te snel gereden gaat worden mag gevreesd worden dat deze weg de wijken zal
splitsen en dat de kinderen niet meer veilig kunnen oversteken.
In de commissie openbare werken is gevraagd of er contact is geweest met het
buurtcomité. Het bleek dat het buurtcomité zelf contact heeft gezocht na deze
vergadering en dat het voorstel teruggenomen zou worden. Spreker is dus voor
uitstel teneinde eerst overleg te hebben met het buurtcomité.
De heer Schreiner citeert uit het raadsbesluit "overwegende dat het gewenst is
de juridische status van deze weg in overeenstemming te brengen met het feite
lijk gebruik". Wat is echter "het feitelijk gebruik" van deze weg? Moet deze weg
gezien worden als doorgaande weg, een sluiproute of een weg die alleen maar
gebruikt behoeft te worden door inwoners en bezoeker of leveranciers? Het is
geen doorgaande weg en het moet zeker geen weg worden die als sluiproute aange
merkt zou kunnen worden in de toekomst. Indien deze twee punten toch onder
feitelijk gebruik worden gebracht dan volgt het college daarmede het landelijk
beleid. Bijvoorbeeld zoals zwart geld kan niet opgespoord worden, dus moet het
maar wit gemaakt worden, drugsgebruik is niet te bestrijden dus maar methadon
verstrekken enz. Zeker ten aanzien van de weg Moleneind mag zo'n beleid niet
gevolgd worden. Deze weg moet alleen maar feitelijk gebruikt worden door de
inwoners van Moleneind, hun bezoekers en leveranciers. In het verleden heeft de
fractie Gemeenschapsbelang al bezwaren gemaakt tegen het asfalteren van de
weg en ook gevraagd om fietspaden langs de weg of fietssuggestiestroken. Deze
zijn niet aangelegd ondanks toezeggingen van wethouder Houtepen. Deze weg moet
een weg blijven zoals hij is, zonder voorrangskruising. Gaat het college er wel
voorrangskruisingen maken dan komt er een tweede racebaan in Prinsenbeek en
wordt ervoor gezorgd dat er wéér een actiecomité ontstaat.
De fractie Gemeenschapsbelang is tegen het voorstel, ook als het college in de
toekomst hierop terug zou willen komen. Overigens is begrepen dat de buurtbe
woners het hiermede volledig eens is.
Wethouder Houtepen zegt dat het college probeert redelijk op tijd bepaalde maat
regelen te nemen zodat men niet het verwijt kan krijgen dat het te lang heeft
geduurd. Het college is de mening toegedaan dat er iets geregeld moest worden.
In verschillende commissies is dit ook besproken. Er is geen overleg geweest met
het comité omdat het college amper van het bestaan van dit comité afwist. Het
college stelt ook voor om het voorstel aan te houden, teneinde de zaak nader te
bekijken. Het zou getuigen van verkeerd beleid om dit voorstel er nu door te drukken
terwijl de buurtbewoners niet de kans hebben gekregen hun zegje hierover te doen.
Dit voorstel is tot stand gekomen in nauw overleg met deskundigen, die ook van
mening zijn dat de verkeerssituatie daar geregeld moet worden.
De voorzitter tekent hierbij aan dat goed geluisterd moet worden naar het comité
maar dat het beleid wordt gevoerd binnen de muren van het gemeentehuis en niet
aangegeven mag worden door een comité.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
besloten het voorstel aan te houden.
_16. Voorstel tot vaststelling van het welzijnsplan voor de jaren 1988 - 1992 alsmede
intrekking diverse subsidieverordeningen en vaststelling subsidieverordeningen met
inspraakprocedureverordening.
-li
_Mevrouw Overboom zegt dat het welzijnsbeleid nu een meer gemeentelijke taak
is geworden met het in werking treden van de nieuwe welzijnswet. Het welzijnsplan
1988 - 1992 is hiervan een uitvloeisel. In dit door het college voorgestelde plan
wenst zij het algemene welzijnsbeleid zo veel mogelijk op de huidige wijze voort
te zetten. Binnen het welzijnsbeleid moeten duidelijkere prioriteiten gesteld worden.
Met name bij de jaarlijkse vaststelling van het welzijnsprogramma, waarmede de
raad in 1989 geconfronteerd zal worden. Het voorgestelde welzijnsplan laat hiervoor
echter ruimte. Met betrekking tot de nieuwe wet, de nieuw vast te stellen verorde
ningen stelt het college in vergelijking tot de oude verordeningen een aantal wijzi
gingen voor. Onder andere de invoering van het systeem van de budgetfinanciering
en de aanvullende bepaling met betrekking tot de investeringsubsidies. Deze voor
gestelde wijzigingen hebben haar instemming. Een ander punt vormt echter de