per woningblok te concentreren. De heer Oomen wil zich distantiëren van de opmerking van de heer van Geel die de kleinere aantallen te bouwen woningen toeschrijft aan het vroegere beleid van het C.D.A. Als Breda als stedelijk knooppunt aangewezen zal worden, dan zijn er nog mogelijkheden voor Prinsenbeek om een graantje mee te pikken. Als Breda knooppunt zou worden en de overheid ook echt met geld over de brug komt en Breda meer faciliteiten krijgt, dan zou dat zogenaamde multiply-effect ook voor Prinsenbeek kunnen gelden. De voorzitter zegt uit de discussie in eerste termijn te hebben bemerkt, dat het college volledig aan de verlangens van de raad is tegemoet gekomen. Er is inderdaad een druk op de woningmarkt van Prinsenbeek. De leden van de com missie algemene zaken c.a. hebben inmiddels een notitie ontvangen, waaruit de nodige juiste en onjuiste conclusies getrokken kunnen worden. Daaruit blijkt onder meer dat één van de problemen in de gemeente Prinsenbeek daarin bestaat, dat er een aantal inwoners is, dat destijds grond gekocht heeft in deze gemeente en daarop een huis heeft gebouwd. Deze mensen wonen dan een x-aantai jaren in Prinsenbeek en komen volgens het puntensysteem in aanmerking voor grond van de gemeente en krijgen die ook binnen het kader van het richtgetal. De te verlaten woning wordt dan verkocht aan inwoners uit Breda of aan iemand uit de Randstad. Hiertegen is echter niets te doen. Naar de mening van spreker ook terecht, want er is ook nog zoiets ais een eigen domsrecht dat niet zomaar aangetast mag en kan worden. Het migratiesaldo wordt op deze wijze wel beïnvloed. Spreker heeft daarom in de openbare commissievergade ring van de R.V.C. op 30 juni j.l. deze zaak als het ware ten principale ter tafel gebracht. Het Stadsgewest is bereid om over deze problematiek een notitie samen te stellen. Het college blijft nog steeds bereid om starters op de woningmarkt te kunnen helpen en draagt dit probleem ook steeds weer aan. Vandaar dat de gemeente Prinsen beek nu vermoedelijk een extra contingent heeft toegewezen gekregen waar andere gemeenten jalours op zijn. De inhaalmanoeuvre begin jaren tachtig was mogelijk geweest totdat het moment kwam, dat de provincie hierdoor een streep haalde en stringent de richtgetallen ging hanteren. De aantallen voor de jaren 1992 en 1993 zijn inderdaad pover, maar daarvan heeft het Stadsgewest ook gezegd dat ze zeer voorlopig zijn. Het verzoek om bij de R.V.C. te blijven aandringen is beslist niet tegen dovemansoren gezegd zulks wordt ook door spreker continu gedaan. Uit de zaterdag-edities van kranten kan inderdaad worden vastgesteld dat er gemeenten zijn die een overschot hebben aan premie-woningen. Deze gemeenten hebben namelijk een positie waarbij de industrie een rol speelt en dan kan dat met zich brengen dat daarvoor woningen nodig zijn. Hierop beroept zich met name Rijsbergen. Het eventueel naar voren brengen van Breda als knooppunt kan met zich brengen dat omliggende gemeenten hiervan wellicht zouden kunnen medeprofiteren. De heer van Geel heeft niet gezegd dat het de schuld van het C.D.A. is dat het richt getal voor de woningen zo laag is, maar wel dat het de schuld van het C.D.A. is dat plan Schaapskooi destijds niet doorgegaan is. Daardoor is er een extra druk op de woningmarkt gekomen. Bij interruptie zegt de heer Oomen te kunnen proeven uit de woorden van de heer van Geel dat alles wat goed gaat in Prinsenbeek van Gemeenschapsbelang komt en dat alleswat mis gaat het C.D.A. op zijn geweten heeft. De heer van Trotsenburg zegt dat het meeprofiteren toch ook wel zal impliceren dat Prinsenbeek mensen van buiten recht zal moeten geven op de woningen. De voorzitter zegt dat het ook een uitbreiding van de werkgelegenheid met zich kan brengen en dan is de cirkel weer rond. De opmerking van de vorige spreker klopt inder daad. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 110