-18-
De heer van der Hilst vindt het erg belangrijk dat er openheid komt in de financiële
situatie. Ais men f. 182.000,-- van de gemeenschap wil hebben, dan vindt zijn fractie
dat het niet alleen belangrijk is, maar men ook de plicht heeft om openheid van zaken
te geven van alle financiële bescheiden.
De heer van Trotsenburg heeft de voor- en nadelen goed beluisterd en geheel of
gedeeltelijk antwoord gekregen op de vragen. Alles samenvattend komt hij tot de
volgende conclusie. In de voorbije jaren is er hard gewerkt aan de algemene subsidie
verordening Prinsenbeek en de verordening subsidiëring welzijnsactiviteiten Prinsen
beek, beide vastgesteld in de raadsvergadering van maart 1985. Hij ziet geen enkele
aanleiding om deze aanvraag van de Tennisvereniging Prinsenbeek niet conform deze
subsidieverordeningen te beoordelen. Juist met de door het college genoemde inves
teringssubsidie aan de K.P.J. is dit zeer zorgvuldig gedaan. Een investeringsinzicht
en exploitatieoverzicht zijn volgens artikel 3 vereist. Hij stelt vast dat, wanneer
de raad toch besluit artikel 32 sec. toe te passen, daardoor alle aanvragen voor
subsidiëring op éénzelfde en gelijke wijze moeten plaatsvinden. De huidige subsidie
regeling van k maart 1985 heeft daardoor zijn bestaansrecht en uitvoeringskracht
verloren. Hij concludeert daarbij ook dat de raad bij de vaststelling van de begroting
voor 1988, zeer onlangs, nog bepaalde kortingen in de subsidie voor bepaalde groepen
heeft moeten doorvoeren, zoals bijvoorbeeld het S.K.W. Voor de voortzetting van
het muziekbeleid moet nog de financiële ruimte gevonden worden. Zoals bekend
is de vrijheid in de V.V.D. voor de liberalen niet het afwezig zijn van beperkingen
maar de aanwezigheid van kansen. Kansen niet alleen voor de kansrijke maar ook
voor de kansarme. Ten aanzien van het C.D.A. merkt hij op dat die pleit voor een
zorgzame samenleving, waar de overheid terugtreedt en sociale banden losser worden.
Daardoor moeten de burgers de verantwoordelijkheid jegens elkaar beter waar maken.
Dat is sympathiek, maar moet hier de gemeentelijke overheid de direct betrokkenen,
alle leden van de samenleving, alle Prinsenbekenaren, niet juist gelijkgerechtigd
benaderen. Waarom de één a fonds perdu en de ander 100% laten betalen voor de
investeringskosten van een tweetal kleedkamers? Ten aanzien van Gemeenschapsbelang
zegt hij dat deze fractie het goed en zinvol vindt om aldus te handelen. De politieke
moed om een uniforme gedragsregel te bepalen ontbreekt. Vandaag wordt zo besloten
en morgen geheel anders. Voor welk belang komt deze gemeenschapspartij nu eigenlijk
op?
Bij interruptie zegt de heer van Geel dat het duidelijk moet zijn dat zijn fractie
opkomt voor de gehele bevolking.
De heer van Trotsenburg zegt dat dan ruim 9.000 Prinsenbekenaren worden vergeten.
De V.V.D. staat volledig achter privatisering. Dat is genoegzaam bekend, maar dan
wel gestoeld op goede en door deze raad op democratische wijze gekozen uitgangs
punten, zodat voor alle Prinsenbekenaren dezelfde rechten gelden. Zijn fractie draagt
alle sportverenigingen, dus ook de tennisclub, een warm hart toe en zijn fractie
is er trots op een dergelijke goed georganiseerde grote vereniging in haar midden
te hebben. Zijn fractie wil graag alle medewerking verlenen aan de uitvoering van
deze plannen, maar dan wel op voor iedere vereniging gelijke gronden en uitgangspun
ten. Daarom moet zijn fractie tegen dit voorstel stemmen omdat zijns inziens die
gelijkberechtiging en de democratische beginselen niet in het voorstel zijn ingebouwd.
De heer van Geel heeft bezwaar tegen het feit dat hier verteld wordt dat de meerder
heid van de raad een niet-democratisch besluit gaat nemen. Hij wil de heer van
Trotsenburg wijzen op de subsidieverordening en wel op artikel 32. Daar is al vaker
over gesproken. Dat artikel luidt als volgt: "In bijzondere gevallen kan de raad onder
nader te stellen voorwaarden een investeringssubsidie a fonds perdu verstrekken".
Dat is nu precies waar men mee bezig is. Dat is precies conform de vastgestelde
subsidieregeling. Dat heeft geen enkele verbinding met hetgeen de heer van Trotsen
burg heeft gezegd over de touwtjes strakker aantrekken voor de andere verenigingen.
Het heeft ook niets te maken met hetgeen door de heer van Trotsenburg is gesteld
over de hockey. Er wordt hier nu alleen gesproken over het toepassen van artikel
32. En dat wordt op een correcte wijze gedaan. Uit het feit dat de heer van Trotsen
burg nu het minderheidsstandpunt van de V.V.D.-wethouder verdedigt blijkt, dat
de V.V.D. het onderling wel eens is, maar verder ook niet veel meer.
De heer van Trotsenburg zegt dat zijn fractie in deze raadszaal al meerdere malen
heeft bewezen metterdaad voor de zwakkere op te durven en te kunnen komen.
Hij nodigt alle raadsleden ook uit om door deze kwestie geen ongelijkheid te creëren.