- 25 -
Hij weet dat de portefeuillehouder voorstander is van hetgeen door de
fracties is beslist en dat deze lijn ook wordt aangehouden. De
portefeuillehouder heeft hem daarover twee maal gekapitteld omdat hij niet
consequent zou zijn bij de grondaankoop van het bedrijventerrein. Ieder lid
van de raad zal zich dat herinneren. Tegen die achtergrond is het voor zijn
fractie erg moeilijk om in te stemmen met deelname van een lid van het
college. Zijn fractie durft weieens van de lijn af te wijken, als men van
mening is dat daardoor een vertakking ontstaat die beter is. De
portefeuillehouder welzijn heeft een grote affiniteit met de materie. Dit is
diverse malen naar voren gebracht.
Hij kan zich ook nog herinneren ooit bij het vaststellen van het plan
Buitengebied, toen het ging om monumenten en waardevolle gebouwen in het
Buitengebied, samen met nog één raadslid daarover opmerkingen te hebben
gemaakt. Over het werk van de huidige commissie heeft hij geen klachten
gehoord. Ook niet dat de commissie inclusief de wethouder niet goed zou
functioneren. Kortom, hier ligt een probleem dat al een verleden heeft. In
zijn algemeenheid zegt zijn fractie dat het niet goed is dat een lid van een
college zichzelf moet adviseren. Maar gelet op de problematiek die hier aan
de orde is en er van uitgaande dat de leden van de commissie voldoende des
kundigheid bezitten wanneer bij hun twijfel zou bestaan over de visie die
een lid van het college zou hebben en dan ook in staat moet worden geacht om
er in onderling overleg uit te komen, is voor zijn fractie reden om toch in
te stemmen met het feit dat een lid van het college deel uitmaakt van deze
commissie. Zijn fractie heeft geen enkele moeite met de leden die in dit
voorstel worden genoemd. Hij weet niet wat de heer Franken verstaat onder
autochtone inwoners, en ook niet hoeveel jaar men in Prinsenbeek moet wonen
om zich tot de autochtone bevolking te mogen rekenen.
Wethouder Dirven zegt dat het een artikel 62, lid 2 commissie is, die inge
steld moet worden. Iedereen vindt dat deze commissie ingesteld moet worden
en er is grote eenstemmigheid. Op 1 mei houdt de huidige commissie op te
bestaan en dan is het aan de raad om die commissie opnieuw te benoemen. Om
geen tijd verloren te laten gaan is er aan deze vijf personen gevraagd om
zitting te nemen in deze commissie. De suggestie dat mensen van Prinsenbeek
zich hiervoor kunnen aanmelden is goed. Er moet een open advertentie komen
voor de mensen die zich hiervoor kunnen aanmelden. Dit is een overgangs
situatie waarin gecontinueerd wordt wat in vier jaar is voorbereid. Na de
benoeming van de nieuwe raad zal een advertentie geplaatst worden en dan kan
men bezien welke kandidaten zich hiervoor aanmelden. De raad kan hieruit dan
een keuze maken. Autochtoon wil niets anders zeggen dan "langdurig betrokken
bij
De heer Franken zegt dat er een commissie benoemd is maar dat hierin geen
mensen zitten die het dorp kennen als geen ander. Hij heeft aan willen geven
dat het werk dat verzet is door de commissie en de voorzitter hoog
gewaardeerd wordt. Het doet hem echter pijn, dat bij iets dat zo Beeks is,
hiervan geen enkele echte Bekenaar van oorsprong deel uitmaakt.
De heer Lotstra stuit de discussie autochtoon en allochtoon altijd nog
enigszins tegen de borst. Wanneer is men autochtoon en wanneer niet? Spreker
is het in de visie van de heer Franken niet. Hij is niet geboren in
Prinsenbeek en zijn ouders komen niet uit Prinsenbeek. Hij constateert dat
hij import is. Het is een achterhaalde discussie die is gevoerd in het begin
van de zestiger jaren bij de komst van plan Zuid. Hij maakt daartegen
ernstig bezwaar. Die discussie had hier niet gevoerd mogen worden. Men voelt
zich Bekenaar ja dan nee en men voelt zich bij Prinsenbeek betrokken ja dan
nee. Bovendien is deze commissie maar voor een periode tot 1 mei 1990. Als
dan een open advertentie geplaatst wordt, dan zal blijken hoeveel Bekenaren
conform de kwalificatie van de heer Franken, op dat soort functies reage
ren.