Notulen van het behandelde in de openbare vergadering van de gemeenteraad van
Prinsenbeek, gehouden ten gemeentehuize op donderdag, 28 januari 1988.
AANWEZIG;
AFWEZIG MET KENNISGEVING:
VOORZITTER;
SECRETARIS:
1. Opening.
1. P.W. Houtepen
2. H.3.F.M. Dirven
3. 3.P. van Bueren
4. 3.A. de Craen
5. C.A. Franken
6. F.3.3.M. van Geel
7. 3.C. van der Hilst
8. A.A. de Hoon
9. Mr. A.3.M. Lotstra
10. A.3.G. Oomen
11. M.H. Overboom
12. M. Schalk - Fabrie
13. W.A. van Trotsenburg
lif. F.A.A. Verpaalen
wethouder;
wethouder;
lid;
lid
lid
lid
lid
lid
lid
lid
lid
lid
lid
lid.
B.G.C. Schreiner
lid.
Mr L.K.M. Verwiel
burgemeester.
A.A.Th.M. Geerards
gemeente-secretaris.
De voorzitter opent de vergadering met gebed en spreekt zijn nieuwjaarswoord als
volgt uit:
"Dames en heren, leden van de raad,
Tijdens de informele nieuwjaarsreceptie van burgemeester en wethouders met de
medewerkenden van de binnen- en buitendienst dezer gemeente op k januari j.l.,
waarbij practisch u allen ook acte de presence gaven danwel in ander verband hebben
wij elkaar reeds alle goeds voor dit jaar toegewenst; en dat gold dan met name
waar het de privé-sfeer betreft.
Gaarne wens ik bij deze uw raad als hoogste bestuurscollege op het lokale vlak voor
dit nieuwe werkjaar toe, veel wijsheid, daadkracht, homogeniteit en een constructieve
instelling ten opzichte van elkaar bij uw beraadslagingen en besluitvorming.
Ook dit jaar mag namelijk wederom verwacht worden, dat uw raad een aantal voor
de bevolking van Prinsenbeek van belang zijnde en haar rakende zaken ter bediscus-
siëring zal worden voorgelegd. De aanbiedingsnota van burgemeester en wethouders
bij de gemeente-begroting voor 1988 spreekt in deze voor zich.
Bovendien wordt onze plaatselijke gemeenschap dit jaar als het ware overstelpt met
een groot aantal evenementen;
met name als uitvloeisel van jubilea in orde van grootte van 22 tot 100 jaar van
verenigingen of anderszins;
zulks zal in elk geval van uw voorzitter, doch ongetwijfeld ook van u de nodige extra
tijd vergen.
Het nu achter ons liggende jaar was mijns inziens een bestuurlijk goed en vruchtbaar
jaar. Uw raad zette zich terdege en met groot gevoel voor verantwoordelijkheid
in voor de taak, waarvoor u bent verkozen. Dat niet steeds unanimiteit tot stand
kwam terzake van de besluitvorming, is niet alleen niet vreemd, doch zou ook niet