-25-
Uit de stukken die bij dit voorstel behoren en alle brieven bestudeerd hebbende is
de heer Oomen tot de conclusie gekomen dat de gemeente volledig juridisch juist
gehandeld heeft. Komt het weieens voor dat mensen, wiens optietermijn verloopt
of bijna verlopen is, een dag van tevoren worden getipt? Is dat een beleid dat hier
gevoerd wordt? Als dat zo is, dan moet iedereen over één kam geschoren worden.
Wethouder Houtepen stelt het zeer op prijs dat de raad zegt dat het college juist
gehandeld heeft. Het is niet de taak van een ambtenaar om tegen de optienemer
te zeggen dat de termijn om is. Het is wat anders als de optienemer aan de betrokken
ambtenaar vraagt hoe het gesteld is met de optietermijn en wat er gedaan moet
worden om verlenging te krijgen. Dan is het de taak van de ambtenaar om de optie
nemer te adviseren.
Op één vraag van de heer van der Hilst over wat er gebeurd zou zijn, kan hij geen
antwoord geven. Als het college besluit om de optietermijn te verlengen dan loopt
die periode normaal af en moet afgewacht worden welke keuze de optienemer maakt.
Zo heeft het college steeds gehandeld in vorige situaties. Er is niets bijzonders ge
beurd.
Wethouder Dirven merkt op dat als de praktijk gevolgd zou worden dat dan een ambte
naar zou moeten opletten wanneer de tijd verstreken is. Dan zou de aansprakelijkheid
bij de gemeente en die ambtenaar komen te liggen en daar voelt hij niets voor want
dat keert de zaak totaal om. Iemand die een optie neemt, is op de eerste plaats
zelf verantwoordelijk.
De heer van Geel zegt dat door de wethouder niet duidelijk is gemaakt of er in het
verleden weieens het aflopen van opties doorgegeven zijn. Hij had het idee dat dit
wel gebeurde. Het moest wel zeer bekend zijn geweest op welk moment de optie
termijn afliep, anders was men niet zo snel tot onderhandeling overgegaan. Iemand
die een optie neemt en daar een aanzienlijk bedrag voor betaalt, heeft een zeker
recht. Dat recht vervalt op het moment dat de optie afloopt en het is dan een zaak
van wellevendheid om te vragen of de keuze al gemaakt is. Het college heeft de
beslissingsbevoegdheid en niet de optienemer als hij over wil gaan tot koop. Dan
staat de optienemer in het recht van kopen. Wil hij niet kopen dan is de keuze aan
het college om een ander wellicht die optie te geven.
De voorzitter zegt dat het niet gaat over de hoogte van het bedrag maar over een
optie-contract waarbij twee partijen betrokken zijn. Elk met zijn eigen rechten en
verplichtingen. Dan komt er een moment dat zo'n contract van rechtswege expireert.
De heer van der Hilst vind ook dat die verantwoordelijkheid niet omgedraaid moet
worden. Men heeft te maken met serieuze volwassen mensen. Het is een degradatie
van de waardigheid van de mens als iemand zou komen vragen hoeveel tijd hij nog
heeft, want er is een contract voor drie maanden waar geld voor is betaald. Wanneer
het belangrijk is om dat geld te behouden, dan komt men binnen die drie maanden
vanzelf wel. Hij heeft overigens nog geen duidelijk antwoord gekregen op al zijn
vragen.
De heer Oomen vindt het juist dat er een reglement van uitgifte van grond op het
bedrijventerrein is, want anders wordt dit ook voor de gemeente onbestuurbaar.
Zijn fractie tilt erg zwaar aan het gelijkheidsbeginsel. Optienemers wel of niet tippen
behoort volgens de wethouder niet tot het beleid.
Volgens wethouder Houtepen is het niet waar dat er aandrang is uitgeoefend om de optie
te nemen om een autodemontagebedrijf te weren. Er ligt nog een aanvraag voor
dit bedrijf op dit moment. Wel heeft het college ingestemd met het verzoek van
de optienemer of er een verzamelgebouw geprojecteerd mocht worden en dit dan
proberen te verhuren aan ondernemers uit Prinsenbeek. Dat behoorde juist tot de
doelstellingen van het college.
Wethouder Dirven maakt ernstige bezwaren tegen de opmerking van de heer van
Geel dat er een vorm van wellevendheid behoort te zijn in de ambtelijke sfeer. Zeker
iemand, die lid is van de commissie personeelszaken c.a., had dit moeten begrijpen.
Het heeft niets met wellevendheid te maken, want het is een puur zakelijk contract
met puur zakelijke afspraken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervol
gens conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten.