-28-
Het gevolg van deze herschikking van Rijksbijdragen laat voor beide posten
per saldo een vermindering zien van ca. f. 38.000,— ten opzichte van 1987
en ca. f. 112.000,— ten opzichte van 1988.
Wij verzoeken om een nadere vergelijkende toelichting op deze voor de
gemeente belangrijkste inkomstenbron en de verwachtingen hiervan voor
de nabije toekomst. Het is duidelijk dat, bij verminderende inkomsten, een
directe keuze voor te verlagen uitgaven dient te worden genomen en dit
c.q. zijn effect in deze en toekomstige begrotingen heeft en verder zal
hebben. Binnen de te maken beleidsopties is het ter beschikking hebben
van tijdige gegevens en beleidsuitgangspunten van groot belang voor de
een juiste afweging in deze.
Gemeentelijke heffingen en belastingen.
Baatbelasting.
Hondenbelasting.
Onroerend-goedbelasting.
De, op deze functie verwerkte inkomsten, geven aanleiding tot de volgende
opmerkingen.
- Zoals door de VVD reeds vele malen naar voren gebracht, dienen verho
gingen voor direct door de bevolking te betalen gemeentelijke belastingen
op het lage plaatselijke peil te worden gehouden. Wederom brengen
wij naar voren, dat jaarlijkse verhogingen geen automatisme dienen
te zijn en slechts dan dienen te worden toegepast, indien de noodzaak
daartoe aanwezig is.
In de voorgaande meerjarenramingen werden dan ook geen verhogingen
van de onroerendgoed belastingen voorzien. Toch is de onroerendgoed
belasting ten opzichte van 1987 gestegen met ca. f. 59.000,— en ten
opzichte van 1988 met ca. f. 49.000,--.
Wij verzoeken het college daarom om nadere uitleg over de noodzakelijk
geachte toename van de onroerendgoed belasting en tevens de raad
te informeren over, naar verluid op handen zijnde nieuwe overheidsmaat
regelen hiervoor.
Hondenbelasting:
Wat betreft de hondenbelasting verwijzen wij naar de algemene beschouwingen
over 1988 met onder meer, het daarin door de VVD geformuleerde standpunt,
dat voor de inmiddels genomen maatregelen geldt, datdeze slechts effectief
zijn en gegarandeerd kunnen worden bij een goede controle op de naleving
daarvan.
Reinigingsrechten:
De onder "volksgezondheid" vallende post reinigingsrechten vertoont een
verhoging van ca. f. 72.000,— ten opzichte van 1987 en ca. f. 33.000,—
ten opzichte van 1988. Ook voor deze post verzoeken wij om nadere toelich
ting en tevens uw visie over de verwachte ontwikkeling van de hoogte over
de toekomstige noodzakelijk geachte heffingen.
Saldo gewone dienst:
Voor 1987 resulterend in een voordelig saldo van ca. f. 406.000,-- en voor
1988 van ca. f. 382.000,-.
Wij zijn van mening dat dit saldo relatief grote afwijkingen betreffen op
de begrotingen en dringen aan op een nader onderzoek naar de oorzaken
hiervan en tevens op uw aanbevelingen om dit in de toekomst tot een lager
en acceptabel saldo van stel ca. 1% terug te dringen.
Hiermede dienen tevens de posten onder onvoorziene uitgaven (1988:
f. 148.000,—, 1989: f. 122.000,—) en correcties ramingen budgettaire ruimte
(1988: f. 131.000,—, 1989: f. 337.000,—per saldo een opbrengst gevend
van ca. f. 232.000,—in deze overwegingen te worden betrokken.