-21-
binnen zijn fractie geleid heeft tot een bezinning op het gehele voorstel. Zijn fractie
is dan ook bereid om akkoord te gaan met het voorstel om nu een beginselbesluit
te nemen over dit verzoek en het college te machtigen om de onderhandelingen
met de exploitant te starten. Het gaat nu niet direct om wat er in die onderhandelin
gen gaat gebeuren, maar om het nemen van een beginselbesluit. Er zullen nog vele
klippen op de weg komen. In het voorstel wordt gesteld dat er geen problemen zijn
met de verkeersveiligheid. Er zullen nog meerdere instanties moeten worden gepas
seerd die dit wat breder uit kunnen spitten dan het college gedaan heeft. Er moet
een overeenkomst komen met de exploitant. Het concept dat ter inzage lag, gaf
zijn fractie de indruk dat de exploitant er toch wel al te gunstig vanaf kwam. Om
één voorbeeld te noemen: het kan natuurlijk nooit zo zijn dat het risico afgewenteld
wordt op de verhuurder, i.e. de gemeente. Zijn fractie heeft het volste vertrouwen
dat het college wat dat betreft goed aan de slag gaat en wil het college daarin ook
steunen.
De heer van Trotsenburg zegt dat het college zijn persoonlijk standpunt wel kent.
De paal is niet zo fraai, maar de enige overweging voor zijn fractie was het vrij
aardige huurbedrag dat de gemeente hiervoor zou kunnen krijgen. Zijn twijfels blijft
hij echter behouden en hij verzoekt de voorzitter dan ook de vergadering even te
schorsen voor overleg.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent na één minuut de vergadering en geeft het woord aan de
heer van Trotsenburg.
De heer van Trotsenburg zegt dat hij niet gelooft dat dit tegengehouden kan worden
maar hij hoopt wel dat dit in Prinsenbeek de laatste zal zijn en stemt in met het
voorstel.
De heer van der Hilst zegt dat zijn fractie tegen dit voorstel was en is. Er zijn
meer dan voldoende mogelijkheden om reclame te maken en die mogelijkheden breiden
zich steeds meer uit. Men kan het niet meer ontlopen. Reclame op televisie, reclame
in de krant, reclame in tijdschriften, reclame in de bus, reclame op postkantoren
enz. Op de openbare weg komt ook steeds meer reclame. Nu wil men in Prinsenbeek
zo'n afschuwelijke grote mast die totaal niet past in het landschap en zeker niet
bij een kleinschalige gemeente als Prinsenbeek. Het college doet zijn uiterste best
om deze paai te verkopen. Uit het voorstel citeert hij: "Het reclame-object verschijnt
niet nadrukkelijk of plotseling in het gezicht van de verkeersdeelnemers. Het beeld
en de uitstraling van dergelijke reclame langs wegen glijdt als het ware voorbij en
wordt onbewust opgenomen." Om dat woordje "onbewust" gaat het nu juist. Kon
het maar bewust bekeken worden. Kon men maar bewust die reclame wel of niet
zien. Neen, men glijdt eraan voorbij en onbewust, zonder dat men er zelf zeggenschap
over heeft, moet men de reclame in zich opnemen. Men kan er niet aan voorbij.
Men wordt gemanipuleerd door de reclame, dag in dag uit. Dit is een vorm van visueel
geweld. Hij wil nog wel iets zeggen over de procedure tot nu toe. Immers in april
of mei vorig jaar is het idee van reclame in de commissie openbare werken c.a.
informeel besproken. De drie grote fracties in deze raad, C.D.A., Gemeenschapsbelang
en P.v.d.A. toonden zich tegen de komst van een dergelijke mast. Alleen de kleine
fractie van de V.V.D. was voor. Desondanks kwam het college, tot zijn bevreemding
overigens, met een voorstel in de raad van augustus 1987. Dit is toen besproken
in de vergadering van de commissie openbare werken c.a. van 18 augustus 1987.
In het verslag staat letterlijk: "De heren van der Hilst, Schreiner en de Craen zijn
tegen het voorstel." Een dag later, op 19 augustus 1987, vindt de commissie algemene
zaken c.a. plaats en in het verslag van deze commissie staat en hij citeert: "de
heren van der Hilst, Oomen, Lotstra en van Geel zijn tegen dit voorstel." Dit is
volkomen duidelijk. Echter vijf dagen later, op 24 augustus 1987, vergadert de commis
sie financiën. Dan komt er ineens iets volslagen nieuws uit de lucht vallen. De fractie
voorzitter van het C.D.A. komt met de opmerking: "Onlangs is bekend geworden
dat er iets te regelen valt met de verlichting." Einde citaat notulen. Tussen 19
en 25 augustus blijkt opeens dat er namelijk iets te regelen valt met de verlichting.
Dat is een nieuw gegeven en daarom moet het voorstel worden aangehouden. De
heer van Bueren heeft gezegd dat dit destijds is besproken en dat er maar niet meer
op teruggekomen moet worden. Hij begrijpt dat wel, wanneer men zo omdraait.