-3- 5. Voorstel tot ongegrond verklaring van een bezwaarschrift ingevolge de Wet admini stratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen van de heer en mevrouw v.d. Kar - Kortmann, Valdijk 29, inzake het besluit tot weigering van het nemen van een voor bereiding sbesluit voor de bouw van een woning aan de Tuintjes. De heer Verpaalen deelt mede dat zijn fractie kiest voor een consequent beleid op het gebied van de Ruimtelijke Ordening en dat het daarom geen twijfel lijdt dat het voorstel van de A.R.O.B.-commissie wordt gevolgd. De heer Schreiner is van mening dat het ook voor de fractie van Gemeenschapsbelang de juiste beslissing is om het advies van de A.R.O.B.-commissie te volgen, teneinde het door zijn fractie altijd voorgestane consequente ruimtelijke ordening beleid te continueren. De heer van Trotsenburg deelt mede dat zijn standpunt zoals eerder verkondigd in een vorige vergadering niet gewijzigd is en dat hij vindt dat aan het bezwaarschrift tegemoet moet worden gekomen. De heer Oomen zegt dat herhaald overleg over de behandeling van het bezwaar schrift binnen zijn fractie niet geleid heeft tot eenstemmigheid en dat daarom door ieder lid naar eigen verantwoordelijkheid zal worden gestemd. Vervolgens wordt met 8 stemmen vóór van de raadsleden van Bueren, F ranken van der Hilst, Lotstra, Overboom, Schalk, Schreiner en Verpaalen en 5 stemmen tegen van de raadsleden Dirven, Houtepen, van Trotsenburg, Oomen en de Craen be sloten overeenkomstig het advies van de A.R.O.B.-commissie tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift. 6. Voorstel tot ongegrondverklaring van een ingediend beroepschrift van de heer A. v.d. Bliek, Weimersedreef 2 inzake weigering van een vergunning voor de bouw van een veestalling tegenover zijn woning. De heer Verpaalen heeft begrip voor de problemen van verzoeker en dringt aan op het onderzoeken van de wellicht nog aanwezige mogelijkheden. Volgens hem kan de raad nu echter niets anders dan het beroepschrift ongegrond te verklaren. De heer Oomen is ook van mening dat het voorstel tot ongegrondverklaring terecht is. Aangezien het bedrijf echter in de kernrandzöne is gelegen zijn er wellicht andere mogelijkheden die tot overeenstemming met verzoeker kunnen leiden. Hij wil het college dan ook verzoeken om die mogelijkheden te onderzoeken door bijvoorbeeld het bebouwingsoppervlak te beperken tot 150 m2. De voorzitter antwoordt dat bij uitsluiting het college bevoegd is de vrijstelling te verlenen en dat dit derhalve niet aan de raad is toegekend, zodat er in deze geen rechtstreekse invloed is van de raad. De raad kan slechts het thans voorlig gend beroep om alsnog bouwvergunning te krijgen ongegrond te verklaren. Het college zal deze aangelegenheid in heroverweging nemen. Mocht het nu ingenomen standpunt worden gehandhaafd dan kan betrokkene via een A.R.O.B.-procedure trach ten zijn recht te verkrijgen. In aanmerking nemende de toezegging van de voorzitter besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders. Voorstel inzake de herverdeling van de gelden voor stads- en dorpsvernieuwinR 1988. De heer Schreiner herhaalt het reeds in de vergadering van de commissie algemene zaken, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ingenomen standpunt ten aanzien van dit voorstel dat het gehele bedrag van verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven voor 1988 wordt overgeheveld naar woningverbetering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 129