-10-
Dat is het uitgangspunt geweest.
Bij interruptie zegt de heer Schreiner dat hij toen inderdaad kwaad is geworden
op de wethouder omdat deze naar de bewoners toe is gegaan, omdat naar zijn
mening de wethouder ook met de ambtenaren van die gemeente had moeten gaan
praten. Dan had de wethouder duidelijke voorlichting kunnen geven. Dat is toen
zijn opmerking geweest.
De voorzitter sluit de discussie want het betreft hier alleen een R.O.-kwestie.
Wethouder Dirven zegt dat er gesproken is over een woonsituatie met veel geluids
overlast. Dan moet men inzien waarom die situatie zo is en dan is dit voorstel
de consequentie.
De heer Schreiner vraagt of de woning van de heer van de Kar straks dan afgebro
ken zou worden.
Wethouder Dirven zegt dat dit niet gebeurt want het pand wordt verkocht aan
een nieuwe bewoner. Dan is dat geen gegroeide situatie, die de nieuwe bewoner
niet had kunnen voorzien. Het pand stond er al, voor de weg aangelegd werd.
Wethouder Houtepen zegt dat over de nieuwe cijfers van de geluidmetingen al
verschillende malen in de commissie openbare werken van gedachten is gewisseld.
Hoe een en ander zal gebeuren is een zaak van Rijkswaterstaat.
De voorzitter sluit de discussie.
Uit hoofdelijke stemming blijkt dat
vóór stemmen de leden Oomen, de
Craen, Houtepen, van Trotsenburg
en Dirven en tégen stemmen de leden
Overboom, van Bueren, de Hoon, Schalk,
Verpaalen, van der Hilst, Franken,
Schreiner en van Geel zodat het voorstel
verworpen is met 5 stemmen vóór
en 9 stemmen tégen.
8. Voorstel tot aankoop van een strook grond ten behoeve van parkeerplaatsen
aan de Vljverstraat bij de H.N.O.-school "de Beemderi'.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke
stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
9. Voorstel tot vaststelling van een herziene kostprijsberekening voor het bestem
mingsplan Moleneind fase I en II.
De heer Schreiner zegt dat volgens het voorstel het college er in de toekomst
naar streeft om, zodra de jaarrekening van enig jaar gereed is, van alle in uitvoe
ring zijnde bestemmingsplannen de kostprijsberekening aan te passen. Zijn fractie
vraagt om dit ook jaarlijks te doen.
De voorzitter denkt dat dit zelfs moet.
De heer Schreiner weet niet in hoeverre dat jaarlijks moet, maar zijn fractie
stelt het zeer op prijs. In fase 1 is een aantal groenvoorzieningen opgeofferd
aan bepaalde bebouwing. Hoe staat het met de plannen om deze groenvoorziening
in fase III of in fase II terug te laten komen. Het college hoeft, voor wat hem
betreft, daar nu geen antwoord op te geven, maar wil wel het college verzoeken
om dit in de eerstvolgende commissie ruimtelijke ordening mee te delen.
De voorzitter zegt dat in overleg met de beleidsambtenaren van de Provincie
is afgesproken dat het stukje groen uit fase II in het volgende plan, dus "de RitH',
wordt teruggebracht.
Wethouder Houtepen citeert de tweede alinea van het voorstel: "Het meest geschik
te moment om een kostprijsberekening te herzien is het moment dat de jaarreke
ning van het gemeentelijk grondbedrijf over het voorafgaande jaar gereed is"
Deze jaarrekening is nu gereed, vandaar dat dit voorstel nu aan de raad voorligt.
Dit zal ook de komende jaren zo gebeuren.
De heer Schreiner wil graag enige duidelijkheid over wat nu fase I, II en fase
III precies is. Als hij het goed heeft begrepen is "de Rith' de volgende fase.