- 4 -
nogal wat mensen van 65 jaar en ouder Prinsenbeek verlaten. Hij heeft toen
verzocht om door de afdeling bevolking te laten onderzoeken of dit werkelijk
zo is
Het college heeft dit opgevat als zijnde de wens om te onderzoeken of oudere
mensen Prinsenbeek willen verlaten. Dat is niet de bedoeling geweest van
zijn fractie. Hij heeft alleen gevraagd dit cijfermatig na te gaan.
Omtrent de kinderopvang schrijft het college in de nota van aanbieding onder
voorgenomen nieuw beleid dat nagegaan zal worden of er in Prinsenbeek
behoefte bestaat aan kinderopvang. Zijn fractie heeft dit geïnterpreteerd
als een onderzoek doen naar en wil dat nogmaals onderstrepen door expliciet
op een onderzoek aan te dringen. In het antwoord van het college wordt ge
zegd dat een dergelijk onderzoek een taak zou zijn voor het particulier
initiatief. Is het nu wel of niet een taak voor de gemeente? Of is het zo
dat de portefeuillehouder in de tijd dat deze algemene beschouwingen ge
schreven zijn en nu misschien een andere beleidsopvatting is toegedaan ten
aanzien van dat aspect. Dat hoort hij dan graag in tweede termijn.
Over Eikebos komt volgens het antwoord van het college een gesprek met de
commissie welzijn c.a. Zijn fractie acht dit, gelet op de problematiek, niet
het juiste forum met alle respect voor de leden van deze commissie en vindt
dat dit besproken dient te worden met de gehele raad en de beheers
commissie
Zijn fractie heeft gezegd dat het opzetten van beheersplannen een goede
basis is voor het toekomstig beleid, maar het college moet dat wel in een
goede volgorde opzetten en dat heeft hij in het antwoord van het college
gemist. Er moet eerst beleid worden gemaakt. Wanneer het college zegt dat
zij honderd bloembakken wil op de Markt dan is dat nieuw beleid. Dat dient
het college te inventariseren. Dan kan er gekeken worden hoe dit beheerd
moet gaan worden. Na hoeveel tijd wordt het assortiment vervangen, welke
meststoffen worden toegediend enz. Dit is maar een simpel voorbeeld. Maar
het gaat erom dat het college de zaak in de juiste volgorde moet zien.
Eerst wordt er een beleidsplan gemaakt, dan gaat men inventariseren en
daarna is de kwestie beheren aan de orde.
Voor wat betreft de sluis in de Schutsestraat hoeft voor hem de evaluatie
niet afgewacht te worden. Het college kan direct aan de slag om op dat
terrein een nieuw beleid te formuleren.
Ten aanzien van de ruimtelijke ordening was het antwoord in eerste termijn
op de structuurschets wat beperkter dan hetgeen in het raadsvoorstel stond.
Door de raad is toen ook meegenomen dat er een intensivering of studie zou
komen naar een mogelijk tuinbouwgebied in Prinsenbeek en dat stond niet in
het antwoord van het college.
Wat de financiële kant van de zaak betreft is zijn fractie er blij mee dat
het college bij de invoering van de milieubox de lasten voor de burgers wil
verschuiven naar 1991. Hij heeft bij de algemene beschouwingen in eerste
termijn duidelijk de achtergrond gemotiveerd. Iedere Nederlander, dus ook de
Prinsenbekenaar wordt behoorlijk financieel aangesproken via het
milieubeleidsplan. Gedacht moet worden aan het reiskostenforfait en de
verhoging van de motorrijtuigenbelasting. Gelet op de mobiliteit van de
Prinsenbeekse beroepsbevolking en de hoogte van de post onvoorzien, is dit
verantwoord. Inderdaad is beleid maken en uitvoeren een continue proces. In
het verleden is gezegd dat de belastingen verhoogd moeten worden, dus ook de
onroerend-goedbelastingNaar de overtuiging van zijn fractie was er toen
ook reden toe omdat de post onvoorzien niet bijzonder groot was. Op dit
moment bedraagt de post onvoorzien f. 300.000,Is het dan wel reëel om nu
aan de burgers verhoging van de belastingen te vragen? De financiële ruimte
voor de komende jaren neemt af, maar omdat de financiële ruimte in 1991 of
1992 afneemt dan zijn er geen termen aanwezig om te zeggen dat nu de
belastingen verhoogd moeten worden. Het zou best zo kunnen zijn dat de
belastingen niet met 4 maar met 5% verhoogd moeten worden. Dat sluit hij nu
niet uit.