en de mogelijkheden voor het maken van beleid. Het verhaal van de wethouder heeft haar niet overtuigd van het feit dat door het instellen van een inspraakveror dening een welzijnsraad overbodig zou worden. De heer Oomen is van mening dat de manier van behandelen van de fractie Gemeen schapsbelang thuis hoort in de commissie welzijn. Hij heeft begrepen dat de heer Franken wegens vakantie verhinderd was aanwezig te zijn, maar er z ou toch een plaatsvervanger gezonden moeten worden. Met alle respect voor de inbreng van de heer Franken, maar dergelijke zaken moeten in de commissievergadering be sproken worden. De heer Franken vindt dat dit zaken van specifiek welzijn zijn, die zowel in de commissie als in de raad besproken dienen te worden. De heer Oomen heeft ook geen kritiek op de inbreng of kwaliteit daarvan, maar dergelijke zaken moeten besproken worden in de commissievergadering, hetzij door de heer Franken hetzij door diens plaatsvervanger. De voorzitter constateert dat de suggesties en aanbevelingen van de fractie Gemeen schapsbelang en zoals door de wethouder verwoord unaniem worden overgenomen door de raad. Voorts vraagt hij of de raad akkoord gaat met het opheffen van de welzijnsraad met de aantekening dat de fractie van de P.v.d.A. wordt geacht te hebben tegen gestemd. Bij interruptie zegt mevrouw Schalk dat zij stemming hierover wenst. De voorzitter brengt vervolgens in stemming het voorstel tot opheffing van de welzijnsraad. 1. Uit de stemming blijkt dat de leden de Craen, Overboom, Dirven, Lotstra, Houtepen, van Trotsen- burg, van Geel, Franken, Schreiner, Oomen en van Bueren vóór en de leden Verpaalen, Schalk en van der Hilst tegen stemmen, zodat het voorstel tot opheffing van de welzijnsraad wordt aangenomen. 2. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met inachtneming van de onderstaande wijzigingen: a. Blz. 32, regel 8, tussen geen en financiën voegen "of onvoldoende"; b. Blz. 34 (Alg. Subsidieverordening) Aan artikel 1 onder b. toevoegen: "activiteiten welzijn betref fende" c. Blz. 43, aan artikel 31 toevoegen een 5e lid: "de gesubsidieerde instelling dient eenmalig een schriftelijke verklaring te overleggen binnen een termijn van 14 dagen of een maand na de principe toezegging dat de subsidie onder de geldende voor waarden wordt aanvaard"; d. Blz. 46 (verordening subsidiering welzijnsacti- viteiten): na geheel van bezittingen aanvullen met: "daaronder begrepen eventuele deelneming in andere instellingen". 17. Voorstel tot het instemmen met de wijze van personeelsvoorziening van de openbare bibliotheek Prinsenbeek. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. Er zijn geen mededelingen te doen. -14- 18. Mededelingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 120