hier om een verzoek van de heer C. Schalk, die een tuinbouwbedrijf aan de Halseweg 2a exploiteert. Deze verzoeker heeft zeer veel last van de daar aanwezige Canada populieren. Bij storm is er bladverlies, dat via zeshonderd kiepramen de kas bij de heer Schalk binnenkomt. Daardoor ontstaan rotte plekken bij de tuinbouwprodukten. Dat betekent een schade van f. 3.000,— a f. 4.000,—. Spreker heeft hem geadviseerd om een brief te schrijven aan het college van burgemeester en wethouders en het antwoord af te wachten. Kennelijk is het een ernstige en ook dringende zaak, zodat hij dit hier aan de orde heeft gesteld. Het college wordt verzocht om, wanneer deze brief bij het college binnenkomt, hieraan serieuze aandacht te geven. De voorzitter zegt dat de heer Oomen het juiste advies heeft gegeven. Dit hoort niet thuis in een raadsvergadering waarin beginselen van beleid aan de orde komen. Hij is ervan overtuigd dat deze brief die aandacht zal krijgen, welke deze behoeft. 16a. Algemene beschouwingen in tweede termijn ten aanzien van de begrotingen 1989 en de meerjarenramingen 1989 t/m 1993. De heer Verpaalen wil allereerst namens zijn fractie nog reageren op de structuurvisie in het kader van het ruimtelijk beleid van Breda en dan met name gericht op de door Breda beoogde inzoomacties Heilaar en Steenakker. Acties op gedeeltelijk Prinsenbeeks grondgebied. Het C.D.A. reageerde in eerste termijn vorige week met de vergelijking van de strijd tussen Goliath en Klein Duimpje. De afgelopen week heeft hij zich suf gezocht in de bijbel maar de passage waarin én Goliath én Klein Duimpje voorkomen heeft hij niet kunnen vinden. Maar daarom niet getreurd. Een andere passage in dit boekwerk heeft wel betrekking op het door zijn fractie ingenomen standpunt namelijk "de eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn". Deze profe tische woorden slaan dan op het feit dat zijn fractie de algemene beschouwingen als eerste had ingediend en daarom in eerste termijn niet meer in staat was te reageren op Bredaas grootse plannen. Daarom doet hij dit nu in tweede termijn. Dat Breda aan de weg wil timmeren, onder andere als Benelux-knooppunt en als knooppunt volgens de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening, is hun goed recht. Dat Breda voor de Haagse Beemden een sociaal veilige route naar het centrum wil creëren via Heilaar en Steen akker, vindt hij ook begrijpelijk. Volop begrip dus van deze kant. Maar hoeveel begrip toont Breda eigenlijk voor Prinsenbeek, bijvoorbeeld voor veilige routes van het verkeer uit Prinsenbeek, dat gevaarlijke kruispunten en spoorwegen moet oversteken. Kortom, zijn fractie zet vraagtekens bij het eenzijdig ontwikkelen van plannen en men wijst deze dan ook bij voorbaat van de hand. Als Breda plannen heeft dan moet Breda niet afzonderlijk gaan onderhandelen met elke gemeente die men toevallig wel kan gebruiken, of misbruiken in zijn beleid. Maarzijns inziens moet Breda in ééndrachtige samenwerking met al zijn buren een structuurschets voor het gehele stadsgewest maken, en dit op basis van gelijkheid. In dit verband wil hij het college dan ook vragen hoe het ant woord op de Bredase structuurvisie wordt geformuleerd. Wat betreft het onderwerp openbare orde en veiligheid zou hij gaarne van de C.D.A.- fractie weten waarom de halfjaarlijkse rapportage van politiezijde in de commissie algemene zaken geen goed alternatief is en wat daarbij gemist wordt aan voorlichting. Aangaande ruimtelijke ordening en volkshuisvesting antwoordt het college te zijner tijd met een notitie te zullen komen omtrent het bedrijventerrein. Zijn fractie consta teert hierbij dan wel dat het college momenteel bezig is met een opeenstapeling van beloftes over notities en nota's. In het algemeen wil zijn fractie het college dan ook geen verwijt maken over gebrek aan beleid maar zijn fractie wil wel nadrukkelijk vragen aan het college om zich niet te verstoppen achter plannen of deze in elk geval niet onnodig lang te laten duren. Wat betreft het vaststellen van de huurprijzen in de sociale sector moet zijn fractie het college complimenteren met de bereikte huurprijsverlaging van f. 50,—. Misschien kan het college nog eens gaan onderhandelen met de Woningstichting zodat er misschien nog eens f. 50,— afgaan. Hoe was het toch mogelijk dat er f. 50,— per maand teveel huur was berekend. Misschien dat het college een verklaring kan geven waarop deze misrekening was gebaseerd en kan het college het begin van wantrouwen wegnemen inzake het gevoerde huurbeleid van de Woningstichting. -6- Volkshuisvesting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 201