-35-
Rapportage werkzaamheden politie:
Het C.D.A. herhaalt zijn vorig jaar geuite wens inzake bespreking van
dit verslag in een bijeenkomst van de voltallige raad, zij het nu één keer
per jaar.
Het vorig jaar heb ik daarop onder meer gesteld, dat het hier gaat om
als het ware een continue evaluatie en bijstelling van het politie-beleid;
een beleid dat in gemeenten met Rijkspolitie, wordt geformuleerd in het
gezamenlijk overleg tussen burgemeester en het Openbaar Ministerie sec.
Inmiddels heeft na afschaffing van het jaarverslag, waarin overigens nooit
beleidsvoornemens inclusief evaluatie bij uitwerking en uitvoering waren
verwerkt, reeds drie keer een gedachtenwisseling plaatsgevonden van
de commissie algemene zaken c.a. met het Groeps- en Rayoncommando
en wel op 26 november 1987, 18 mei 1988 en 21 september 1988.
Voor deze overigens openbare commissievergaderingen werden ook steeds
de raadsleden geen zitting hebbend in die commissie afzonderlijk uitge
nodigd met tegelijkertijd toezending van de desbetreffende rapportage.
Deze leden ontvingen nadien ook het verslag van de gedachtenwisseling.
Ik kan mij niet herinneren, dat bij één van deze vergaderingen één raads
lid als toehoorder acte de présence heeft gegeven. Met het Groeps- en
Rayoncommando met wie ik een dezer dagen de herhaalde vraagstelling be-
sprak, ben en blijf ik van mening - losstaande overigens van vorengaande -
dat de bespreking van de halfjaarlijkse rapportage beter en bij voorkeur in de
commissie algemene zaken c.a. kan geschieden. Onder meer al door het be
perkt aantal personen kan directer en zakelijker op de rapportage worden ingegaan.
Zo daaraan behoefte zou bestaan, is de politie zeer wel bereid een aparte
informatie-avond te organiseren voor raadsleden.
Brandweer
Gemeenschapsbelang stelt, dat die fractie vorig jaar een duidelijke mening
heeft verkondigd over de brandweer. Gemeenschapsbelang stelt vandaag,
dat zij toen namelijk zorg had over de kwaliteit voor wat betreft het oplei
dingsniveau en deze fractie richtte toen dan ook kritiek op het beleid van
het college van burgemeester en wethouders dat haars inziens in deze te
weinig mogelijkheden bood.
Gelet op de inhoud van de Nota van Aanbieding bij de begroting 1989 op
dit onderdeel stelt deze fractie nu:
"het college geeft nu toe, ofwel dat de constatering van Gemeenschapsbelang
juist was of er worden weer wat uitvluchtjes verteld. Gemeenschapsbelang
staat - zo stelt men verder - dan ook van harte achter zijn eigen voorstel
van vorig jaar, dat nu door het college zou zijn omgezet in beleidsvoornemens".
Wellicht wat vervelend voor Gemeenschapsbelang, doch de eerlijkheid vereist
te zeggen, dat die fractie hier toch wel én de verdraaiïngstheorie hanteert
én - wat reeds vaker in deze raad is gesteld - niet leest c.q. kan of wil lezen,
wat er staat.
Bij de behandeling van de begroting voor 1988 stelde Gemeenschapsbelang
expliciet: "Wij hebben de indruk, datenz.".
En als reactie op de uitnodiging van het college - in eerste termijn toen -
antwoordend om de gedane uitlatingen te willen onderbouwen, gelet op het
adagium "wie stelt moet ook bewijzen" antwoordde Gemeenschapsbelang deze
onderbouwing aan de orde te stellen in de commissievergadering; daarop wacht
het college dan overigens nog steeds. Ons college stelt nu expliciet, gelet
op het vorengaande: Gemeenschapsbelang constateerde vorig jaar niets. Ge
meenschapsbelang deed vorig jaar ook geen voorstel inzake meer studiefacili
teiten.
Het speelde met het hebben van een overigens kennelijk niet te kunnen onder
bouwen "indruk hebben".