- 20 - De heer van Geel denkt dat men, wanneer men thuis is in het verenigingsleven in Prinsenbeek, dan precies weet wat de heer van der Hilst wilt weten. Wethouder Dirven zegt dat alle begrotingen in details volgens het model van de gemeente worden ingezonden bij de subsidie-aanvraag. Als dat niet kan voor 1 april dan is uitstel mogelijk om wat later de jaarrekening in te zen den. Elk jaar worden drie verenigingen getoetst en door de afdeling finan ciën helemaal nagekeken. Dat is een controle. Dat betekent ook tegelijkertijd, dat de raadsleden de moeite zouden moeten nemen om die zaak door te spitten. Tot de laatste cent wordt dit verantwoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 20. Voorstel tot het vaststellen van schoolzwemfaciliteiten voor het school jaar 1989/1990. De heer Oomen zegt dat dit agendapunt de nodige discussie heeft losgemaakt en veel tijd aan discussie heeft gekost. Voorop zij gesteld dat zijn fractie het schoolzwemmen graag ondersteunt. Het is goed wanneer kinderen op jonge leeftijd leren goed te kunnen zwemmen. De discussie die is ontstaan kwam door het volgende. In het voorstel staat en hij citeert: "Wij stellen u voor het schoolzwemmen te continueren". Wanneer nu hier een punt gestaan had dan was dit voorstel geen punt van discussie geweest. Het voorstel gaat dan verder, en hij citeert: "en op te vatten als een buitenschoolse activiteit en niet als onderdeel van het schoolwerkplan". Die zin is nader bestudeerd. Hij heeft hier de term van het basisonderwijs naast gelegd en daarin staat het volgende, en hij citeert: "Het schoolzwemmen behoort tot de lichamelijke oefening van vier tot twaalf jarigen. Dat staat in de memorie van toelich ting aangegeven. Niet is vermeld zoals het voorontwerp van wet nog deed dat onder lichamelijke oefening zwemmen is begrepen. Dit is ondertussen zover gemeen goed geworden dat uitdrukkelijke vermelding niet nodig is". Hij komt tot de conclusie dat hetgeen heeft college hier in het voorstel heeft vermeld inderdaad als een buitenschoolse activiteit op kan worden gevat. Het blijkt nu dat op andere niveau's hierover nog geen overeenstemming is bereikt. Maar daar staat tegenover dat men, wanneer dit wordt gedaan en men is daarin zeer principieel, moet worden geconstateerd dat dit, wanneer het een buitenschoolse activiteit is, ook buiten schooltijd gegeven en uitgevoerd zou moeten worden. Dit is in Prinsenbeek niet het geval. Het schoolzwemmen is voor de Prinsenbeekse basisscholen een deel van het gymnastiekonderwijs en wel één uur per week. Hij weet dat dit gebeurd met medewerking van de inspecteur. Kortom het is hinkelen op twee gedachten. Zijn fractie kan, na de zaak te hebben bestudeerd en alle belangen te hebben afgewogen in het belang van de kinderen, met het voorstel zoals dat hier ter tafel ligt instemmen. De financiële bijdrage die de ouders betalen in de kosten van het vervoer, acht zijn fractie dermate gering dat daarover geen problemen zullen ontstaan. Zoals het in het voorstel staat is het niet 100% juist, maar het andere is ook niet 100% juist. Zijn fractie is voorstander van continuering van het schoolzwemmen. De heer van Geel vindt het een ingewikkelde situatie. Hij heeft niet het idee dat de heer Oomen het op de juiste manier opvat, net zo min als het college. Als de gemeenteraad vaststelt dat het zwemmen geen onderdeel uit mag maken van het schoolwerkplan, dan mag het ook niet voorkomen op het activiteitenplan. Als het dan toch op het activiteitenplan staat, dan handelt de school in strijd met de wet en kan het de volledige subsidie ook voor de leraren, directeuren en voor de gebouwen enz. verliezen. Er wordt Puur in strijd gehandeld met de wet. Als het wel op het schoolwerkplan staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 119