vesting een nota met twee tekeningen uitgebracht met betrekking tot een eventueel
toekomstig bedrijventerrein, gelet op het feit dat daarvoor aanvragen waren. De commis
sie heeft het college hierover een advies gegeven. Dat is meegenomen in het overleg
daarna met de provinciale griffie. Daarna is het college in contact getreden met de
eigenaar van de grond en daarbij komt dan met name het financieel aspect om de
hoek kijken. Daar is het college nu mee bezig. Wanneer dat rond zou komen na overleg
met de desbetreffende provinciale afdeling, gaat de portefeuillehouder ruimtelijke
ordening verder met het concipiëren van het onderwerpplan. Daarin worden dan de
nodige bepalingen met betrekking tot de omvang van de aantallen m2 af te nemen
grond, wel of geen bedrijfswoning enz. opgenomen. Dat wordt dan weer ter discussie
gesteld in de desbetreffende commissie of als het moet in de raad. Het college komt
niet eerder met een nota dan wanneer de tijd daarvoor rijp is.
De Woningstichting.
Bij de vragen in tweede termijn is zelfs het woord beleidsfouten gevallen. Door de
Woningstichting is echter geen beleidsfout gemaakt. De Woningstichting wilde alleen,
naar het gevoelen van het college, veel te duur bouwen. De Woningstichting heeft
daarvoor als een van de argumenten aangevoerd, dat moet worden gebouwd op een
locatie die wat meer vraagt dan dat aan een vrijstaande weg wordt gebouwd. Ter
plaatse ligt de conceptie van het Tournooiveld: 2 onder 1 kap woningen met garage.
De architect heeft daarmee rekening te houden. In het overleg dat daarna met de
Woningstichting is gevoerd, werd gesteld dat door de Woningstichting een bepaalde
risicofactor wordt gehanteerd, zoals bij elke bouw. Een gedeelte daarvan is gebruikt
voor palen enz. Het overgebleven gedeelte komt nu ten goede aan de verlaging van
de huur. Spreker kan namens het college de raad verzekeren dat, wanneer het contingent
1989 in de sociale huursector vrij komt, er weer overleg zal worden gepleegd. Dat
is ai overeengekomen met het bestuur van de Woningstichting. Dan wordt daarbij niet
alleen aangegeven wat, waar en wanneer gebouwd moet worden, maar ook de maximale
huurprijs. Bij de opdracht die de Woningstichting daarna aan de architect geeft, kan
dit worden meegenomen. Voor de raad en toekomstige huurders moet dit een gerust
stelling geven.
De woningbehoefte.
De fracties van Gemeenschapsbelang en P.v.d.A. hebben aandacht besteed aan de woning
behoefte en sectoren. Elk jaar in de augustus-vergadering krijgt de raad een voorstel
van het college waarin wordt melding gemaakt hoeveel woningzoekenden er zijn, de
leeftijden en het aantal aanvragen voor het bouwen in de vrije- en de premie-sector.
Daarbij wordt ook aangegeven waaraan naar het gevoelen van het college de meeste
behoefte bestaat. Dan wordt voorts aangegeven wat het richtgetal is. Daarbij wordt
geen planning aangegeven van wat men wil, maar alleen wat men mag hebben. Dat
alles wordt aan de raad voorgelegd. De raad kan hierin wijzigingen aanbrengen. Boven
dien wordt daarbij ook exact aangegeven voor een periode van 3 jaar, welke complexen
huurwoningen in het desbetreffende jaar onderhanden worden genomen voor wat betreft
de renovatie.
Bij interruptie zegt de heer van Geel dat het aantal woningen die nodig zou zijn, dat
de voorzitter nu noemt, klopt. Maar de vraag van zijn fractie is, bestaat er een planning
voor langere termijn. Is er op dit moment sprake, vanwege het lagere richtgetal, van
langere wachtlijsten. Is er sprake van toename van langer wachten op een woning.
Elk jaar wordt er een standpunt bepaald over de verdeling. Hij zou graag zien dat
die standpuntbepaling bekeken wordt over een langere termijn. Terugkijkend op wat
er is gebouwd, is zo gebeurd, maar de vraag is, wat er nodig is voor de komende vijf
jaar. Als men uitgaat van 5 x 40 woningen zijn dat 200 woningen. Wanneer men het
aantal woningzoekenden van dit moment bij elkaar telt, dan komt men misschien wei
tot meer dan 200. Dat wil zeggen dat sommige mensen misschien wel vijf jaar op
oen woning moeten wachten. Hij vraagt naar die vooruitzichten en die planning.
De voorzitter zegt dat dit weinig zinvol is. Er wordt al gepland voor drie en hij dacht
zelfs voor vijf jaar. Wanneer de heer van Geel de desbetreffende notulen leest dan
kan hij precies zien hoe groot de lijst van woningzoekenden is in de diverse sectoren,
elk jaar. Deze lijst wordt elk jaar bijgesteld. Maar dat is nooit of te nimmer een hard
gegeven. Vorige week tijdens een R.V.C.-vergadering kwam dit wederom tot uitdrukking.
De Woningstichting heeft dat nog ervaren, toen aangegeven werd wie in welke woning
-In