-23-
ingeschreven? Was dat in juli? Toen bestond er nog geen stichting Bosdal. Deze
stichting bestond pas op 29 september 1988, 2 dagen voor het verstrijken van
de inschrijvingstermijn. Graag antwoord hierop. Verder staat er in het voorstel
dat de stichting Bosdal de huurovereenkomst heeft opgesteld. Dat is vreemd.
Normaal stelt toch de verhuurder het contract op, eventueel in overleg met de
huurder. Waarom heeft in dit geval de verhuurder i.e. de gemeente het contract
niet opgesteld? Waarom laat de gemeente zich vervolgens niet bijstaan door een
juridisch adviseur? Waarom oordeelde men het niet nodig om het voorstel te be
spreken in de commissie algemene zaken c.a.? Normaal komen toch zaken van
juridische aard altijd in deze commissie. Waarom juist nu niet? Welke garantie
heeft nu de gemeenteraad dat het contract waterdicht en spijkerhard is. Een deel
van Bosdal wil het college verhuren aan de stichting Scouting. Échter in de vergade
ring van de commissie financiën is vernomen dat er geen overeenstemming bestaat
met de stichting Scouting. Waarom staat dit dan wel in het voorstel? Het voorstel
is niet bepaald helder, duidelijk en eenduidig.
De heer van Geel zegt dat de heer van der Hilst de meeste zaken al aan de orde
heeft gesteld. Er is voortdurend tamelijk onzorgvuldig gehandeld en tamelijk onzorg
vuldig omgesprongen met belangen van allerlei mensen. Mensen die in eerste termijn
hebben ingeschreven en daarvoor al met de belangen van degene die agrarisch
heeft ingeschreven. Later weer de belangen van de stichting Bosdal. Al bij al
duurt het op 2 dagen na al een jaar voordat het raadsbesluit van vorig jaar geëffec
tueerd kan worden. Het toppunt van onzorgvuldigheid vond zijn fractie aan het
einde van deze rit. Dat was toen het verhaal ter ore kwam dat er een juridisch
schrijven was binnengekomen gericht aan de leden van de raad van de gemeente.
Daarin werd een aansprakelijkheidsclaim gelegd. Die betreffende brief bleek niet
geagendeerd voor de raadsvergadering bij de ingekomen stukken. Er zou gezegd
zijn dat de brief nog niet rijp voor de raad was. Dat is een hoogst onbetamelijke
gang van zaken. Over het algemeen vindt zijn fractie dat alle zaken die rond
de verhuur van het complex Bosdal gespeeld hebben uitblinken in onzorgvuldigheid.
Mensen die inschrijven en maandenlang niets horen. Mensen die geen bericht hebben
gekregen dat de inschrijving niet strookt met het raadsbesluit. Mensen lang in
onzekerheid laten. Dat behoort een zichzelf respecterende gemeente niet te doen.
De huurprijs die berekend wordt aan de stichting Bosdal vindt zijn fractie te hoog.
Het is niet juist dat afschrijving van de boekwaarde van de grond meegerekend
wordt in dit object. Afschrijving van gebouwen, van de investeringen in de grond
en dergelijke dienen wel meegerekend te worden. Dat dit een uitvloeisel is uit
vroegere tijden, toen afschrijving van grond gebezigd werd om de financiële positie
van de gemeente wat te verbeteren, kan spreker zich voorstellen. Als dit deel
van de huurprijs uit het bedrag gehaald wordt, dan zou zijn fractie dit op prijs
stellen. De gemeenteraad beslist over verkoop of niet verkoop. Dat mag niet geba
seerd zijn op een wellicht te vroeg of te haastig geplaatste advertentie.
Wethouder Dirven zegt dat de heer van der Hilst een waarde-oordeel over het
voorstel heeft gegeven. Natuurlijk kleven er altijd schoonheidsfoutjes aan een
voorstel. De aanvraag van Scouting om te kopen of te huren ligt er al lang, zelfs
nog voor het besluit tot verkoop met een agrarische bestemming. De Scouting
heeft dus oude rechten. Het gaat hier over een stuk grond waar vroeger een vuilnis
stortplaats was. In de werkgroep is besloten hiernaar een onderzoek in te stellen.
Uit dat onderzoek is gebleken dat er nogal wat in de grond zit. Daarom zal er
waarschijnlijk nog een apart voorstel komen om deze grond bruikbaar te maken.
Het risico om dit niet te doen is op het ogenblik onverantwoord. De Scouting
is hieromtrent dan ook grondig ingelicht. Om toch te komen tot verdere voortgang
van het proces is voor wat betreft de Scouting in dit voorstel de vaststelling van
het bedrag genoemd. Dit is de prijs die kostendekkend is. Er kan nog niet overge
gaan worden tot verhuur omdat eerst overeenstemming en de mogelijkheid om
te verhuren verkregen moet worden. Het kan zijn dat uit het milieu-onderzoek
blijkt dat verhuren niet mogelijk is. Spreker zegt niet begrepen te hebben hoe
de heer van der Hilst er bij komt dat de huurder het contract opgesteld zou hebben.
De heer van der Hilst citeert uit het voorstel op pagina 2: "Dezerzijds is een
ontwerp van een aan te gane huurovereenkomst opgesteld." Voor deze zin werd