gezien. Als iemand opdracht geeft aan een architect voor een tekening voor het bouwen
van een huis en achteraf blijkt dat een bepaalde deur een andere kant op draait dan
men zou willen, moet aanpassing toch mogelijk zijn.
Toekomstgericht. Dit zou hij willen omschrijven als de "meubilering van het middenveld'.
Intussen instemmen met het model zoals voorgesteld door de gemeentelijke adviseur
betekent dat jaarlijks een extra financieel offer van de raad wordt gevraagd. Men
moet de moed hebben om op dat soort punten de zaak bij te stellen.
Ten aanzien van de motie zegt hij het volgende.
Op het initiatief-voorstel zullen wijzigingen aangebracht worden wat het bestek en
de tekeningen betreft. Als de wijzigingen op het initiatief-voorstel zijn aangenomen
en op papier doorgevoerd in de augustus-vergadering dan pas vraagt de coalitie van
het college om met een voorstel te komen wat betreft directievoering, bestek enz.
De coalitie heeft op dit moment geen enkele behoefte aan de motie die nu op tafel
ligt.
De heer Verpaalen behandelt één voor één de 4 punten van het initiatief-voorstel.
Wat betreft de beplantingen neemt de P.v.d.A. de argumentatie van de landschaps
architect geheel over. Alle door het C.D.A. en V.V.D. genoemde wijzigingen wijst
men van de hand. Bovendien is zijn fractie bang dat met name punt a. betrekkelijk
meer kosten met zich zal meebrengen. Dat is niet aanvaardbaar. De huidige geplande
inrichting van het middenveld vindt ook de P.v.d.A. niet fraai. Dit wil echter niet
zeggen dat zijn fractie het eens is met het voorstel om het middenveld dan maar
te bestraten. Op zich is het idee van de landschapsarchitect goed. Het centrale veld
moet wel een groen beeld houden, niet met betonplaten maar op een andere wijze.
Voor wat betreft punt 3. ondersteunt zij wel het voorstel van het C.D.A. en de V.V.D..
De landschapsarchitect moet eens aan tafel gaan zitten met betrokkene om het gedeelte
van het plan romdom de kerk nog eens te heroverwegen.
Ten aanzien van punt 4. "Het meubilair van de markf', verwacht de P.v.d.A. dat in
gezamenlijk overleg tussen de gemeente en schenkers van de plaatselijke monumenten
een plaats wordt gevonden voor dit meubilair. Dit kan op de vernieuwde markt geschie
den of elders op een geschikte plaats in het dorp.
De directievoering en aanbesteding, genoemd onder punt 1. en 3. van de motie van
de fractie Gemeenschapsbelang hebben de instemming van de P.v.d.A.. Uit hetgeen
hij zojuist heeft verteld blijkt dat de P.v.d.A. het met de punten 2. en k. niet eens
kan zijn. Het bestek uitvoeren zoals aangeboden door de landschapsarchitect gaat
dan niet door omdat de P.v.d.A. wijzigingen wil inzake de invulling van het middenveld
en rondom de kerk. Als de P.v.d.A. haar zin zou krijgen ten aanzien van de wijzigingen
zou de zin van punt 4. van de motie van Gemeenschapsbelang aangevuld moeten worden
met het woord "wijzigingen". De vraag is of Gemeenschapsbelang hiermee akkoord
kan gaan en of het onder het woord procedure eventueel ook verstaat de wijzigingen
die eventueel vanavond nog worden aangebracht.
De voorzitter zegt een wijziging op het initiatief-voorstel te hebben ontvangen. Moet
dit nu terzijde worden geschoven? Hij dacht dat dit in eerste termijn wel besproken
zou worden.
De heer de Craen zegt in eerste instantie begrepen te hebben dat de motie aan de
orde gesteld zou worden.
De voorzitter zegt in de openbare vergadering van de raadscommissie algemene zaken,
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting expliciet gesteld te hebben hoe in deze de
procedure tijdens de raadsvergadering van vanavond zou zijn. In het begin van deze
vergadering heeft hij wederom gesteld hoe een en ander behandeld zou worden.
De heer de Craen wil vervolgens antwoorden op de vragen die gesteld zijn in de verga
dering van 27 april j.l. Eén van de vragen die gesteld zijn is: Druisen de voorgestelde
wijzigingen in tegen de vastgestelde uitgangspunten? Neen, dit is niet zo.
De vraag omtrent het aanpassen van het bestek is bevestigend.
Het bestek zal partieel en enkele werktekeningen zullen aangepast moeten worden.
Voorts stelde het college de financiële consequenties aan de orde. Het moge duidelijk
zijn dat als een ondernemer opdrachten krijgt hij daarvoor een nota zal sturen. Deze
zal betaald moeten worden.
De heer van Geel interrumpeert door te vragen wie "wij"" is. Wie gaat er betalen?
.^e heer de Craen zegt dit in de volgende termijn te zullen beantwoorden.
De heer van Geel zegt dat er geen volgende termijn is. Is het de bedoeling dat het
C.D.A. en de V.V.D. de rekening samen gaan betalen?
-5-