-42-
afschrikt. In deze zijn wij echter afhankelijk van Rijkswaterstaat, maar wij
zeggen u toe hierover op korte termijn met deze instantie in contact te zullen
treden.
De woordvoerder van het C.D.A. vraagt ons college hoe de aanwijzing van
een weg tot tertiaire weg tot stand komt en hoe deze aanwijzing teniet wordt
gedaan. Verder vraagt hij hoe de aanwijzing van de Beeksestraat en Groenstraat
in 1986 was en waarom dit toen niet in de begroting is opgenomen.
Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben op 21 maart 1986 een provinciaal
wegenplan vastgesteld. Daarin zijn opgenomen secundaire en tertiaire wegen.
Bij de vaststelling van dit provinciale wegenplan zijn uitgangspunten geweest
het beginsel van verkeersordening en een functionele indeling van het wegennet.
Functie en belang van die wegen zijn afgeleid van de omvang en betekenis
voor de woon- en werkkernen die de weg wordt geacht te verbinden. De secun
daire en teritiaire wegen dienen zoveel mogelijk te zijn afgestemd op het
hoofdwegennet, derhalve de wegen van het Rijk.
De vaststelling van een nieuw provinciaal wegenplan houdt daarom daarmede
nauw verband. Bedoeling is om de secundaire en tertiaire wegen in beheer,
eigendom en onderhoud over te dragen aan de Provincie. Effectuering daarvan
vraagt echter tijd en de desbetreffende gemeenten dienen aan die overdrach
ten medewerking te verlenen. Voor onze gemeente speelt dit geen rol, omdat
in het provinciale wegenplan de vroeger als tertiaire wegen opgenomen Beekse
straat en Groenstraat niet langer als zodanig zijn aangewezen. Zulks is inge
gaan op 1 januari 1987, toen het provinciale wegenplan 1986 in werking is
getreden. Toen zijn veel planwegen komen te vervallen. Alleen het laatste
stukje van de Groenstraat is als tertiaire weg gehandhaafd en daarom wordt
daarvoor nog wel een uitkering ontvangen.
Met ingang van 1987 is er derhalve sprake van een structurele verlaging van
deze provinciale uitkering, waarmee in de begroting 1986 nog geen rekening
kon worden gehouden. De kennisgeving van het bedrag over 1987 hebben wij
eerst einde november 1987 van de Provincie ontvangen.
Met betrekking tot de verbreding van de spoorwegovergang aan de Groenstraat
kunnen wij u mededelen dat het college bij het overleg daarover tevens de
Provincie zal betrekken.
Voor wat betreft de vraag van het C.D.A. of het afvoeren van plantsoenenvuil
naar een stortplaats haaks staat op het voornemen voor de inwoners de aanschaf
van compostcontainers te subsidiëren, het volgende.
Composteren van agrarisch afval betekent niet het zonder meer op een hoop
gooien ervan. Een en ander vergt een vakkundige behandeling; er dient een
geschikt terrein voorhanden te zijn van voldoende afmetingen en gelegen
op voldoende af stand van een woonbebouwing.
Wij hebben vernomen dat in een buurgemeente een dergelijk project niet
het gewenste resultaat heeft opgeleverd met als gevolg géén compost maar
een alsnog te verwerken hoeveelheid afval Desalniettemin zullen wij ons
op deze mogelijkheid oriënteren en u daarvan te zijner tijd op de hoogte stellen.
Met betrekking tot de ontwikkelingen in het toekomstige bestemmingsplan
"de Rijt", zijn deze nog in een te pril stadium dat over een rioolstelsel en
de mogelijke aanleg van fietspaden al een standpunt is bepaald. Wij zullen
uw opmerkingen dienaangaande echter meenemen.
De fractie van Gemeenschapsbelang heeft de vraag gesteld of wij al een tijds
lijn voor ogen hebben met betrekking tot de uitvoering van de plannen voor
een integrale verkeersaanpak.