-10-
ze het maar uit moeten zoeken, is niet juist. Zijn fractie stelt dus voor éénmalig
het subsidieplafond dit jaar te verhogen met f. 26.548,—.
Wethouder Dirven zegt dat er al 2 jaar over deze zaak met de bibliotheek wordt
gesproken.
De heer Oomen vraagt of er officieel bezwaar is ingediend door de bibliotheek.
Uitgaande van de tekst van dit voorstel is het C.D.A. van mening dat het budget
financiering betreft.
De heer Schreiner zegt dat de bibliotheek in september bezwaar heeft aangetekend
tegen dit bedrag.
De heer Oomen constateert dat het college op zijn vraag "nee" heeft geantwoord.
Gepraat wordt hier dus over een budgetsubsidie zijnde het bedrag dat door de
gemeente beschikbaar wordt gesteld. Dan is het niet aan de raad om uit te maken
of dat besteed wordt aan personeelskosten of aan centrale verwarming of boeken
enz.. De bibliotheek moet daar beleid voor voeren.
De heer van Geel zegt bij interruptie dat de heer Oomen lijkt gelijk te hebben,
maar de hoogte van het bedrag bepaalt ook de mogelijkheden.
De heer Oomen vindt dat een open deur intrappen. Als er minder te besteden
valt dan moet men creatiever met de middelen omspringen. Dat geldt voor de
hele samenleving.
De heer van Bueren is erkentelijk voor de aan hem bestede aandacht. Alleen is
de wethouder nauwelijks ingegaan op hetgeen hij gevraagd heeft. De wethouder
zal wel begrepen hebben dat er nogal wat schoonheidsfoutjes kleven aan dit pro
gramma. Hij wenst dat dit een volgende keer niet meer voorkomt.
De voorzitter verduidelijkt dat, als de raad zou besluiten dit budget te handhaven,
het bibliotheekbestuur ervoor zal moeten zorgen dat men binnen de financiële
ruimte rond moet zien te komen. Het gaat dan niet louter om de post personeels
kosten, waarop alleen bezuinigd zou dienen te worden.
De heer van Geel concludeert dat dit voor de bibliotheek betekent dat er personeel
ontslagen zal moeten worden. De gemeenteraad aanvaardt dus die consequentie
willens en wetens.
Wethouder Dirven is van mening, dat er bij nieuwe zaken altijd sprake is van
schoonheidsfoutjes. Over 5 a 10 jaar wordt dit ook een gewone zaak. Welzijnszaken
zijn moeilijk. De forse uitspraak van de heer van Geel dat het subsidieplafond
voor zijn fractie geen heilige zaak is druist helemaal in tegen iets dat de gemeente
raad ai vier jaar probeert waar te maken. Ais er aan de ene kant geen verhoging
gewenst wordt van de onroerend-goedbelasting etc. dan kan aan de andere kant
ook het geld niet over de balk worden gegooid.
De heer van Geel zegt dat zijn fractie niets over de balk gooit. Een paar weken
geleden is er nog f. 45.000,— tevoorschijn getoverd. Daarvan kan dit bedrag moeite
loos betaald worden.
Wethouder Dirven zegt dat nog geen maand geleden de begroting goedgekeurd
is. Hij mag veronderstellen dat bekend is hoe het bedrag ad f. 613.000,— tot stand
is gekomen. De gemeente hoest uit eigen middelen 4 ton op, buiten de indirecte
subsidies die nog veel hoger zijn.
De heer van Geel concludeert dat het subsidieplafond nooit en te nimmer meer
verhoogd zal worden omdat het een heilige zaak is waaraan men niet mag komen.
Het is al vier jaar op hetzelfde vastgesteld.
Wethouder Dirven zegt dat het dit jaar op f. 613.000,— is vastgesteld. Volgend
jaar is het misschien hoger of zelfs lager. Dat is de taak van de gemeenteraad.
Volgens de heer van Geel zijn, sinds een maand geleden die begroting werd vastge
steld, de cijfers allemaal veranderd per vereniging. Dat is precies hetzelfde.
Wethouder Dirven zegt dat de gewijzigde cijfers nog steeds binnen dat bedrag
ad f. 613.000,— passen. Daar vraagt het college toestemming voor. Bij de ene
is het iets meer, bij de ander wat minder.
De heer van Geel zegt dat het volgens zijn fractie niet binnen dat bedrag kan
want dat gaat ten koste van de bibliotheek. Daarom is het subsidieplafond niet
meer heilig. Voor dit doel wil hij er iets bij.
Wethouder Dirven stelt vast dat Gemeenschapsbelang het eenmaal vastgestelde
subsidieplafond geen heilige zaak vindt. Daar kan dus altijd van afgeweken worden.