- 5 -
Tijdens de algemene beschouwingen heeft de heer van Geel in de richting van
de fractie van het C.D.A. gezegd en hij citeert: "Gemeenschapsbelang werd
doordat het C.D.A. bij de formatiebesprekingen in 1986 koos voor de kleinste
mogelijke meerderheid in de raad buiten spel geplaatst". De heer van Geel
doet nu net of hetgeen toen gebeurd is ondemocratisch zou zijn. Zo proeft
hij dat. Het is namelijk zo dat twee partijen een college hebben gevormd op
basis van een meerderheid. Het is inderdaad een kleine meerderheid, maar wel
een democratische meerderheid. "Buiten spel plaatsen" vindt hij niet de
juiste term. Prinsenbeek is te klein om vier wethouders te leveren.
Prinsenbeek mag drie wethouders leveren wanneer men bereid is voor de derde
wethouder te betalen.
Bij interruptie zegt de heer van Geel dat het indertijd niet de bedoeling is
geweest van zijn fractie om een derde wethouder te leveren. Door de keuze
die er toen gemaakt is, is zijn partij buiten spel gezet. Hij denkt dat de
heer Oomen de verslagen van destijds nog maar eens moet doorlezen, dan zal
de heer Oomen tot dezelfde conclusie komen. Hij bestrijdt niet dat 8 de
meerderheid is in een groep van 15 personen. Dat is inderdaad democratie.
De heer Oomen vindt overigens deze manier van houden van de algemene
beschouwingen een betere manier dan zoals dit een paar jaar geleden
geschiedde. De raad krijgt nu meer ruimte om zich voor te bereiden op de
tweede termijn.
De heer van Trotsenbure vindt dat de heer van Geel wel wat bijscholing nodig
heeft als die zegt dat de V.V.D. aan het eind van haar latijn is, want er is
geen verband tussen latijn en omega. Omega is immers Grieks.
Hij heeft gevraagd naar de visie van het college op het beleid inzake de
tekorten bij de politie en wat het college denkt te doen om de veiligheid
van de burgers te kunnen garanderen. Natuurlijk weet hij dat de rijkspolitie
geen onderdeel uitmaakt van het lokale beleid. Dit echter ontheft het
college en de raad niet van de verantwoordelijkheid ten opzichte van de
burgers, zonder tekort te willen doen aan het werk van de politie. Past het
in het gemeentelijk beleid om gelden beschikbaar te stellen ter ondersteu
ning van het werk van de politie? Een passief beleid onzerzijds zou ten op
zichte van dit probleem het reeds door hem genoemde effect kunnen opleveren
dat de burgers op welke wijze dan ook zelf oplossingen gaan zoeken.
Met het evalueren van de effecten van de verkeersring na verloop van tijd is
zijn fractie het eens. Maar indien voor die tijd gevaarlijke situaties ont
staan dan dient er zijns inziens onmiddellijk in te worden gegrepen. De
situatie in de Schutsestraat is zo'n geval. Welke maatregel denkt het
college op korte termijn te nemen. Regeren is vooruitzien. Dat is de reden
dat zijn fractie nu reeds komt met vragen over het beleid inzake een
oplossing voor de komende verkeerssituaties. Zijns inziens past een derge
lijke filosofie zeker in de door het college voorgestelde structuurschets.
Geen antwoord heeft hij gekregen op de door hem gestelde vraag over het
periodiek onderhoudssysteem voor gebouwen. Zijn er plannen in die richting?
En zo ja, wanneer denkt het college tot realisering over te gaan?
Het antwoord van het college voor wat betreft de verhoging van de plaatse
lijke belastingen is niet erg bevredigend. De meeropbrengst hiervan ver
dwijnt in de algemene middelen. Indien de raad toch zou instemmen met het
voorstel van het college tot verhoging van de diverse belastingen, hoewel
zijn fractie hiervan geen voorstander is, stelt hij voor deze gelden een be
stemming te geven. De meeropbrengsten uit de stijging van 4% op desecre-
tarie-leges, de onroerend-goedbelasting van f. 15.000,de toename
begrotingsreserve door een hogere uitkering van het gemeentefonds van
f. 183.000,en de meevallende lasten voor de komende jaren, de rente over
de toename van de begrotingsreserve en de veronderstelde verwachting van de
rentestijging met 1% over 15 miljoen, groot f. 150.000,kunnen gebruikt
worden voor de vorming van een milieufonds c.q. milieu-egalisatiefonds. Dit
om onverwachte stijgingen van de milieukosten op te vangen. Mocht de reactie
van het college hierop niet bevredigend zijn, dan houdt hij zich het recht
voor om dit voorstel in de vorm van een motie aan te bieden.