt. Ten tweede is een analyse van de politieke loopbaan van de heer
Roeien op lokaal niveau dermate ingewikkeld en complex dat het zijn bevattings
vermogen te boven gaat. Ten derde is spreker zelf nog maar een korte periode
aktief bij de politiek betrokken. Hij wil zich dus beperken tot zijn eigen politieke
waarnemingsperiode van slechts een half decennium, waarbij hij vooral het laatste
jaar de mens in de politicus Roeien het best heeft leren kennen. Wat hem daarbij
opviel was de vasthoudendheid, de vastberadenheid, de politieke visie, een foto
grafisch geheugen, een grote kennis van zaken die de heer Roeien uitstraalde
tijdens zijn politieke werk. Van enige politieke slijtage was bij de heer Roeien
niets te merken. Elke raadsvergadering was voor de heer Roeien telkens een
nieuwe uitdaging. Enerzijds was de heer Roeien bestuurder van het mandaat.
Anderzijds was de heer Roeien ook de bestuurder waar de burger een klacht
kon deponeren als het putje van de riolering voor zijn voordeur verstopt zat.
Hij heeft de heer Roeien ook leren kennen als een formalist. De bestuurder
van de rechte lijn, a is a en b is b. Voor de heer Roeien waren er op het traject
tussen a en b geen punten aanwezig. Persoonlijk verdient hij op dat interval
zijn dagelijks brood, maar dat is terzijde. Het vertrek van de heer Roeien uit