- 7 - De heer van Geel zegt dat over een heleboel zaken erg snel een eenheid werd bereikt. Er zijn een paar punten waar nog verder over moet worden gespro ken. Eén van de discussiepunten is hoe de nieuwe instelling bemand moet worden qua opzichter. Er zijn binnen de groep twee visies. De ene groep denkt dat een fulltime opzichter noodzakelijk is en een ander deel denkt dat een fulltime opzichter te veel zal zijn voor de Woningstichting en dat waar schijnlijk ook geen volledig takenpakket beschikbaar is. Daarnaast is het zo dat het takenpakket nog definitief omschreven zou kunnen worden. Wanneer bij dat takenpakket behoort het opzetten van een woningkartotheek dan is een fulltime opzichter zeker noodzakelijk. Wat de financiële haalbaarheid betreft, wordt verwacht dat er een tekort zal zijn van f. 36,per woning. Landelijk gezien is dat een acceptabel tekort. Binnen zes negen jaar, wan neer het aantal woningen zich uit zal breiden, zal dit tekort niet meer aan wezig zijn. Er is een tijdslijn uitgezet voor zaken die nog aan de orde moe ten komen. Men ligt zodanig op schema dat het merendeel van de commissie het er over eens is dat 1 januari 1990 een mooie startdatum zou kunnen zijn. De heer Oomen zegt dat de raadsleden de verslagen hebben gekregen van deze besprekingen. Daaruit is duidelijk te merken dat bij de partners de wil aan wezig was en is om tot een eenheid te komen. Hier en daar is er natuurlijk wel een beetje pijn. Het is echter een kwestie van geven en nemen. Zijn fractie vindt het belangrijk dat het toekomstig bestuur veel kwaliteit zal bezitten In een kleine corporatie met een kleine personeelsbezetting is een kwali- teitsbestuur een noodzakelijke voorwaarde omdat wel eens ingesprongen moet worden bij ziekte of wat dan ook. Belangrijk is ook dat er een duidelijke scheiding tussen het beleid en het uitvoeren van het beleid. Zijn fractie hoopt dat een en ander rond is per 1 januari a.s. en dankt de heer van Geel en de heer Houtepen voor de wijze en inzet waarop zij hun werk in de commissie tot nu toe hebben verricht. Volgens de heer van Geel is er inderdaad gesproken over hoe het bestuur er in de toekomst uit zal moeten zien. Over dat er een kwaliteitsbestuur moet komen, is eenieder het eens. Er wordt waarschijnlijk in de statuten opge nomen, dat zo iets dergelijks noodzakelijk is. Gedacht wordt aan iemand met een juridische, iemand met een financiële en iemand met een bouwkundige achtergrond. Zodoende worden alle drie aspecten in het bestuur goed bemand. Daarnaast is er ook een bewonerscommissie. Gedacht wordt om zo mogelijk van de drie huidige poten elk een persoon daarin te laten komen. Wethouder Houtepen vindt dat men ook niet politiek gebonden moet zijn. De heer Verpaalen vraagt naar de juridische vorm van de nieuwe corporatie. In de notulen van 5 juli staat dat het ministerie van V.R.O.M. een voorkeur heeft voor de verenigingsvorra. Toch is er gekozen voor een stichting. De motivatie om niet voor een vereniging te kiezen, staat er niet bij vermeld. Wellicht dat die nu nog verduidelijkt kan worden. De heer van Geel zegt dat hierover niet lang vergaderd is. De huidige bestuursvorm van de Woningstichting Prinsenbeek is er een met goede statuten en verplichte inspraak in het bestuur van bewoners zodat een democratisch bestuur mogelijk is. De verenigingsvorm levert zoals blijkt in den lande, een aantal voetangels op. Er is een aantal verenigingen waar beroepsbestuurders in terecht komen. Het democratisch gehalte van dat soort verenigingen is zeker niet hoger dan van de stichting met een voorgeschreven invulling in het bestuur. De heer Verpaalen zegt dat, wanneer aan het democratisch gehalte van het bestuur voldaan kan worden, zijn fractie hier mee akkoord kan gaan. De heer van der Hilst merkt op dat er gekozen is voor een tweederde meerder heid bij het benoemen van leden van het bestuur. Waarom is die keuze ge maakt. Hij vraagt of men zich realiseert dat drie van de vier partijen er tegen kunnen zijn en dat dan één partij kan beslissen over het wel doorgaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 147