-10-
stijging neer op 54,5%. Gerelateerd aan de totale Brabantse bevolking stijgt het
aantal personen van 65 jaar en ouder van 9,6% in 1985 tot 13,9% in het jaar 2000.
Dit betekent derhalve een relatieve toename van 44,8%. Onder deze groep van
65 jaar en ouder stijgt het aantal personen van 80 jaar en ouder van bijna 39.000
in 1985 naar ruim 68.000 in het jaar 2000. Een absolute toename van bijna 30.000
personen. Deze absolute toename komt neer op een relatieve toename van 75%.
Gerelateerd aan de totale bevolking neemt dit percentage toe van 1,8% van de
totale Brabantse bevolking in 1985 tot 3,8% in het jaar 2000. Thans beschikt Noord-
Brabant over 15.440 verzorgingsplaatsen. Dit betekent dat in 1985 nog 7,6% van
alle personen van 65 jaar en ouder in aanmerking kon komen voor opname in een
bejaardenoord. In het jaar 2000 zal dit nog slechts 4,9% zijn van alle personen
boven de 65 jaar. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de afbouw van het
aantal verzorgingsplaatsen tot 1991. Ook Prinsenbeek zal volgens genoemd kaderplan
14 verzorgingsplaatsen moeten inleveren voor 1991. Al met al een belangrijke
reden om alert te blijven. Minder verzorgingsplaatsen, een stijgend aantal vooral
hoog bejaarde ouderen, toenemende verzorgingsbehoefte, blijvende financiële en
daarmee verband houdende personele problemen, een grotere druk op het kruiswerk
en de gezinsverzorging en de eerste-lijns gezondheidszorg. Redenen voor het bestuur
van Hagedonk om een aktief en positief flankerend beleid te voeren. Dat moge
blijken uit het feit dat voor wat betreft de maaltijdvoorziening in 1987 maatregelen
zijn genomen om het aantal te bereiden maaltijden kooktechnisch aanmerkelijk
te vergroten. Hij zegt hier uitdrukkelijk kooktechnisch omdat natuurlijk het aantal
maaltijden dat men kan bereiden ook door het personeel geserveerd en rondgebracht
moet worden. Dat is een ander aspect van deze zaak. Ook zijn financiële reserves
gevormd om te kunnen investeren in een eventueel te stichten afdeling dagverzor
ging. Het project alarmering loopt voortreffelijk en de samenwerking met de stich
ting welzijn ouderen verloopt prima. De bewonerscommissie, die de bewoners
van Hagedonk vertegenwoordigt in de raad open bejaardenwerk en waarvan een
vertegenwoordiging alle bestuursvergaderingen bijwoonde is per 21 augustus 1987
opgehouden te bestaan. De zittende leden waren vier dames, waarvan de jongste
82 jaar, die het om gezondheidsredenen niet meer zagen zitten. Ondanks alle
pogingen bleken geen andere bewoners bereid om zitting te nemen in deze commis
sie. Bestuurlijk kende Hagedonk in 1987 geen problemen. Er waren veel aktiviteiten
als gevolg van het ontwikkelen van kaderplannen. Nieuwe financiële richtlijnen
die gepaard gaan met vaak nieuwe bezuinigingen. Ook de zogenaamde retributie
kwestie, het omzetten van leningen met hoge rente in leningen met lage rente,
de financiering uit eigen bijdrage en provinciale subsidie gaven het bestuur van
Hagedonk in 1987 de nodige zorg. In de loop van 1986 werd spreker door de raad
gekozen om namens hem in het bestuur van Hagedonk de plaats in te nemen van
de heer de Hoon, die na een bestuursperiode van 9 jaar statutair moest aftreden.
De jaarrekening van 1987 is nog niet door de accountant gecontroleerd zodat
nog geen financiële resultaten over 1987 kunnen worden verstrekt. Hij kan de
raad echter meedelen dat het toegekende budget voor 1987 voldoende was. Voorheen
was het zo dat de begroting voor 1 november moest worden ingezonden en binnen
drie maanden, dus voor 1 februari daaropvolgend, werd goedgekeurd. Thans is
er een half jaar of meer nodig om tot vaststelling te komen. Een gevolg is dat
men in 1987 pas op de hoogte was van de pensionprijzen per 1 januari 1987 en
over de middelen die beschikbaar waren. Het toegekend budget wordt vastgesteld
ter hoogte van de goedgekeurde exploitatie-begroting. Een deel van dat budget
wordt geraamd, zoals de eigen bijdrage van de bewoners. Het restant wordt in
de vorm van een provinciale subsidie in maandelijkse termijnen betaald. De raming
van de eigen bijdrage is gebaseerd op de ontvangen eigen bijdrage in het vooraf
gaande jaar. In 1987 werd door de provincie een eigen bijdrage geraamd van
f' 1.173.517,—. Deze bleek in werkelijkheid nogal wat lager, namelijk f. 1.074.599,—.
Een verschil van bijna f. 100.000,—. Dit verschil plus het feit dat de overige eigen
bijdragen en de provinciale subsidie pas op het eind van de maand worden voldaan
ln plaats van de eerste van de maand, zoals voorheen het geval was, was er de
oorzaak van, dat Hagedonk gedurende het hele jaar problemen had met de liquide