- 14 -
Wethouder Houtepen zegt dat door de commissie openbare werken c.a. dit
voorstel amper overwogen is en er is geen discussie geweest. Immers er is
een aanpassing gekomen voor de bussen aldaar en dat heeft bepaalde
consequenties met zich mee gebracht. Hij denkt dat het toch nog steeds
terecht is dat, wanneer mensen - of dat nu een ondernemer is of niet - met
bepaalde problemen naar voren komen, deze dan serieus behandeld dienen te
worden anders worden de mensen niet correct behandeld. Hij dacht dat niets
aan het toeval is overgelaten. De deskundige instanties zijn gehoord,
namelijk de externe adviseur, het bureau ruimtelijke ordening uit Vught en
de Rijkspolitie Prinsenbeek. Het college vindt dat dit nu een correcte
maatregel is. Nu verzoekt hij de heer van der Hilst om zijn woorden niet
verkeerd uit te leggen als zouden er al verkeerde dingen gebeurd zijn. Het
is niet de opzet dat er wordt geëvalueerd en dat er dan een hoop dingen gaan
veranderen. Er wordt vanuit gegaan dat nu de juiste maatregelen zijn
genomen.
De heer Oomen kan, luisterend naar het betoog van de heer van der Hilst,
daarin wel een paar goede elementen ontdekken. Maar het meest is hij getrof
fen door het feit dat de heer van der Hilst heeft gezegd de auto te parkeren
op het terrein van de buurman. Op deze manier kunnen veel zaken opgelost
worden. Dat is een strekking die hij absoluut niet kan onderschrijven. De
maatregelen die genomen worden gaan wel hand in hand met de verkeersveilig
heid, zodat het een niet ten koste gaat van het andere. Want dat betreurt
hij. Zijn fractie stemt met dit voorstel in op basis van de deskundige
adviezen die zijn verkregen en op basis van de informatie die de wethouder
de raad heeft gegeven.
De heer van Geel heeft geen antwoord gekregen op de vragen die hij zojuist
heeft gesteld. Volgens de wethouder waren er achteraf gezien geen verkeers
technische redenen om daar een parkeerverbod te plaatsen. Nu er over wordt
nagedacht, en men tot de conclusie komt dat het verkeerstechnisch niet op
bezwaren stuit, behoeft de inrichting van de weg hiervoor ook niet te worden
veranderd. Hij zou zich kunnen voorstellen dat het verkeer, gezien de loop
komende vanuit de tunnel richting Haverdijk, met redelijke snelheid door de
bocht kan gaan. Wanneer er dan een auto of bus geparkeerd staat dan moet het
verkeer kronkelen. Zijn fractie staat achter het voorstel van het college.
Volgens de heer van der Hilst heeft de wethouder gezegd dat er destijds geen
discussie over is gevoerd. Dat bevreemdt hem. Hij heeft steeds het idee ge
had dat de maatregelen pas na rijp beraad worden genomen. De wethouder heeft
gesteld dat de ondernemer is gekomen met klachten en dat daar serieus op
moet worden ingegaan. Dat vindt hij ook. Het spijt hem dat het hem niet
gelukt is om duidelijk te maken dat met de opheffing van het parkeerverbod
naar zijn idee de ondernemer alleen maar nadeel berokkend wordt. Hij denkt
dat door het parkeerverbod hier op te heffen de mogelijkheid bestaat dat
langparkeerders er gebruik van maken zodat degene die een boodschap moet
doen van deze parkeerplaatsen geen gebruik meer kan maken. Het parkeren van
auto's bij Nagelkerke, mag officieel ook niet. Als alles volgens de letter
van de wet moet worden gedaan dan moet hier ook tegen worden opgetreden.
Maar er zijn daar weinig parkeermogelijkheden.
Bij interruptie zegt de heer van Geel dat, wanneer hij bezoek krijgt, gerust
Bij hem op de oprit mag staan. Dat kan bij elke firma die een oprit heeft
ook.
De heer van der Hilst zegt dat de ondernemer ook een eigen oprit heeft waar
ongeveer vier auto's achter elkaar kunnen staan. Dit is ook een reden om dit
parkeerverbod niet op te heffen.
De heer Oomen vraagt hoe de heer van der Hilst op het idee komt dat daar
langparkeerders gebruik van zullen maken, want dit is niet de juiste loca
tie. Hij kan zich dit wel voorstellen in de buurt van de rijksweg of het
station.