sterk en dat betekent doorgaans dat de prijs niet zo diep zal kunnen zakken. Alle verenigingen zullen schriftelijk door de gemeente benaderd worden. Binnen een bepaalde termijn kunnen deze verenigingen een aanvraag doen om subsidie te krijgen. Hij verwacht dat er veel belangstelling zal zijn. Daarom zal er een eerlijke verdeling opgesteld moeten worden die wellicht problemen op zal leveren. Niet over de 2 cent maar wel: wie krijgt welke wijk. Op het ogenblik is de oud-papiermarkt zeer rustig. Het zou echter wel eens kunnen zijn dat de markt onrustiger wordt, maar het college durft zulke problemen wel aan. De heer van Bueren heeft niet bedoeld te zeggen dat de materie eenvoudig was, maar dat het hem eenvoudig lijkt om binnen negen maanden een ontvangstbevestiging van een brief te sturen. Het is namelijk vreselijk vervelend voor een vereniging om zo lang te moeten wachten op de vraag of er überhaupt iets aan dit verzoek wordt gedaan. Wethouder Dirven zegt dat het niet sturen van een ontvangstbevestiging niet impliceert dat er van te voren niet met de verenigingen over gesproken zou zijn. Toen men wat inzicht had in deze materie, is er een ontvangstbevestiging verzonden. Bij interruptie zegt de heer van Bueren dat hijzelf, leiding gevend aan 150 ambtenaren, een dergelijke brief op dat tijdstip niet meer getekend zou hebben en dat maar een andere brief geschreven moest worden. Na 9 maanden kun je niet meer aankomen met een bevestiging van ontvangst in goede orde. De voorzitter zegt dat het beter geweest zou zijn als in de brief gestaan zou hebben: "In vervolg op onze bespreking enz..". Zonder hoofdelijke stemming wordt vervol gens conform het gewijzigde voorstel zoals verwoord door wethouder Dirven besloten. Er zijn geen mededelingen te doen. De heer F ranken is tot zijn vraag gekomen door even terug te gaan in de geschiedenis. Bij de totstandkoming van de subsidieverordening 1983 werd in de commissie welzijn door verschillende fracties een aantal veranderingen c.q. aanvullingen aangebracht. Ongeveer 6 maanden later bij de aanbieding van het beruchte gele boekje over de subsidieverordening bleek, dat niets van de opmerkingen in de subsidieverordening verwerkt was. Toen hij nadien pogingen deed om ze alsnog verwerkt te krijgen door categorisch het gele boekje door te nemen merkte de voorzitter op, dat zo iets beter in de commissie plaats kon vinden. Dat was overigens ook gebeurd. Nu bij de vaststel ling van het welzijnsplan voor de jaren 1988-1992, alsmede vaststelling van de subsidie verordening met inspraakprocedures, is er door hem een aantal wijzigingen c.q. aan vullingen voorgesteld, die, hij citeert nu uit de notulen van 25 augustus 1988 op bladzijde 13: "Op verzoek van wethouder Dirven door mij zijn toegelicht, waarna de heer Dirven zich akkoord verklaart". Op bladzijde 14 is de heer Oomen van mening dat deze manier van behandelen thuis hoort in de commissie welzijn. Hij heeft daarop geantwoord: "gezien mijn ervaringen vanuit het verleden, dat dit zaken voor specifiek welzijn zijn, die zowel in de commissie, als in de raad besproken dienen te worden". De heer Oomen had geen kritiek op de inbreng of kwaliteit, de voorzitter constateert en hij citeert: "dat de suggesties en aanbevelingen van de fractie Gemeenschapsbelang en zoals door de wethouder verwoord unaniem worden overgenomen door de raad". Het boekje doorle zend, toetsend aan het raadsbesluit constateert hij dat de punten a. en b. meegenomen zijn, doch c. en d. niet. Hij vraagt daarom waarom deze niet, of dit alsnog kan geschie den en het daarna alsnog naar de verenigingen toe kan worden gestuurd. Het betreft een aantal essentiële punten. _Wethouder Dirven vindt het heel belangrijk dat dit nog eens wordt nagekeken. Dit is inderdaad in de commissie welzijn besproken. Hij zal hier in de volgende commissie vergadering op terug komen. De heer Oomen heeft een vraag van een inwoner van Prinsenbeek die eigenlijk in een commissievergadering thuis hoort. Maar dit verzoek kwam bij hem te laat binnen, ^etende dat het college er van houdt om man en paard te noemen heeft hij aan be trokkene gevraagd of diens naam genoemd mocht worden en dat was goed. Het gaat -5- 14. Mededelingen. 15. Rondvraag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 200