De achtergronden van dit agendapunt zijn erg complex en het woord privatisering leent zich al te snel voor een verkeerde interpretatie. Redenen genoeg om te stellen dat een wat uitgebreide analyse hier zeker op zijn plaats is. In vrijwel alle lokale, regionale en landelijke media werd en wordt de laatste jaren veel aandacht besteed aan het begrip privatiseren. De discussie over het fenomeen privatisering is vooral de laatste tijd in een stroomversnelling geraakt. Deze discussie wordt vooral ingegeven door het feit dat privatisering veelal wordt uitgelegd als synoniem voor afslanking van het overheidsapparaat en bezuiniging. De vraag dient zich dan ook aan of priva tisering niet in een ruimere context geanalyseerd dient te worden. De C.D.A.-fractie vind van wel. Spreker zal pogen om enkele uitgangspunten te formuleren die in de discussie betreffende de privatisering de nodige aandacht verdienen. Privatisering kan gebaseerd zijn op zuiver economische motieven. Hierbij zijn vooral de componenten winst c.q. verlies van belang. Privatisering kan ook gebeuren op basis van sociaal- culturele motieven. Men kan privatiseren op basis van een loyaliteitsverklaring met het kabinetsbeleid; als men vindt dat de omvang van het overheidsapparaat naar beneden moet. Privatisering kan ook ingesteld worden vanwege uitbreiding van het dienstbetoon aan de burger; privatisering vanwege het kwaliteitsaspect; betere service verlenen aan de burger die van de gemeentelijke diensten gebruik maakt. Privatisering kan men ook voorstaan wanneer men er van overtuigd is dat de overheid de hoeveelheid taken die zij de afgelopen decennia op zich heeft genomen, niet meer naar behoren kan uitvoeren. Tenslotte kan men privatisering ook gebruiken als een instrument om maatschappelijke verantwoordelijkheid te bevorderen en dit spreekt de C.D.A.-fractie aan. Het is misschien nuttig om het begrip privatisering eerst duidelijk te definiëren. Spreker verstaat onder privatisering "alle veranderingen in de voorzieningswijze van een dienst waarbij de inbreng van de overheid afneemt en die van de particulier toeneemt". Men dient zich terdege te realiseren dat men slechts die gemeentelijke taken kan afstoten die niet bij wet aan de lagere overheden zijn opgedragen. In de gegeven opsomming treft men argumenten aan die een studie naar privatisering van gemeente lijke taken rechtvaardigen. De uitkomsten van het privatiseringsonderzoek dienen echter getoetst te worden aan bepaalde criteria. Naar het oordeel van de C.D.A-fractie kunnen de volgende criteria daarbij van belang zijn. Het kostenaspect: afstoten van taken naar de marktsector, kan een belangrijk criterium zijn. Het personele aspect: zorgvuldig zal getoetst moeten worden of privatisering van bepaalde taken niet in strijd is met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur. Mensen hebben bewust voor een dienstverband bij de overheid gekozen, hebben diploma's behaald en hebben bepaalde toekomstverwachtingen. Hier kan men in conflict komen met het vertrouwens beginsel. Het kwaliteitsaspect: de kwaliteit van een geprivatiseerde taak zal men nauwlettend moeten volgen. Het werkgelegenheidsaspect en ook het dienstbetoon: ook hier zal de correlatie tussen kosten en kwaliteit bestudeerd moeten worden; de gevolgen van de sociaal zwakkeren en het milieu-aspect. In beginsel bestaat er bij de C.D.A.-fractie een positieve toonzetting ten aanzien van het privatiseringsonderzoek naar alle onderdelen van het gemeentelijk apparaat die zich lenen voor privatisering. Spreker geeft er de voorkeur aan om het onderzoek te laten verrichten door een onpartijdige instantie, mits financieel verantwoord. Ofschoon hij het ook niet uitge sloten acht dat ook de gemeente zelf hier een partiële bijdrage kan leveren. Het is bekend dat er al veel onderzoek is verricht naar privatisering bij diverse andere gemeenten en men zou bijvoorbeeld ook daar het oor te luister kunnen leggen en van deze gegevens gebruik maken. Nogmaals de beginselverklaring wordt voor de C.D.A.-fractie niet alleen bepaald door economische motieven maar ook vanwege het feit dat de privatisering de maat schappelijke verantwoordelijkheid bevordert. Dat zijn fractie als christen-democraten de uitkomst van het onderzoek zal toetsen aan de beginselen gerechtigheid, rentmeester- schap, gespreide verantwoordelijkheid en solidariteit spreekt voor zich. ^e heer van Trotsenburg zegt dat de V.V.D.-fractie al jaren geleden de vraag heeft gesteld wanneer er eens een ruim onderzoek zou komen naar mogelijkheden van priva- 'sering in de gemeente. Er zijn enkele onderzoeken verricht en dat heeft resultaten gehad zowel negatief als positief. Hij zou erop willen wijzen dat hij erg blij is dat -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 113