-5-
veling om verzoeker te wijzen op de eventuele beroepsmogelijkheden.
De voorzitter constateert dat de gehele raad het desbetreffende verzoek afwijst.
De eventuele beroepsmogelijkheden zuilen aan reclamant worden medegedeeld.
Dat gebeurt overigens altijd. Als portefeuillehouder binnen het college merkt
hij toch op dat drie fracties toch de deur open willen houden voor afzonderlijke
gevallen. Dit is op zich niet ongevaarlijk. Mochten er meer van deze verzoeken
komen dan mag de raad verwachten dat, als het college zich daarin zou kunnen
vinden, dit vermoedelijk een meerderheidsstandpunt zal zijn. Op zich hoeft dit
niet vreemd te zijn, want dan wordt het voorstel verdedigd door een van de beide
andere leden van het college. Hij zal dit dan als portefeuillehouder niet verdedigen.
Dat zegt hij bij voorbaat. Terugkomende op hetgeen verwoord is door de heer
van Trotsenburg wil hij het volgende mededelen. Spreker gaat ervan uit dat recla
mant exact wist waarom dit verzoek niet ingewilligd kon worden. Althans naar
het gevoelen van het college. Toen reclamant zich terecht tot de raad wendde
heeft de portefeuillehouder in eerste instantie op 17 december j.l. uitdrukkelijk
gesteld dat het hier niet gaat om een postzegelplannetje maar om een breder
kader. Hij heeft gesproken over de beide aspecten: zowel de precedentwerking
als de gelegenheidsplanologie. Er is bij betrokkene dan ook geen enkele verwachting
gewekt van de zijde van het college. Het college heeft bovendien acuut gereageerd
op het verzoek van betrokkene.
De heer van Geel meent dat de voorzitter zich toch wel kan voorstellen dat hier
een voorstel ter tafel kan komen dat aanvankelijk misschien afgewezen wordt
maar waarvan op een gegeven moment blijkt dat de argumenten zodanig zijn dat
ermee ingestemd zou moeten worden. Er is dan helemaal geen reden om te zeggen
dat dan de verdediging door iemand anders moet worden gedaan.
Bij interruptie zegt de voorzitter dat het college voorstellen naar de raad verdedigt
en dat het college intern uitmaakt wie wat verdedigt.
De heer van Geel vindt het zwak om nu al bij voorbaat te zeggen dat dan de
verdediging maar door iemand anders moet plaatsvinden.
De fractie van de heer Lotstra is tegen gelegenheidsplanologie en wil met name
de planologie consequent doorvoeren, leder verzoek moet echter op zijn merites
bekeken worden en het gaat te ver om nu al nooit te zeggen. Hij hoopt hiermee
de zorg van de voorzitter te verlichten.
De voorzitter dankt het C.D.A. voor die morele steun.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
7. Voorstel inzake wijze van aanbesteding aanpak herinrichting markt.
De voorzitter zegt dat in de openbare commissievergadering algemene zaken,
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting uitvoerig van gedachten is gewisseld naar
aanleiding van dit agendapunt. Het ging met name om de volgende drie punten:
a. de inhoud van het bestek;
b. de wijze van aanbesteding, openbaar of onderhands;
c- de relatie met het totale verkeerscirculatieplan en dan met name de recon
structie van de Groenstraat.
Voor de commissie was dit aanleiding om een aantal vragen te stellen met betrek
king op het inhoudelijke van de aanbesteding, het inhoudelijke van het bestek
en de verkeersaangelegenheden. Dit laatste toegespitst op de reconstructie van
de Groenstraat. De portefeuillehouder kon op die beide terreinen weinig inbrengen,
omdat die buiten zijn gezichtsveld liggen. Het is juist dat ook in deze laatste
fase door de raad een goed en zo mogelijk unaniem besluit genomen zou kunnen
worden. De suggestie van de commissie om de behandeling van dit voorstel en
derhalve ook de besluitvorming op te schuiven wordt door het college overgenomen.
In een informele raadsvergadering waarbij de landschapsarchitect aanwezig zal