8. Voorstel tot aanvaarding van de 6e wijziging van de gemeenschappelijke regeling IZ A-N oord-Brabant. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Voorstel tot wijziging van artikel 2k van de Beheersver ordening gemeenschapshuis Eikebos. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel inzake het verzoek tot het oprichten van een reclamezuil langs rijksweg A16. De heer van Geel zegt dat nu het plaatsen van een reclame-zuil langs de rijksweg voor de zoveelste maal in de vergadering besproken wordt en dat hij zich van het begin af aan heeft uitgesproken tegen plaatsing van deze reclame-zuil. Niet omdat hij tegen reclame is, maar wel om verkeerstechnische redenen. In de brief van Rijks waterstaat staat: "De weg is ter plaatse al te zwaar belast en voldoet niet aan de normen. Op de plaats waar de reclame-zuil gepland zou worden, zijn er in- en uitvoegstroken zodat de automobilist zijn aandacht daar extra nodig heeft. De auto snelweg maakt daar een flauwe bocht die de rijzicht-afstand enigszins beperkt. De mast zal de aandacht van de weggebruikers afleiden. Uit het oogpunt van verkeers veiligheid bestaat tegen het plaatsen van de onderhavige reclamemast dan ook be zwaar." In deze tekst heeft spreker geen aanleiding gevonden het eerder ingenomen standpunt te wijzigen. Hij blijft dus tégen het plaatsen van een reclame-zuil. Van de zijde van Prinsenbeek zal er in de toekomst geen woud van reclamemasten ontstaan zoals spreker vanochtend in dagblad De Stem kon lezen. De schrijver van dit stuk is zelfs van plan drie dergelijke masten te plaatsen. Dit zou een onverstandige zaak zijn. Voor de Bredase kant van de rijksweg gelden namelijk precies dezelfde argumen ten als voor de Prinsenbeekse kant. De heer Oomen heeft er nooit een geheim van gemaakt dat, als Prinsenbeek deze reclame-zuil niet zou plaatsen, de gemeente Breda hem wel zou plaatsen. Spreker is beslist niet tegen reclame maar heeft het college wel gevraagd om de voorberei dingsmaatregelen te nemen die nodig zijn en adviezen in te winnen. Geconstateerd moet worden dat het advies van Rijkswaterstaat luidt dat de verkeersveiligheid belemmerd wordt. Dit, gekoppeld aan het feit dat zijn fractie toch al niet stond te trappelen om deze reclame-zuil binnen de Prinsenbeekse grenzen te halen, is voor hem reden om niet met het voorstel in te stemmen. Van de verantwoordelijkheid die de gemeente Breda eventueel op zich neemt wil de Prinsenbeekse raad geen deelgenoot zijn. De heer van der Hilst zegt dat de discussie al veel eerder afgelopen had kunnen zijn als C.D.A. consequent was geweest in zijn standpunt. Zijn fractie was en blijft tegen plaatsing van een dergelijke mast. Het standpunt van Rijkswaterstaat sterkt alleen maar de mening van zijn fractie dat zo'n mast er niet moet komen. Kort samengevat zijn de belangrijkste bezwaren van de P.v.d.A.-fractie de volgende: een dergelijke hoge mast past niet bij het landelijk karakter van Prinsenbeek; de verkeersveiligheid; het is een vorm van horizonvervuiling en een vorm van visueel geweld. Zijn fractie is ook niet tegen reclame, maar wel tegen reclame die niet ontlopen kan worden. Zijn fractie hoopt dat niet alleen de P.v.d.A. maar dat ook de andere partijen zich niet zullen laten chanteren door allerlei handige bedrijven die niet in het belang van Prinsenbeek maar in hun eigen belang financieel gebaat zijn bij de plaatsing van masten op Prinsenbeeks grondgebied. Wethouder Houtepen constateert dat niemand tegen reclame is en dat doet spreker genoegen. De mogelijkheden die hieraan gekoppeld zijn, sluit de raad echter uit. Het is een normale zaak dat over een dergelijk verzoek overleg wordt gepleegd -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 257