De heer van Geel zegt dat zijn fractie zich vooral wil richten op de tekst zoals die
door de voorzitter vorige week is uitgesproken. Aan het eind wil hij nog even terugkomen
op de woorden van wethouder Dirven. Voor wat betreft wethouder Houtepen, was
zijn fractie voor dat deel van de gestelde vragen tevreden. Daar komt zijn fractie
dus niet meer op terug.
Zijn fractie verbaast zich over de onnauwkeurigheid en de verdraaiing van zaken zoals
door de voorzitter is gebeurd.
Voor wat betreft de politie kan de voorzitter zich niet herinneren dat bij één van
de vergaderingen van de commissie algemene zaken, waarin de gedachtenwisseling
plaatsvond met de rijkspolitie een raadslid als toehoorder aanwezig is geweest. Het
geheugen van de voorzitter is niet meer wat het is geweest, want het raadslid F ranken
is wel degelijk aanwezig geweest.
De brandweer.
De discussie die het college wenst te voeren lijkt veel op een welles-nietes spelletje.
Het is helaas niet mogelijk om alles te citeren van de discussie van vorig jaar. Uitein
delijk maakt het niet uit wie wat precies gezegd heeft. Maar toch citeert hij uit enkele
teksten van vorig jaar. "Gemeenschapsbelang stelt de indruk te hebben dat vele brand
weerlieden gemotiveerd zijn tot het volgen van cursussen en vervolgopleidingen, maar
tot op heden vanuit het college niet de ruimte hebben gekregen om de gewenste cur
sussen te volgen." Dat klopt, die" stelling heeft zijn fractie inderdaad te berde gebracht.
De reactie van het college op deze stelling was: "er zijn niet meer cursussen of man
kracht nodig". Dit jaar zijn er gezien de opmerkingen van het college wel meer cursussen
nodig omdat er twee nieuwe brandweer-lieden bij zijn gekomen. Uw stelling dat het
opleidingsniveau toch wel wat aan de lage kant is en achterblijft bij de overige corpsen
in de regio staat haaks op de opmerking van het college van vorig jaar. Dat er vorige
week, dankzij doortastend optreden van de brandweer geen grote ongelukken gebeurd
zijn in de Groenstraat is aan hen een compliment waard. Hoe denkt het college over
het voorstel van zijn fractie, om in commissieverband jaarlijks een gedachtenwisseling
te laten plaatsvinden met de brandweerleiding. In eerste termijn heeft het college
hierop niet gereageerd. Dat de voorzitter niet leest c.q. kan of wil lezen blijkt uit
het feit dat de voorzitter meent dat zijn fractie vraagt om een beleid te ontwikkelen
op het gebied van bejaardenhuisvesting. Zijn fractie vraagt niet om iets te ontwikkelen
maar om tot stand te brengen. Zijn fractie vraagt niet om meer papierenbeleid. Concreet
is er tot nu toe niets gebeurd. Er staat nog niets op de rails, dan alleen wat voornemens.
Het is waarschijnlijk zelfs zo, dat Hagedonk door gebrek aan gemeentelijk beleid nu
maar zelf een dagverblijf zal gaan opzetten. Zijn fractie heeft het college precies
verteld wat zij vindt dat er moet gebeuren. Het standpunt en de beleidsvoornemens
van het college, zijn tot op heden niet aan de raad gepresenteerd. Het college heeft
nog niets op de rails gezet, maar staat nog steeds op het perron. En in welke trein
het college stapt, hoort de raad nog wel. Wanneer de trein van het college vertrekt,
staat nog niet vast. Zijn fractie vraagt om concrete zaken en niet om nog niet-vastge-
stelde beleidsvoornemens.
Aantal woonruimten.
Niet kunnen lezen is één ding, maar ook niet kunnen rekenen is nog ernstiger. Dus
nog maar eens de tekst van vorige week: "Het is Gemeenschapsbelang opgevallen,
dat er in 1989 106 wooneenheden bij komen" en niet zoals door het college wordt
uitgelegd in 1987. Daar spreekt hij niet over. De woningaantallen die er in de afgelopen
jaren bij zijn gekomen, is een heel ander onderwerp. Op bladzijde 47 van de Nota
Meerjarenramingen staat: "Vooruitberekening aantal woningen". Hij citeert: "1 januari
1989 3.560 woningen, 1 januari 1990 3.666 woningen". Dat wil zeggen dat er volgend
jaar 106 woningen bij komen. Kan het college hem uitleggen waar die woningen komen
le staan. Waarschijnlijk niet, want op bladzijde 19 van de aanbiedingsbrief staat: "In
1989 bedraagt het richtgetal nog nauwelijks 40 woningen". Vanuit ambtelijke hoek
is hem medegedeeld, dat de vermeerdering van 106 woningen in 1989 te maken heeft
net het niet meetellen van de 73 wooneenheden van Hagedonk over de afgelopen jaren.
Dat heeft hij vorige week al gesteld en het college heeft hierop niet gereageerd. Hij
vraagt nu of het juist is dat de 73 woningen van Hagedonk de afgelopen jaren niet
zijn meegeteld. En zo ja, ziet het college dan mogelijkheden om de gederfde inkomsten
alsnog van het rijk te verkrijgen. Voor volgend jaar betekent een verschil van 73 wonin
gen namelijk: ruim f. 43.000,— minder op de post bedrag per woonruimte en nog eens
-9-