Nu ligt het voorstel weer voor en wat schetst zijn verbazing dat ineens het C.D.A.
vóór blijkt te zijn. Het C.D.A. heeft die rustpauze benut om ineens van tegen, om
te draaien in voor. Het C.D.A. vond het destijds ook niet passend voor Prinsenbeek.
Nu vindt het C.D.A. het ineens wel passend voor Prinsenbeek. Wat is er veranderd
aan de gemeente Prinsenbeek, dat een 32 meter hoge paal ineens wel past in het
dorp. Het is belangrijk om duidelijk te zijn in de politiek. Men kan weieens van mening
veranderen en dat neemt hij niemand kwalijk, maar als een partij in een paar maanden
tijd ineens tegen wit zwart zegt, dan weet hij niet meer wat hij met zo'n partij
aan moet. Bovendien is er gevraagd om het voorstel aan te houden omdat er iets
in de maak is omtrent de verlichting. Nu komt het college met een nieuw voorstel
en er blijkt niets veranderd te zijn aan de verlichting. Hij heeft niet in het voorstel
kunnen lezen dat er iets veranderd zou zijn aan de verlichting. Sterker nog, volgens
hem is er helemaal niet gesproken over de verlichting. Moet hij dit zien als een
truc die in augustus is toegepast om het voorstel er nu wel doorheen te krijgen?
Alleen het maximale bedrag dat de gemeente kan ontvangen is wat verhoogd. Hij
vraagt zich af of het er misschien aan kan liggen dat men bezweken is voor het
geld.
De heer Franken zegt dat in de raadsvergadering van 27 augustus 1987 zijn fractie
tegen dit voorstel was en wel hoofdzakelijk om verkeersveiligheidsredenen. Zoals
de raad weet, gebeuren er op rijksweg 16 ter hoogte van Prinsenbeek veel ongelukken.
Een reclamezuil ter hoogte van een invoegstrook is zijns inziens iets dat de verkeers
veiligheid niet bevordert. Hij heeft in die vergadering gevraagd om advies in te winnen
bij de rijkspolitie of eventueel andere instanties zoals bijvoorbeeld Rijkswaterstaat.
Dit werd door het college toegezegd. Deze adviezen mist hij bij dit voorstel. Verder
vindt zijn fractie dit dorp veel te mooi om het door een dergelijk object te laten
overheersen. Tweeëntwintig jaar geleden is in Prinsenbeek een toren gevallen. Gemeen
schapsbelang wil déze toren in ieder geval niet oprichten.
Wethouder Houtepen dacht niet veel meer te hoeven zeggen over deze zaak. Volgens
de heer van Bueren is het een principe-overeenkomst en dat is juist. Verder zal
de overeenkomst worden uitgewerkt met de exploitant waarin alles op een rij gezet
zal worden en dat dan ter goedkeuring aangeboden wordt aan de raad. De raad heeft
de volledige zeggenschap.
De argumenten van de heer van der Hilst zijn ai eerder verwoord tijdens de commissie
vergadering. Met een paar bemerkingen van de heer van der Hilst kan hij het niet
eens zijn. De heer van der Hilst heeft gezegd dat het erop lijkt alsof het college
zelf het bureau is. Dat is niet waar. De gemeente is benaderd door die firma en
er zijn onderhandelingen geweest. Tijdens de commissievergaderingen is ook afgespro
ken dat een en ander nagetrokken zou worden, waarna het college terug zou komen
met een voorstel. Nu heeft de betreffende firma gezegd dat, wanneer de raad bereid
is om in principe medewerking te verlenen, de voorwaarden concreet uitgewerkt
zullen gaan worden, die dan weer ter beoordeling aan de raad worden voorgelegd.
Dat houdt dan ook in dat dan de adviezen binnen moeten zijn van Rijkswaterstaat
voor wat betreft de verkeersaangelegenheden. De heer van der Hilst heeft ook nog
gezegd dat in de commissievergadering financiën van 25 augustus 1987 een truc
gebruikt is. Daar wenst hij ook niet op in te gaan want het college maakt geen ge
bruik van trucs om iets af te dwingen. Integendeel, het college legt het aan de raad
voor.
De heer van der Hilst zegt dat voorgesteld wordt nu in principe een besluit te nemen
en daarna pas te praten over de uitwerking. Het lijkt hem veel beter dat er eerst
de voorwaarden worden gesteld en dat daarna een principe-besluit genomen wordt.
Immers, wanneer er nu al een principe-uitspraak is, dan staat men straks veel minder
sterk. Hij stelt voor om het voorstel aan te houden zoals door de heer Oomen is
gevraagd in augustus, omdat hij eerst zou willen praten over de voorwaarden.
De heer van Bueren zegt dat men niet kan praten over voorwaarden als men niet
de intentie heeft om te verhuren of te verkopen.
De heer van der Hilst wil eerst weten onder welke voorwaarden verhuurd gaat worden.
Men gaat niet eerst verhuren en dan pas praten over de voorwaarden en een overeen
komst tekenen.
De heer van Bueren zegt dat er toch niet gesproken is over iets tekenen, maar over
het eventueel bereid zijn om te verkopen of te verhuren. Ais daar "ja" tegen wordt
gezegd dan heeft het pas zin om met de exploitant te praten over de voorwaarden.
Eerder lijkt het hem niet mogelijk.