- 10 -
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
9. Nota inzake verzoek tot bouw van garages aan de Deken Maeslaan.
De heer Verpaalen zegt dat de voorliggende notitie handelt over een onover
zichtelijke situatie die uiteenvalt in drie verzoeken. In zijn totaliteit
bezien is het jammer dat betrokkenen niet de juiste weg hebben bewandeld of
dat betrokkenen niet zijn gewezen op de gangbare procedures inzake aanvragen
voor bouwvergunningen. Zijns inziens behoeven gevallen zoals deze niet
problematisch te zijn. Maar met dit verzoek gaat zijn fractie niet akkoord.
Enerzijds onderschrijft men het politierapport en anderzijds steunt zijn
fractie het college in het standpunt in het kader van het vastgestelde
bestemmingsplan "Centrum". Er is nu al sprake van een overschrijding van het
geldende bebouwingspercentage, dat geldt dan voor perceel E 3564. Een ver
dere uitbreiding van het bouwperceel staat zijn fractie niet voor.
De heer Oomen onderschrijft volledig het politierapport dat ten aanzien
hiervan is opgemaakt. Daar komt nog bij dat de verzoeken zoals die nu gedaan
zijn toch een overschrijding van het bebouwingspercentage met zich mee
brengt dat veel groter is dan het plan ter plaatse toelaat.
De heer van Geel zegt dat zijn fractie het politierapport niet onder
schrijft omdat daarin volgens zijn fractie een onjuistheid in zit. Er wordt
namelijk vanuit gegaan dat er heen en weer-verkeer van automobielen van de
Deken Maeslaan naar het Zilverhof zou plaatsvinden. Daar is door de aanvra
gers niet om gevraagd. Overigens is het zo dat de procedure op een heel
andere manier had kunnen plaatsvinden. Door de gemeente is gezegd dat een
bouwplan kan worden ingediend, dat zal worden besproken. In feite strookt
het plan echter niet met de mogelijkheden aldaar. Nu wordt er door het col
lege gezegd dat men niets kan doen met een bouwplan maar dat een bouwver
gunning moet worden aangevraagd. Dat zijn twee verschillende zaken. Meer
duidelijkheid naar de burger toe in dit opzicht kan problemen voorkomen. Hij
komt tot de conclusie dat er inderdaad op deze wijze, zonder dat er een
echte aanvraag voor een bouwvergunning is, moeilijk gesproken kan worden
over het verlenen van een bouwvergunning. Hij vraagt het college wel, en dat
is reeds toegezegd en ook de commissie was het daarmee eens, om in
overweging te nemen, dat, wanneer er een nieuwe bouwaanvraag komt,
medewerking te verlenen binnen de contouren, en dat ook bekeken wordt welke
ontheffingsmogelijkheden wellicht bruikbaar zijn. Het voorstel van het
college klopt juridisch wel, maar naar de praktijk toe heeft zijn fractie
toch wel problemen met de feitelijke gang van zaken.
De voorzitter constateert dat de raad de argumenten onderschrijft op grond
waarvan het college heeft gemeend het verzoek van beiden te moeten afwijzen.
Wanneer er een bouwaanvraag wordt ingediend van wie dan ook, en het past
binnen het bestemmingsplan, dan wordt dat gehonoreerd. Past het niet in het
bestemmingsplan dan wordt dat afgewezen.
Bij interruptie zegt de heer van Geel dat er onderzocht moet worden of er
ontheffingsmogelijkheden zijn.
De voorzitter zegt dat de ontheffingsmogelijkheden in een bestemmingsplan
altijd worden betrokken bij de beoordeling door het college. Deze onthef
fingsmogelijkheden worden dan wel gewogen. Mocht zulks nu negatief uitvallen
dan heeft de betrokkene altijd het recht zich tot de raad te wenden. Alsdan
is het woord aan de raad.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.