-3- Openbare orde en veiligheid: ÜTt 3ë halfjaarlijkse rapportage van de Rijkspolitie groep Prinsenbeek is duidelijk naar voren gekomen dat de werkdruk op deze groep, met name door ontwikkelingen in en rondom Prinsenbeek zelf, behoorlijk, en misschien zelfs wel onbehoorlijk, is gestegen in vergelijking met andere groepen. Daar maken wij ons bezorgd om, maar wij zijn van mening dat de confrontatie met stadse problematieken uiterst bekwaam wordt opgevangen door het plaatselijke corps, in samenspraak met onder andere onze buren van de ge meentepolitie. Met name de bestrijding van de criminaliteit is een werk van lange adem, dat veel menskracht vereist en ons inziens pas op langere termijn resultaten kan opleveren. We hebben dan ook vertrouwen in het te voeren beleid, waarbij ons inziens aan de juiste zaken prioriteit wordt gegeven. Dat ook het toezicht op het milieu hier hoog scoort, valt bij ons in goede aarde; aanvullend zou bij ons de gokverslaving als speerpunt gezien mogen worden. Ter afsluiting van dit onderdeel en tevens toch ook inhakend op het huidige politiebeleid, wil ik het college vragen wat het ziet in het idee om een plaat selijk alcoholmatigingsbeleid te ontwikkelen en dit dan onder andere te zien in het kader van het project "25% minder verkeersslachtoffers?'.? Inmiddels hebben al een kleine honderd gemeenten in ons land zo'n alcohol matigingsbeleid ontwikkeld of zijn er in elk geval mee bezig. Het doel daarvan ligt overigens niet alleen op het handhaven van de openbare orde en het voorkomen van alcoholgerelateerde criminaliteit, maar zeker ook op het voorkomen van gezondheidsrisico's voor de eigen burgers. Naar onze mening is dit beleid ook een verantwoordelijkheid voor de gemeente bestuurders en een voorbeeld van het steeds vaker geconfronteerd worden met de uit de decentralisatie-gedachte voortkomende ontwikkelingen op gebied van gezondheid en welzijn. Graag dus de mening van het college over een hierin te voeren beleid. Het onderdeel openbare orde en veiligheid wil ik afsluiten met het onderwerp brandweer: Uit de ons overlegde stukken blijkt dat er een eind is gekomen aan de wijzi gingen in de opbouw bij het brandweercorps, die sinds 1985 aan de gang zijn. In de vernieuwde structuur is rekening gehouden met een meer even wichtige samenstelling, waar wij mogen met u constateren dat dit zelfspre kend consequenties heeft voor het opleidingsniveau. U zegt dat dit niveau "toch wel wat aan de lage kant is en achterblijft bij de overige corpsen in de regio" en tevens geeft u aan hier tijdig op te willen inspelen. Het corps, dat blijkbaar hoog gemotiveerd is om zich via cursussen verder te bekwamen op-ie hem steeds meer om specialisatie vragende taak, kan van onze kant op extra steun rekenen. Dat dit in de komende tijd budgettaire gevolgen heeft, willen wij graag aanvaarden. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting: Aangaande de ruimtelijke ordening wil mijn fractie van het college vernemen wat op langere termijn het beleid is rondom het fenomeen bedrijventerrein. Bij de raad is bekend dat u voor korte termijn al een lichte uitbreiding van De Lind in studie heeft in verband met een vraag vanuit de kant van de Prinsenbeekse ondernemers. We zouden van u graag vernemen hoeveel concrete vragen er aan u zijn gesteld om bouwgrond voor bedrijven te verwerven en om hoeveel vierkante meter het hier gaat! Tevens willen we weten of u van plan bent om de condities voor vestiging op zo'n terrein aan te passen; kortom, om het gevoerde beleid tot op heden te evalueren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 140