- 6 - Hij citeert vervolgens de stelling van de heer Van de Wiel van het College voor Arbeidszaken hierover: "bepaald wordt in artikel 105 van de gemeen schappelijke regeling dat over alle aangelegenheden die van belang zijn voor de rechtstoestand van ambtenaren, overleg wordt gevoerd met de centrales van overheidspersoneel. Ook die met betrekking tot eventuele consequenties op arbeidsrechtelijk terrein voor de medewerkers die overgaan van de dienst B.W.T. naar de gemeente. Gedacht moet hierbij worden aan salarisvooruit zichten, carrière perspectief etc. Overleg met centrales van overheidsperso neel op grond van artikel 105 W.G.R. is niet nodig ten aanzien van de ophef fing van de gemeenschappelijke regeling en de keuze van de afdeling waarbij B.W.T. zal worden ondergebracht". Er zijn bij de opheffing van de dienst drie mensen betrokken. Een persoon gaat in de VUT en is daarmee akkoord. De persoon die in Teteringen werkzaam is, is ook akkoord. De dere persoon is niet akkoord gegaan. De heer Oomen vindt het jammer dat hetgeen wat de portefeuillehouder nu naar voren brengt niet uitgebreid in het voorstel staat. Dan was de discussie binnen zijn fractie iets gemakkelijker geweest. De gemeenschappelijke regeling is tot stand gekomen in de jaren '60 toen Prinsenbeek en Teteringen beiden aan de vooravond stonden van een suburbanisatie. Daarbij was duide lijk behoefte aan bundeling van technische kracht teneinde op deze manier de problemen te lijf te kunnen gaan. Het is nu zo dat Prinsenbeek en Teteringen beiden in staat zijn deze problemen afzonderlijk te behandelen. Vanuit die optiek is de opheffing van die gemeenschappelijke regeling een goede zaak. Men moet geen lichamen in stand houden die enigszins overbodig lijken te geraken. Daarvan is zijn fractie overtuigd. De andere kant betreft de mensen die hierbij betrokken zijn. Wanneer hij het voorstel leest dan valt het volgende op. De gemeenschappelijke regeling wordt opgeheven per 1 januari 1990 en de datum waarvoor met het personeel afspraken zijn gemaakt is 1 oktober 1989. Waarom is dat zo geregeld? Wat is nu het verschil van die drie maanden? Een tweede punt is, dat er met een functionaris nog geen overeenstemming is bereikt. Als het om mensen gaat waarvan de functie veranderd bij het over gaan van de ene instelling naar de andere dan moet er zorgvuldig worden ge handeld. Er kan voor wat dit betreft niet zorgvuldig genoeg gehandeld worden. Hij vraagt zich toch af of het niet zinnig is om dit in het Georganiseerd Overleg te brengen teneinde alle voor- en nadelen daar te kunnen bespreken. Dan krijgt het college later ook geen verwijten. Het lijkt zijn fractie de meest objectieve gang van zaken. In tweede termijn zal hij het standpunt van zijn fractie mededelen, omdat hij eerst het antwoord van het college wil horen. De heer van Geel is het in grote lijnen eens met hetgeen door de heer Oomen is verwoord. Zijn fractie vindt ook dat zaken die voor G.O. zijn daarin ook besproken moeten worden. De laatste tijd wordt hij regelmatig geconfronteerd met het feit dat alles conform de overeenkomsten met de ambtenarencentrales is gebeurd en dat er daarom geen reden meer is om een zaak in het G.O. te brengen. Zijn fractie vindt dat alle zaken op dit terrein besproken dienen te worden in het G.0.,of ze nu wel of niet afwijkend zijn. Daar is het G.O. voor. De portefeuillehouder heeft zelf ook al gezegd dat het geen kwaad kan. Bespreking van deze zaken in het G.O. kan alleen maar goed zijn. Er is geen overeenstemming met één van de functionarissen die in Prinsenbeek werkt. Dat betreurt zijn fractie. De raad weet nu niet waar men aan toe is. Er staat de raad nog meer te wachten wanneer de drie woning-instellingen wellicht per 1 januari in elkaar op zouden gaan. Daarbij dient ook een personeelsplan te worden overlegd. Daarmee zou ook de dienst B.W.T. misschien mee te maken kunnen hebben. Deze zaken moeten er ook bij betrokken worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 105