8. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake vestiging van een zakelijk
recht en aankoop van een strook grond.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke
stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders be
sloten.
9. Voorstel tot het treffen van een dading inzake de ontbinding van een koopovereen
komst perceel bouwterrein aan De Lind.
De heer van Geel zegt dat het zijn fractie uitermate heeft verrast dat men een jaar,
nadat er een koopovereenkomst gesloten is, tot de ontdekking is gekomen dat de gemeen
te niet aan haar leveringsverplichting kan voldoen. Dat er sprake is van een verschil
in frontbreedte van meer dan 1 meter betekent dat er op het verkochte perceel een
aantal vierkante meters ontbrak. Het wil er bij zijn fractie eigenlijk niet in, dat er
zomaar op een of andere wijze grond kan verdwijnen, daarbij aannemende dat de oor
spronkelijk ingetekende plannen klopten. Het wordt toch allemaal nagemeten? Hoe kan
er dan zomaar 75 m2 of 100 m2 grond verdwijnen? Mocht inderdaad de situatie zo zijn
dat die grond er nooit is geweest, dan kan zijn fractie akkoord gaan met de schikking.
Maar zover is zijn fractie nog lang niet. Zijn fractie verzoekt het college dit raadsvoor
stel aan te houden, eerst het bedrijventerrein na te meten en te bekijken of er ergens
meetfouten zijn gemaakt, expres of per ongeluk. Als er toevallig een paar muurtjes
een tikkeltje te ver gezet zijn en drie of vier mensen daarvan gebruik hebben gemaakt,
dan komt men op een aantal frontbreedten bij elkaar al gauw aan een verschil van
één meter. Een en ander hoeft niet opzettelijk gebeurd te zijn, zoals bijvoorbeeld een
kleine onnauwkeurigheid bij het slaan van een paaltje.
Mocht straks op een of andere wijze blijken dat er fouten zijn gemaakt, dan kunnen
die fouten worden hersteld en kan er afgezien worden van een schikking.
De heer van der Hilst zegt dat volgende week zaterdag Prins Fons XXIII in deze zaal
het bestuur van de gemeente voor enkele dagen zal overnemen. Tijdens die zitting is
het gebruikelijk dat alle partijen in de raad de gelegenheid krijgen om enkele vragen
te stellen en enkele opmerkingen te maken. Het college is de raad wel erg behulpzaam
bij het vinden van geschikte onderwerpen voor dat praatje. De gemeente verkoopt een
stuk grond van 19 meter breed dat in werkelijkheid 17,75 meter blijkt te zijn. Allerlei
gedachten komen er dan in hem op. Zou er een jonge nieuwe medewerker aangenomen
zijn die bij het uitmeten van de grond niet nog de stappen van één meter kan zetten?
Zou het meetlint door het veelvuldig gebruik langzamerhand zijn uitgerekt? Zou het
zo kunnen zijn dat dit zo al jaren op deze manier gebeurt en dat de gezonde financiële
situatie van deze gemeente aan deze manier van verkeerd meten te danken is? Ondanks
deze grappen blijft het wel een vreselijk stomme en domme streek om op die manier
met kostbare grond om te springen en dan nog wel op het bedrijventerrein. Verschillende
ondernemers zitten te springen om grond om aan de slag te gaan.
Aan de andere kant heeft zijn fractie moeite met de houding van het betrokken bedrijf
en met de eigenaar van het ernaast üggendeperceel. Met enige moeite en enige goede
wil moet het toch mogelijk zijn om op een stuk grond dat 1,25 meter smaller is een
bouwplan te realiseren. Er wordt niet een plan gemaakt voor 19 meter breedte. Het
was toch wel mogelijk geweest om in de minimale afstand tot de perceelsgrens in te
schuiven. De betrokkene was dat niet van plan. Dat getuigt volgens zijn fractie niet
van een erg inschikkelijke houding. Hoogst bevreemdend is de houding van de ernaast
liggende ondernemer, die niet bereid bleek om een kleine afwijking toe te staan met
betrekking tot de voorgeschreven afstand tussen bebouwing en perceelsgrens. Terwijl
notabene deze persoon zelf destijds wel toestemming gevraagd en gekregen heeft om
af te wijken van de voorschriften en dichter dan de voorgeschreven afstand tot de per
ceelsgrens te bouwen. In het verleden werd terecht weieens geklaagd dat de overheid
zich boven de burgers verhief en burgers te weinig rechtsbescherming bood. Daar is
gelukkig de laatste jaren verandering in gekomen. Zijn fractie constateert dat hedenten-
dage de slinger weieens teveel naar de andere kant dreigt door te slaan. Sommige tonen
ten aanzien van de overheid een erg weinig coulante houding en stellen zich met een
advocaat in de nabijheid keihard en puur zakelijk op tegenover de overheid waarvan
men verwacht dat die inschikkelijk zal zijn. Zijn fractie heeft daar moeite mee. Voorstel
-7-