-13- dracht geven om iets te repareren, dan zal het college toe moeten geven dat er een verkeerde inschatting is. De heer van der Hilst zegt dat men praat over een zaak die al zes jaar speelt. In april 1983 is het TNO-rapport opgesteld en anderhalf jaar later, oktober 1984 is de opdracht van het werk gegund aan het bedrijf dat toevallig net als TNO ook uit Delft kwam. TNO wist wel iemand die dat netjes zou kunnen doen. Het dossier doorlezend werd hij niet goed van alle replieken, duplieken, verweerschriften enz. Hij is dan ook geen jurist en wil zich verder ook niet mengen in het in juridische taal opgestelde welles/nietes- verhaal tussen twee jurisch bekvechtende partijen. Wel wil hij een paar opmerkingen maken en een paar vragen stellen.Waarom lag er ruim anderhalf jaar tussen het uitbrengen van het TNO-rapport en de aanbesteding van het werk? Hoe heeft de aanbesteding destijds plaatsgevonden? Zijn fractie heeft niet de behoefte de schuldvraag in de richting van TNO te schuiven want de hoofdschuldvraag ligt bij de gemeente. Die had moeten zorgen voor een waterdicht contract. Zijn fractie vraagt zich af of het langzamerhand niet tijd wordt om op juridisch gebied wat meer deskundigheid in huis te halen, omdat steeds vaker blijkt dat de juridische afscherming van beroepsprocedures enorm belangrijk is. Toen het betrokken bedrijf met de schadeclaim van meerwerk kwam, is destijds besloten daar niet op in te gaan, maar de rechter om een uitspraak te vragen. Hij neemt aan dat dit gedaan is in de veronderstelling dat de gemeente eventueel een proces zou kunnen winnen, of meende een behoorlijk goede kans te hebben. Achteraf is die gedachte volledig onjuist gebleken. Wie heeft destijds concreet de achteraf foutieve beslissing genomen om de rechter om een uitspraak te vragen? Wat had het financieel minder gekost, als men destijds was ingegaan op de eis van het bedrijf en wat is nu precies het aandeel van de extra proceskosten, dat neerkomt op deze gemeente en op de burgers? Het is inmiddels 1989 geworden en wat heeft het college hiervan geleerd? Kan men er nu zeker van zijn dat er niet opnieuw scheuren in de spanten van de sporthal zijn ontstaan? Welke harde afspraken zijn er nu gemaakt om ervoor te zorgen dat zoiets niet weer gebeurt? Wethouder Dirven zegt dat het een moeilijke kwestie is, dat daar iedereen wat pro blemen mee heeft dat hier en daar wat onduidelijkheden en foutjes zijn. Begin 1983 kwamen de plannen naar boven om de sporthal te isoleren. De isolatie bleek een succes te zijn. Maar toen de dienst Bouw- en Woningtoezicht bezig was met de voorbereidingen, bleek er een probleem te zijn dat meer voorkomt bij pelikaanhallen. Het dak werd verzwaard, maar dat dak is maar een lichte constructie. Een verzwaring van het dak betekent dat de spanten meer druk te verwerken zouden krijgen. Dat is de reden geweest om een onderzoek te doen naar wat de spanten nog zouden kunnen verwerken bij ver zwaring van het dak. Dat er scheuren in de spanten zaten, is ontdekt door TNO, die kwam kijken voor het rapport. Het TNO zei ook nog dat ook als het dak niet verzwaard zou gaan worden, dan nog de spanten zouden moeten worden behandeld. Wat betreft die scheuren is er gevraagd om hierover nader te rapporteren. De bedoeling van die rapportage was nooit om deze scheuren meteen te repareren. Voor alle duidelijkheid zegt hij dat TNO niet alle spanten heeft bekeken maar alleen de verticale spanten. Op basis daarvan is een berekening gemaakt van het aantal scheuren. Dat aantal scheu ren moet niet als een absoluut gegeven worden gezien. Een scheur of een scheurtje is een groot verschil. Er kan een scheur van een halve meter zijn, die helemaal niet gevaarlijk is maar er kan ook een scheurtje zijn van 2 millimeter dat levensgevaarlijk is. Wat is de betekenis van zo'n aantal? Het college heeft een deskundig bureau inge schakeld. Op advies van de dienst Bouw- en Woningtoezicht is dit het adviesbureau Van de Laar geworden. Die mensen hebben ook gerapporteerd. Dat rapport komt op een ander aantal uit. Nu ontstond er een ander probleem. Hoe kan men te weten komen wat voor dit soort werk een behoorlijk bedrag is? Het enige dat het college wist over die scheuren was om te dichten met twee componentenlijm. Dat was in de antieke wereld. Er is toen gekeken in het Markiezenhof te Bergen op Zoom en het Mauritshuis in Willemstad, waar dit ook gebeurd is. De koppen van de eindbalken rotten soms wat uit. Die koppen worden uitgehakt en worden met twee componentenlijm weer in de muur vast gezet. Een voorbeeld van dit soort werk kon hij nergens vinden. Op de vraag aan TNO om voorbeelden kreeg hij slechts een adres van heel ver weg. Tegen het bureau, i«c. de heren Beekx en Keijser, heeft hij gezegd dat als dit bureau nu de verdere behande ling van dit soort zaken op zich zou willen nemen, het erg prettig zou zijn om eventuele gesprekken te zullen voeren met gegadigde. Dat is afgesproken en schriftelijk bevestigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 16