Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten dit voorstel aan te houden. 7. Voorstel tot verkoop van de woningwetwoning Pastoor Oomenlaan 5 aan de bewoner De heer van der Hilst zegt dat het lijkt alsof zijn fractie tegen het stimu leren van eigen woningbezit is. Integendeel; zijn fractie is vóór het stimu leren van eigen woningbezit. Van alle typen woningen moeten er voldoende be schikbaar zijn, voor huurders zowel als voor kopers. Maar omdat er nog steeds zoveel mensen staan ingeschreven voor een huurwoning en de gemiddelde wachttijd nog steeds jaren is, is zijn fractie extra zuinig op het contin gent huurwoningen. Zijn fractie is dus tegen verkoop van dit schaarse goed. Het college gaat zelfs verder. In plaats van het passief toestaan, zoals dat in het verleden is gebeurd, nu actief meewerken aan de verkoop van huurwo ningen door actief ontheffing te gaan vragen omdat aan één van de drie voor waarden niet is voldaan, namelijk dat men minstens vijf jaar in die woning moet wonen. Die eis van vijf jaar daar wonen vindt zijn fractie niet onover komelijk. Wanneer men daar nu niet aan voldoet dan komt men daar binnen afzienbare tijd aan. Zijn fractie begrijpt dan ook niet dat hiervoor onthef fing gevraagd wordt. Men begeeft zich op een hellend vlak. Nu woont men daar vier jaar, wat te doen als men drie jaar in een huurwoning woont? Waar wordt de grens getrokken? Wanneer wordt er wel en wanneer wordt er geen ontheffing gevraagd? De raad heeft afgesproken dat er nog woningen verkocht kunnen wor den als er aan een paar voorwaarden wordt voldaan. Er zijn twee rechtvaar dige eisen, namelijk men moet onder een bepaald inkomen vallen en men moet vijf jaar in die woning wonen. Zijn fractie vindt het een verkeerde weg om ontheffing te gaan vragen. De voorzitter zegt dat het beleid inderdaad actiever is dan wat de fractie van de P.v.d.A. voorstaat. Het college begeeft zich niet op een hellend vlak. Enige jaren geleden heeft de raad een bepaalde notitie geaccepteerd en aan de hand van die notitie staat vast welke woningen wel en welke woningen of complexen niet in aanmerking komen voor verkoop. Nu doet zich een situatie voor dat iemand niet aan die eis voldoet. De betrokken verzoeker verzoekt nu aan het college om medewerking voor het vragen van ontheffing. De Minister is het met het college eens en onderschrijft als het ware het actieve beleid wat het college ten aanzien van die enige woningen die er nog zijn en voor verkoop in aanmerking komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten waarbij de fractie van de P.v.d.A. wordt geacht te hebben tegengestemd. 8. Voorstel tot vaststelling van het ontwerp-bestemmingsplan Sportterreinen, herziening de Heikant. De heer Lotstra zegt dat het college voor de procedure geen schoonheidsprijs ontvangt. Feitelijk heeft reclamant bij het indienen van het bezwaar ge lijk. Maar het aanpassen van een en ander is wel een gevolg van een besluit om daar de hockeyvelden te projecteren. Zijn fractie gaat akkoord met het voorstel De heer van Geel sluit zich aan bij de woorden van de heer Lotstra. De voorzitter zegt dat hij de kanttekeningen, zoals door beide sprekers is gemaakt, moet onderschrijven en zulks ook heeft aangehaald bij de behande ling van dit agendapunt in in de vergadering van de commissie algemene zaken c.a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 108