kleine complex aan de noordkant. Het voorstel dat nu voorligt is niets anders dan de uitvoering van het besluit, dat vorig jaar in november is genomen. Het college wil alle informatie geven op vragen, opmerkingen enz.. In de commissie welzijn is de vraag gesteld door Gemeenschapsbelang hoe het zit met de juridische aanspraken die de heer van de Broek, zijnde eerste inschrijver, denkt te moeten maken op het gebied van de toenmalige gedachte agrarische bestemming van het college. Er is inmiddels juridisch advies ingewonnen. Spreker leest vervolgens de essentie voor van het 5 pagina's tellend advies: "Op grond van het vorenstaande ben ik, mede in het licht van de mij thans ter beschikking staande gegevens van mening dat er geen aansprakelijkheid van de gemeente jegens van de Broek bestaat, indien de gemeenteraad de bestemming sportterrein handhaaft. De beweerde geleden schade dient voor risico van van de Broek te blijven. Indien echter de gemeente de bestemming wijzigt in agrarische bestemming en indien de gemeente toch wenst te verkopen ligt het, mijns inziens, in de rede dat zij zich allereerst verstaat met van de Broek teneinde hem in de gelegenheid te stellen de overeenkomst alsnog gestand de doen." Door de fractie van het C.D.A. is gevraagd in hoeverre de huurovereenkomst die met de Stichting Bosdal wordt gemaakt juridisch onderbouwd is. Het hoofd van de afdeling algemene zaken stelt de huurcontracten meestal zelf op. Het volledige contract is, voordat deze werd aangeboden, 3 maal met de notaris doorge sproken. Het juridisch advies daarover, is dus van de notaris. De heer Oomen zegt dat het C.D.A. zich altijd heeft uitgesproken voor verkoop van Bosdal met een agrarische bestemming. Ook in de gemeenteraadsvergadering van 26 november 1987, toen de bestemming van Bosdal aan de orde kwam, heeft het C.D.A. zich daar wederom over uitgesproken. Dit leek zijn fractie voor de hand liggend. Immers in de maanden daarvoor, toen de eerste advertentie is ge plaatst voor de verkoop van Bosdal, stond er in de advertentie: "de gemeente Prinsenbeek biedt te koop aan". De gemeente Prinsenbeek is niet het college maar dat is de raad inclusief het college. Een meerderheid van de raad dacht daar op dat moment anders over. Toen is het besluit genomen om de zaak kostendekkend te verhuren. Het C.D.A. respecteert de beslissing van de meerderheid van de raad en wil kritisch de zaak bestuderen en meedenken. De afgelopen dagen en weken is dit door de fractie geprobeerd, maar het voorstel maakt het toch erg moeilijk. Hij zal dit toelichten op een aantal punten. Op 26 november 1987 heeft de raad gesproken voor verhuur aan een bij voorkeur Prinsenbeekse vereniging. De resultaten van die besluitvorming staan thans in het raadsvoorstel. Op pagina 1 staat: "bij brief van 2 april 1988 heeft deze vereni ging (Bredase Golf vereniging Albatross) ons medegedeeld wel bereid te zijn tot het huren van Bosdal als golfaccommodatie via een toen nog op te richten stichting "Golf Bosdal", waarbij op die wijze aan de wens tot verhuur aan een Prinsenbeekse instelling tegemoet gekomen wordt;". Dit lijkt hem wel een erg simpele wijze om aan de raad tegemoet te komen. Als op deze manier aan de meerderheid van de raad tegemoet moet worden gekomen, dan zou het vanavond nog met een tweetal instellingen geregeld kunnen worden. Kortom, dit wil er bij het C.D.A. niet in. Op de huurovereenkomst die ter inzage heeft gelegen heeft het C.D.A. ook enkele bezwaren. Er wordt gepraat over verhuur aan een stichting. Een stichting is de meest ondemocratische rechtspersoon. Een stichting heeft geen leden, geen ledenver gadering en een stichting kan niet aangesproken worden. Voor de gemeente is er dan ook geen verhaalsobject. Om het complex verhuurbaar te maken aan de stichting Bosdal moeten er nog de nodige investeringen worden gedaan en die zijn toch vrij aanzienlijk. Als de investeringen tegen de waarborgsom worden afge wogen die in het contract wordt genoemd van drie maanden, dan is dat toch wel pover. Het is ongebruikelijk dat een waarborgsom ongelijk is aan de boete, zeker mede gelet op de extra investering. Instemmen met dit voorstel is een financieel avontuurtje. Stel dat de stichting binnen 2 of 3 maanden haar verplichtingen niet na zal kunnen komen, hoe zit het dan met de respons van de gemeente. Kunnen die extra investeringen van vele duizenden guldens zwart worden verhaald. Het college kan derisico's beperken door hoofdelijke aansprakelijkheid op te nemen van de leden van het stichtingsbestuur. Dat is een andere zaak. Het C.D.A. heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 239